Commissie: Energie
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Niet-Ontvankelijkheidverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
469107/537087
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak betreft de vraag of de consument ontvankelijk is in de klacht jegens de ondernemer in een geschil betreffende een energieleveringsovereenkomst. De klacht richting de ondernemer is voor het eerst in 2020 bij de ondernemer ingediend. Volgens het reglement van de commissie moet de klacht binnen 12 maanden nadat de klacht bij de ondernemer is ingediend, bij de commissie aanhangig worden gemaakt. De klacht is in juni 2024 bij de commissie aangemeld. Dit is dus ruim drie jaar nadat de termijn van 12 maanden is verstreken. De consument is niet-ontvankelijk in haar klacht.
De uitspraak
Samenvatting
De consument wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij op grond van artikel 6 lid 1 sub b van het Reglement Geschillencommissie Energie zijn klacht binnen 12 maanden, na de datum waarop hij de klacht bij de ondernemer indiende, bij de Commissie aanhangig had moeten maken.
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de consument in zijn klacht ontvankelijk is. Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam].
De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2024 te Utrecht.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De klacht is op 27 juni 2024 bij de Commissie ingediend. Ter zitting heeft de consument desgevraagd bevestigd dat hij zijn klacht bij de leverancier in 2020 voor het eerst heeft ingediend en in 2021, 2022 en 2024 deze klacht ongewijzigd heeft herhaald. Op grond van artikel 6 lid 1 sub b van het Reglement Geschillencommissie Energie dient een klacht binnen 12 maanden, na de datum waarop de klacht bij de ondernemer is ingediend bij de Commissie aanhangig te worden gemaakt.
In dit geval had de consument dus uiterlijk in 2021 de klacht aanhangig moeten maken, zodat hij drie jaar te laat met het indienen van zijn klacht is.
Gelet op deze grote termijnoverschrijding ziet de Commissie geen aanleiding om de zaak alsnog wel toe te laten op grond dat de consument van de overschrijding redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, zoals in artikel 6 lid 2 van genoemd reglement is voorzien.
Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. E.D. Rentema, voorzitter, mevrouw mr. W.N. Kip , de heer mr. P. Rijpstra , leden, op 7 oktober 2024.