Deel depot wordt pas uitbetaald aan de ondernemer als ( in het voorjaar) duidelijk is dat de juiste kleur beuk is geleverd.

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Groen    Categorie: (Ondeugdelijke) uitvoering overeenkomst / ondeugdelijke levering    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 74133

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 28 juni 2011 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het aanleggen van de tuin tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 38.453,40. De materialen zijn geleverd op 1 september 2011 en de oplevering van het werk vond plaats op 1 juni 2012.   De consument heeft een bedrag van € 3.963,10 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft het geschil op 25 januari 2013 aanhangig gemaakt bij de commissie.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument is niet tevreden met de wijze waarop de ondernemer de overeenkomst heeft uitgevoerd en heeft hiertoe het volgende gesteld. De buxusheggen doen het niet goed door de grasmaaier. De buxushaag doet het niet goed ondanks windscherm. Het gras en de heggetjes verzakken bij de bomen. De beukenhaag is niet de juiste. De grond blijkt aangevuld met klei. Sommige planten gaan dood. Ik heb deze klachten op 1 november 2011 schriftelijk aan de ondernemer kenbaar gemaakt.   De consument heeft per brief van 22 maart 2013 het voorstel van de ondernemer voor de oplossing van het geschil afgewezen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ik kan mij vinden in het deskundigenrapport. Dit betreft zowel de geconstateerde gebreken als de geadviseerde herstelwerkzaamheden. Ik heb bezwaren tegen een aantal facturen die de ondernemer mij heeft gestuurd en die ik om die reden ook onbetaald heb gelaten. Ik heb een bedrag van ongeveer € 4.000,– onbetaald gelaten. Uit de e-mails die ik bij het klachtenformulier heb gevoegd, blijkt welke facturen dit betreft. Met betrekking tot de door mij bestreden [factuurnummer] van € 1.931,98 kan ik opmerken dat mijn bezwaren zich richten op het in rekening gebrachte arbeidsloon. Naar mijn idee heeft de ondernemer herstelwerkzaamheden die hij heeft uitgevoerd ten onrechte door middel van deze factuur aan mij in rekening gebracht. Ik schat dat de helft van het in rekening gebrachte arbeidsloon ten onrechte in rekening is gebracht. Ook het windreductiedoek [factuurnummer] is ten onrechte in rekening gebracht. Het ging allemaal veel te lang duren. Daarom zijn de herstelwerkzaamheden voor een groot deel al door een andere hovenier uitgevoerd.   De consument verlangt dat het openstaande bedrag wordt gecrediteerd.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer weerspreekt de klacht van de consument en heeft hiertoe het volgende aangevoerd. In het voorjaar van 2012 heb ik een gesprek gehad met de consument. Hij had wat vragen over snoei en onkruid en hoe dit aan te pakken. Dit is het enige gesprek met de consument geweest. Ik heb nooit een schriftelijke klacht van 1 november 2011 ontvangen.   De ondernemer stelt het volgende voor om tot een oplossing van het geschil te komen. Van het openstaande bedrag van € 3.963,10 kan in totaal een bedrag van € 170,60 gecrediteerd worden. Het dan nog openstaande bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente en de administratieve kosten, dient door de consument voldaan te worden. Tevens is het denkbaar dat de consument in de regionale kranten enkele advertenties laat plaatsen waarin hij ons bedrijf bedankt voor de prettige samenwerking en ons aanbeveelt voor hovenierswerk.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het plaatsen van een windreductiedoek is een nadere opdracht geweest. Dit betreft geen herstelwerkzaamheden, die onder de garantie vallen. De hieraan verbonden kosten moeten dan ook door de consument betaald worden. Ik heb niet gewaarschuwd dat de grasmaaier de buxus omver kan duwen. De klachten met betrekking tot de taxus zijn niet veroorzaakt door de wind, maar door de strenge vorst in het begin van 2012.   [De ondernemer] heeft ter zitting – in hoofdzaak – het volgende verklaard.   