De ondernemer wil niet alle informatie verstrekken na een tariefsverhoging

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: grondslag en/of hoogte tarief / Informatieverstrekking    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 256189/394857

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak betreft een geschil over een energieleveringsovereenkomst. Na een tariefsverhoging door de ondernemer heeft de consument hierover een bezwaar en vragen ingediend bij de ondernemer. Na eerder contact, voor de tariefsverhoging, is er wegens onvrede eerst een algemene bijeenkomst en daarna een persoonlijk gesprek met de consument geweest. Hierbij is uitvoerig gesproken over de punten van de consument. Daarna is er door de tariefsverhoging wederom correspondentie geweest. De vragen van de consument gingen voornamelijk over de tarieven in algemene zin en de bedrijfsvoering van de ondernemer. De ondernemer verwees bij deze vragen naar de eerdere correspondentie. Volgens de consument is de ondernemer gehouden zijn vragen inhoudelijk te beantwoorden.

Wat is de beslissing?

De consument heeft voor de commissie de inhoud van de vragen niet betwist. Ook is de commissie van mening dat er over de vragen vaak contact is geweest tussen beide partijen. Veel vragen hebben niet speciaal betrekking op de consument, en hij onderbouwt dan ook niet waarom hij specifiek wel recht heeft op deze informatie. Onvoldoende wordt beredeneerd waarom eerdere correspondentie tussen ondernemer en consument onvoldoende was voor het beantwoorden van de vragen van de consument. De commissie acht de vragen dan ook in voldoende mate beantwoord, en oordeelt de klacht ongegrond.

De uitspraak

Samenvatting
De consument meent dat de ondernemer geen inhoudelijke reactie heeft gegeven op de vragen die herhaaldelijk zijn gesteld. Hij vraagt de commissie te oordelen dat zijn verzoek om nadere informatie wordt gehonoreerd.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door de heer A en mevrouw E.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 18 september 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
Uit de stukken die de commissie ter beschikking staan, blijkt het volgende voor zover nu van belang.
Na een tariefsverhoging in december 2023 heeft de consument bezwaren en vragen geformuleerd en die in januari 2024 aan de ondernemer toegestuurd. Begrijpt de commissie het goed dan werden die bezwaren gedeeld door een grotere groep afnemers van de ondernemer. De commissie oordeelt echter alleen over individuele klachten.

Ter zitting heeft de ondernemer zich op het standpunt gesteld dat de consument niet ontvankelijk zou zijn omdat de inhoud van de vragen zien op bedrijfsinhoudelijke zaken en de consument inmiddels geen overeenkomst meer heeft met de ondernemer.
De commissie deelt dat standpunt niet.
Bij het aanhangig maken van dit geschil had de consument een leveringsovereenkomst met de ondernemer en op grond daarvan kan hij in zijn klacht worden ontvangen en is de commissie bevoegd over de klacht te oordelen.

De ondernemer heeft voor zover verder van belang, het volgende aangevoerd. Op de eerste brief van de consument gedateerd 28 augustus 2023 is door de ondernemer gereageerd op 8 september 2023. Van wege de gestelde onvrede in de wijk is er vervolgens een fysieke bijeenkomst voor alle buurtbewoners georganiseerd op 26 oktober 2023. Daarna is er een persoonlijk vervolggesprek geweest met de consument op het kantoor van de ondernemer waaraan de commercieel directeur van de ondernemer heeft deelgenomen. Volgens de ondernemer zijn de punten van de consument toen uitgebreid besproken.
Begin 2024 heeft de consument opnieuw een aantal brieven gestuurd met betrekking tot tarieven, waarop de ondernemer heeft laten weten het bij de eerdere gesprekken en correspondentie te willen laten.

De consument heeft voornoemde informatie van de ondernemer niet betwist. De commissie gaat er dan ook van uit dat er voor de correspondentie van januari 2024 veelvuldig contact is geweest met de consument met betrekking tot zijn bezwaren. Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat veel vragen in algemene zin zien op de tarieven van de ondernemer en verder hebben veel vragen betrekking op de bedrijfsvoering van de ondernemer. Naar het oordeel van de commissie is de ondernemer in zijn algemeenheid niet gehouden om over dergelijke onderwerpen informatie te geven aan consumenten.
Waarom dat voor de consument anders zou zijn, heeft de consument niet aangegeven. Het enkele feit dat de consument die informatie kennelijk wil hebben, maakt het standpunt van de commissie niet anders.

In dat licht bezien heeft de consument naar het oordeel van de commissie onvoldoende concreet aangegeven waarom de reactie van de ondernemer onvoldoende zou zijn geweest. Dat had wel op zijn weg gelegen. Temeer omdat de ondernemer de klachten van de consument duidelijk serieus heeft genomen en er veel contacten zijn geweest tussen partijen over de bezwaren van de consument.
De commissie gaat ervan uit dat de bezwaren, die de consument in 2024 kenbaar heeft gemaakt, de bezwaren overlappen die eerder zijn geuit en waarop serieus is gereageerd door de ondernemer.
Dat de ondernemer de bezwaren geuit in 2024 als een herhaling van zetten heeft beschouwd, is onder de gegeven omstandigheden dan ook niet onbegrijpelijk. De ondernemer kon in dit geval volstaan met het verwijzen naar de eerder gegeven antwoorden op de vragen van consument.

Al met al is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is en daarom wordt het volgende beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard , de heer mr. P. P. van der Neut , leden, op 18 september 2024.