
Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
PON09-0010
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een door de consument bij de ondernemer gevolgde cursus binnenhuisarchitectuur (op zaterdag), met als startdatum zaterdag 25 oktober 2008. Het door de consument betaalde bedraagt € 1.195,–, zijnde het cursusgeld ad € 995,– en boeken en schrijfwaren ad € 200,–. De consument heeft begin november 2008 (voor de eerste maal) de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Vrij kort na aanvang van de cursus heb ik mijn beklag gedaan over de in mijn ogen niet bekwame docent. Dat heeft ertoe geleid dat ik de cursus niet heb afgemaakt. De ondernemer heeft mij en ook mijn medecursisten bij aanvang niet serieus genomen ondanks de klachtenregen over de docent. Pas ruim over de helft van de cursus heeft de ondernemer erkend dat hij fout zat en is de ondernemer met een alternatief gekomen. Door omstandigheden kon ik geen gebruik maken van dat alternatief. Een medecursist heeft met behulp van een advocaat wel haar cursusgeld teruggekregen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Doordat de docent van de cursus volstrekt incompetent was heeft die cursus geen enkele waarde voor de consument. De kwaliteit van de docent was ver beneden een acceptabel niveau, hetgeen een wanprestatie oplevert van de ondernemer. De consument heeft eerder ook een cursus gevolgd bij de ondernemer en zou daarom ook net als de andere cursist die wel haar cursusgeld heeft teruggekregen daarvoor ook in aanmerking moeten komen. De consument was niet in de gelegenheid om de cursus af te maken. Zij is haar vertrouwen in de ondernemer volledig verloren. Daarnaast is de consument met een nieuwe baan begonnen waarvoor zij ook een cursus moest volgen, zodat zij niet in staat was om gebruik te maken van het door de ondernemer geboden alternatief. De consument heeft bewust gekozen voor een dagcursus (op een zaterdag) en niet voor een avondcursus. [Het geboden alternatief] was voor de consument niet haalbaar. De consument verlangt terugbetaling van het door haar betaalde cursusgeld (inclusief boeken en schrijfwaren) ten bedrage van € 1.195,–, het klachtengeld ten bedrage van € 75,– en de reiskosten die zij heeft moeten maken ten bedrage van € 110,55. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het probleem tijdens deze cursus was dat de docent niet de beloofde kwaliteit kon bieden. Voorafgaand aan de cursus mocht de ondernemer ervan uitgaan dat de docent voldoende gekwalificeerd zou zijn. Het bleek dat de docent niet in staat was de kwaliteit van lesgeven te waarborgen zodat de ondernemer hem van de groep heeft gehaald. Vervolgens is de cursisten een goed en toereikend alternatief geboden, te weten een overgangsles met een inventarisatie van het niveau en de problematiek van de groep en vervolgens intensieve begeleiding door een zeer ervaren docent voor reguliere lessen en extra lessen tot aan het examen. De manier waarop de cursus is verlopen verdient geen schoonheidsprijs, maar onder de gegeven omstandigheden heeft de ondernemer een effectief alternatief geboden. Omdat de cursist al eerder een cursus bij de ondernemer heeft gevolgd, is de ondernemer bereid 1/3 van het cursusgeld aan de consument te restitueren. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer is het met de consument eens dat de docent van de cursus niet voldeed. Er zijn verschillende alternatieven aangeboden, waaronder het volgen van een cursus bij een andere groep, het aantrekken van een nieuwe docent, dan wel de cursus op een later moment volgen. Alle geboden alternatieven acht de ondernemer redelijke oplossingen. De consument kan geen aanspraak maken op benzinekosten en door haar aangeschaft lesmateriaal, dat is geen schade die kan worden geclaimd. Dat zou alleen het cursusgeld zijn. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vaststaat dat de docent van de door de consument gevolgde cursus niet voldeed. Aldus beantwoordde de educatieve dienst niet aan de overeenkomst, meer in het bijzonder omdat de cursus niet op deskundige wijze is uitgevoerd. Daarmee staat vast dat de ondernemer is tekortgeschoten in de op hem rustende (educatieve) verplichtingen, zoals weergegeven in artikel 9 van de toepasselijke algemene voorwaarden. Dat de consument om haar moverende redenen niet in staat was om gebruik te maken van het door de ondernemer geboden alternatief valt haar niet euvel te duiden en ontslaat de ondernemer niet van zijn verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de door de consument geleden schade (bestaande uit de kosten van de ondeugdelijke cursus). Anders dan de ondernemer stelt kan onder de gegeven omstandigheden niet van de cursist gevergd worden dat zij hoe dan ook maar gebruik dient te maken van het door de ondernemer geboden alternatief, eens temeer nu het niet goed kunnen doorlopen van de cursus waarvoor de consument zich heeft ingeschreven, te wijten is geweest aan de ondernemer (een ondeugdelijke docent). Reeds hierom mocht de consument aanspraak maken op terugbetaling van het door haar betaalde cursusgeld. Overigens wijst de commissie er wel op dat ook het door de consument gedane beroep op het gelijkheidsbeginsel doel treft. Het gaat niet aan dat de ondernemer een medecursist die dezelfde problematiek heeft ondervonden als de consument wel haar cursusgeld terugbetaalt om reden dat die medecursist eerder andere cursussen bij de ondernemer heeft gevolgd. Terecht merkt de consument op dat zulks in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, nu het erom gaat dat alle cursisten die de desbetreffende cursus binnenhuisarchitectuur als in deze zaak hebben gevolgd gelijk dienen te worden behandeld. De consument maakt terecht aanspraak op terugbetaling van het cursusgeld van € 995,–. De commissie ziet geen reden voor terugbetaling aan de consument van het door de consument verkregen lesmateriaal en de verder niet aangetoonde reiskosten. Aldus acht de commissie de klacht van de consument gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt het cursusgeld van € 995,– aan de consument terug. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen op 7 december 2009.