Werkzaamheden en gebruikte materialen in geval van inboet of herstelwerkzaamheden worden apart geregistreerd, opdat deze uren en materialen niet aan de klant in rekening worden gebracht.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 3 april 2013, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Buxusstruikjes worden omgeduwd door de robot grasmaaier, contactdraad ligt te kort op de grasrand waardoor de robot tegen de buxusstruiken rijdt. (zie foto 033). Van de aanwezige taxusstruiken vertonen aan de straatzijde (noord -oost kant) afgestorven takken, aan de zuid–westkant zijn deze struiken goed aan de groei. Er zijn 3 taxusstruiken ingeboet in najaar 2012. (zie foto 038, 039). Rondom de 3 bomen is aan de gazon zijde en in het plantvak met buxus, de grond enkele centimeters verzakt. De beukenhaag is op het hout groen en vertoont geen afgestorven takken etc. Niet waarneembaar is of het de groene beuk is volgens de aanbieding, (nog geen blad aanwezig). Er is geen overdreven hoeveelheid klei aanwezig in de bovengrond (5 cm) van het gazon rondom de trampoline. Rondom de trampoline is de grasmat erg kaal, geconstateerd dat het voldoende jong gras aanwezig is. (zie foto 042). In het najaar van 2012 is ingeboet, er zijn geen open plekken in de beplantingsvakken aanwezig die uitval van planten aangeeft. De ingeboete Caryopteris is erg klein.   De omvang van de geconstateerde gebreken is gering. Herstel is technisch mogelijk. Hiertoe dienen de navolgende herstelwerkzaamheden uitgevoerd te worden.   De contactdraad van de robot maaier iets meer van de graskant terug leggen. Tussen buxushaag en graskant een zwarte plantstrook maken 10 -15 cm. (gras inkorten). De dode takken van de 5 taxusstruiken verwijderen. Tijdens het onderhoud voldoende en regelmatig water geven. Ter plaatse van de afgestorven takken zullen op termijn 2 3 jaar voldoende nieuwe takken ontstaan. Rondom de 3 bomen plantvak en grasveld uitvullen met teelaarde. Aanwezige buxus opnemen en herplanten, gras ter plaatse van uitvulling opnieuw aanleggen. In de tweede week van mei 2013 controleren consument / ondernemer of de beukenhaag een groen of rood blad heeft. Indien een rood blad aanwezig is, in najaar 2013 beuken met groen blad herleveren en planten. Gras bemesten met N.P.K. 10 – 12 – 18 om de 6 – 8 weken gedurende het onderhoud van april tot september. Bij ingeboete Caryopteris 70 liter potgrond doormengen, om groei te bevorderen.   De herstelkosten bedragen bij benadering: 10  manuren t.b.v. draad omleggen en plantstrook aanleg à € 42.50: € 425,– 1 manuur snoei taxus à € 42,50 4 manuren uitvullen etc. à € 42.50: € 170,– 1 zak potgrond: € 7,– Totaal: € 644,50   Alternatief: 28 Rode beuk vervangen à € 15,–: € 420,–.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie komt het advies van de door de commissie benoemde deskundige zowel feitelijk als vaktechnisch juist voor. Dit betreft zowel de geconstateerde gebreken als de geadviseerde herstelwerkzaamheden en de begroting van de hieraan verbonden kosten. De commissie neemt het advies van de deskundige dan ook over en legt dit advies ten grondslag aan dit bindend advies.   Nu ter zitting is gebleken dat de noodzakelijke herstelwerkzaamheden al gedeeltelijk door een andere hovenier zijn uitgevoerd en de ondernemer hiertegen ter zitting ook niet expliciet bezwaar heeft gemaakt, zal de commissie de ondernemer – in afwijking van de hoofdregel dat de ondernemer in staat moet worden gesteld de noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren – hiertoe niet in staat stellen, maar verplichten tot het betalen van een vervangende schadevergoeding ter hoogte van de door de deskundige begrote kosten van de in ieder geval noodzakelijke herstelwerkzaamheden, oftewel € 644,50 inclusief BTW.   Zoals ter zitting door beide partijen onderkend, kan op dit moment nog geen definitief oordeel worden geveld ten aanzien van het geschil over de kleur van de bladeren van de beukenhaag. Over enkele weken zal dit wel mogelijk zijn. Aangezien het voor partijen zelf zeer eenvoudig is vast te stellen welke kleur de bladeren van de beukenhaag hebben, zal de commissie de ondernemer alleen voorwaardelijk – voor het geval de bladeren van de beukenhaag rood zijn – verplichten tot het betalen van een vervangende schadevergoeding van € 420,– inclusief BTW. Indien blijkt dat de bladeren van de beukenhaag groen zijn, is de ondernemer deze schadevergoeding vanzelfsprekend niet verschuldigd.   