
Commissie: Post
Categorie: Brievenbusgeschil
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
POS04-0006
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de brief van TPG aan de consument van 9 september 2003, waarin de consument wordt verzocht zijn buitenbrievenbus te verplaatsen. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. TPG heeft de consument op 9 september 2003 een brief gestuurd omdat zijn brievenbus niet aan de openbare weg staat. Hij is verzocht om de buitenbrievenbus binnen een maand te verplaatsen. De consument is van mening dat zijn brievenbus op de huidige plek mag blijven staan, omdat zijn bus aan de openbare weg staat, deze er al staat sinds de inwerkingtreding van het Besluit Brievenbussen en TPG niet heeft gemotiveerd waarom thans opgetreden wordt tegen die situatie. Ter zitting heeft de consument aangegeven dat [de weg] die zijn woning loopt een openbare weg is. De weg, die circa 100 meter lang is en bij de uitrit op voornoemde weg ongeveer 5 meter breed, wordt gebruikt door vrachtwagens en door voetgangers, die naar het naast-gelegen sportpark gaan. Ook de gemeente en de stadspost maken gebruik van de weg. De weg heeft geen aparte straatnaam. Als hij de brievenbus plaatst daar waar TPG deze wil hebben, staat de bus op het erf van de buurvrouw. De consument is van mening dat zijn buitenbrievenbus op de huidige plek mag en moet blijven staan. Standpunt van TPG Het standpunt van TPG luidt in hoofdzaak als volgt. Onder verwijzing naar het Besluit Brievenbussen heeft TPG betoogd dat brievenbussen zo dicht moge-lijk bij de openbare weg moeten worden aangebracht. De brievenbus van de consument staat op circa 100 meter van [de openbare weg]. De weg, waaraan de brievenbus staat, is niet een openbare weg in de zin van de Wegenwet, maar eigendom van de consument. De weg kan ook niet in het kader van het Besluit Brievenbussen met een openbare weg gelijkgesteld worden, omdat de weg doodloopt. TPG heeft geen handelingen verricht op grond waarvan de consument er op vertrouwen mocht dat hij de brievenbus niet zou hoeven te verplaatsen. TPG heeft een overgangstermijn geboden om de consument in de gelegenheid te stellen zijn bus te verplaatsen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uitgangspunt bij de plaatsing van brievenbussen is het Besluit Brievenbussen van de minister van Verkeer en Waterstaat van 12 december 1988. Ingevolge artikel 1, eerste lid van dat besluit dienen brievenbussen te zijn aangebracht zo dicht mogelijk bij de rijbaan van een voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen berijdbare openbare weg. Ingevolge het tweede lid wordt met een openbare weg als bedoeld in het eerste lid gelijkgesteld een weg die gedurende het hele jaar onbelemmerd kan worden bereden door een motorvoertuig op meer dan twee wielen met een snelheid van ten minste 40 kilometer per uur, geen doodlopende weg is en de gelegenheid biedt de bestelroute zonder omweg te vervolgen. Brievenbussen in of aan woningen voldoen aan de in het eerste lid gestelde eisen, als zij zich niet meer dan 10 meter gaans bevinden van de grens van de weg. Naar het oordeel van de commissie is de weg, waaraan de brievenbus van de consument staat, geen openbare weg in de zin van de Wegenwet. Het is niet gebleken dat de weg na 1902 gedurende dertig achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest en/of dat de weg door het Rijk, de provincie, de gemeente of het waterschap is onderhouden en/of dat de weg de bestemming openbare weg is gegeven (zie artikel 4 van de Wegenwet). De weg is volgens de gemeente niet openbaar en is blijkens het uittreksel uit het kadaster eigendom van de consument. Dat de weg nu ook door anderen dan de consument zelf wordt gebruikt, maakt niet dat de weg openbaar is. Nu duidelijk is dat het een doodlopende weg betreft, kan de weg ook niet in de kader van het Besluit Brievenbussen gelijkgesteld worden met een openbare weg. Mitsdien dient de brievenbus zo dicht mogelijk aan [de weg] geplaatst te worden. Dat TPG de afgelopen 15 jaar kennelijk niet heeft opgetreden tegen de plaatsing van de bus op de plek waar die nu staat, doet er niet aan af dat TPG gehouden is de wettelijke voorschriften na te (laten) leven en thans wel op te treden. Bovendien is gesteld, noch gebleken dat TPG handelingen heeft verricht, op grond waarvan de consument erop mocht vertrouwen dat TPG de brievenbus niet zou laten verplaatsen. Het enkele stilzitten van TPG kan er sowieso niet toe leiden dat zij niet meer kan optreden tegen verkeerd geplaatste brievenbussen, gezien de rechtspraak op dit punt. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dient de klacht ongegrond verklaard te worden en dient het door de consument verlangde te worden afgewezen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Verklaart de klacht ongegrond. Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 26 mei 2004.