De commissie is van oordeel dat de consument onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de ondernemer hem kosten in rekening heeft gebracht voor werkzaamheden en/of materialen die onder de garantie vielen of die de ondernemer om andere reden zonder bijkomende kosten voor de consument had moeten uitvoeren en/of leveren. De commissie overweegt hiertoe het volgende. Tegenover de in de stukken niet nader onderbouwde stelling van de consument staat de gemotiveerde betwisting hiervan door de ondernemer. In dat geval rust op de consument de bewijslast en daarmee ook het bewijsrisico. Daar komt bij dat [de ondernemer] ter zitting uitleg heeft gegeven over de wijze waarop werkzaamheden en materialen in geval van inboet en/of garantie worden geregistreerd. De commissie heeft geen reden aan de juistheid van deze uitleg te twijfelen en evenmin aanwijzingen gevonden die er op wijzen dat in dit geval anders is gehandeld. Bovendien staat vast dat de consument nadere opdrachten aan de ondernemer heeft verstrekt, onder andere in verband met (reguliere) onderhoudswerkzaamheden en het leggen van een straatje naar de buitenkeuken. Het is de commissie niet gebleken dat de in rekening gebrachte kosten geen betrekking hebben op deze nadere opdrachten. Dit onderdeel van de klacht van de consument is derhalve ongegrond.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De ondernemer dient derhalve het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden. Deze vergoeding van het klachtengeld zal worden verrekend met het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag.   De ondernemer zal de door hem aan de consument in ieder geval verschuldigde schadevergoeding dienen te voldoen door middel van creditering van de nog openstaande facturen van in totaal € 3.963,10 inclusief BTW met een bedrag van € 644,50 inclusief BTW.   In verband met het nog niet besliste geschilpunt met betrekking tot de kleur van de balderen van de beukenhaag zal de commissie een bedrag van € 420,– in depot houden. Partijen dienen de commissie eensluidend te berichten aan welke partij dit restantbedrag dient te worden uitgekeerd.   Het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag zal aldus worden verdeeld dat een bedrag van € 695,34 (€ 644,50 + € 50,84) zal worden terugbetaald aan de consument, een bedrag van € 420,– voorlopig in depot gehouden zal worden in afwachting op de beslechting van het geschil met betrekking tot de kleur van de bladeren van de beukenhaag en het restant van € 2.847,76 zal worden uitbetaald aan de ondernemer.   De commissie neemt de suggestie van de ondernemer om de consument te verplichten enkele advertenties in regionale kranten te plaatsen niet over. Hiervoor bestaat, zoals uit het vorenstaande blijkt, geen aanleiding.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer dient de openstaande facturen in ieder geval met een bedrag van € 644,50 inclusief BTW te crediteren. Indien blijkt dat de bladeren van de beukenhaag rood zijn, dient de ondernemer hiernaast nog een bedrag van € 420,– inclusief BTW te crediteren.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,84 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Dit bedrag zal worden verrekend met het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag.   Na uitvoering van het vorenstaande hebben partijen met betrekking tot dit geschil niets meer van elkaar te vorderen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 115,–.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag van € 3.963,10 dient een bedrag van € 695,34 te worden terugbetaald aan de consument, een bedrag van € 420,– voorlopig in depot gehouden te worden en het restant van € 2.847,76 uitbetaald te worden aan de ondernemer.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen, op 26 april 2013.