Door de ondernemer aangeboden herstel vindt de commissie onvoldoende

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Klussenbedrijven    Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit) / Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 122631

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft een houten vloer bij de consument gelegd, die gebreken vertoont. Daar zijn partijen het over eens. De consument heeft geen vertrouwen meer in de ondernemer en wil schadevergoeding.
De door de commissie ingeschakelde deskundige vindt dat de gebreken goed hersteld kunnen worden als de vloer helemaal opnieuw wordt geschuurd, gevuld en gelakt. De ondernemer wil de gebreken wel herstellen, maar dan volgens het advies van zijn eigen deskundige, die zegt dat opnieuw schuren niet nodig is. De commissie vindt dat herstel onvoldoende. Daarom krijgt de consument schadevergoeding voor het herstel van de vloer, maar niet voor de aanvullende schade. Die heeft de consument niet genoeg onderbouwd.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 november 2018 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van werkzaamheden onder meer bestaande uit het leggen van een nieuwe vloer alsmede het schuren en aflakken van deze vloer, alsmede diverse andere werkzaamheden voor in totaal € 6.352,–
De consument heeft een bedrag van € 3.325,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
De consument stelt zich op het standpunt dat de ondernemer geen deugdelijk werk heeft afgeleverd. Na het schuren en lakken van de hardhouten vloer zijn meer dan honderd witte plekjes erg zichtbaar. Ze zijn groter dan het spijkergaatje zelf, wit en dieperliggend. Het gebrek aan de houten vloer had voorkomen kunnen worden door de spijkergaatjes voorafgaand aan het lakken vol te stoppen. Op die manier had de wax en olie niet in de gaatjes kunnen vloeien. De ondernemer heeft wellicht te snel klaar willen zijn.
De consument wenst vervangende schadevergoeding voor herstel van de vloer en stelt voorts dat sprake is van gevolgschade. De levensduur van de vloer is verminderd doordat de vloer nu onnodig opnieuw moet worden geschuurd. Tevens moeten daartoe alle meubels worden verplaatst. De consument ondervindt voorts problemen bij de verkoop van haar woning. De woning kan pas worden overgedragen aan de koper nadat dit gebrek is hersteld. De consument vordert dienaangaande gevolgschade van € 1.000,–. De ondernemer is deugdelijk in gebreke gesteld. De consument sluit zich aan bij de bevindingen van de deskundige van de commissie.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer betwist dat hij in verzuim is geraakt. Partijen hebben overleg gehad en zijn overeengekomen om de kwestie aan de commissie voor te leggen. Indien een door de commissie ingeschakelde expert mocht oordelen dat er sprake is van een gebrek, dan zou de ondernemer alsnog in de gelegenheid moeten worden gesteld om de herstelwerkzaamheden uit te voeren.
Er is geen sprake van een geldige omzettingsverklaring. De ondernemer heeft de brief van 28 januari 2019 waarin dit wordt aangegeven niet ontvangen.
De ondernemer betwist de conclusies en begroting van de herstelkosten door de deskundige van de commissie. Deze deskundige is volgens de ondernemer niet deskundig op het gebied van parketvloeren. De door de ondernemer zelf ingeschakelde deskundige begroot de herstelkosten op € 1.050,–. Deze deskundige stelt dat de vloer opnieuw moet worden gedreveld, gestopt, gepolijst en eenmaal gelakt.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

“3. Vaktechnisch oordeel
Bij binnenkomst in de woonkamer waren meteen de lichte plekjes zichtbaar.
De plekken zijn niet goed gevuld en veel te licht van kleur.

4. Omvang van de klacht
Ernstig

5. Herstel
Herstel is technisch mogelijk.
De vloer zal geheel opnieuw moeten worden geschuurd. Daarna zal waar nodig het lichte vulmiddel verwijderd moeten worden. Vervolgens dienen alle oneffenheden in de ondergrond voldoende te worden gevuld met een vulmiddel op kleur, welke de bestaande kleur van de vloer zo dicht mogelijk benadert. Daar waar erg veel lichte plekken zijn zal dit de nodige tijd in beslag nemen. Na droging en vlak schuren kan de vloer worden afgelakt met een daarvoor geschikte water gedragen lak.
(…)
De kosten voor schuren, vullen en daarna aflakken zijn, uitgaande van een uurtarief van € 44.00 excl. btw en een oppervlak van 75 m2: € 3.300.00 excl. btw.
Dit is vermeerderd met 21% btw € 3.993.00 incl. btw.
Welke (visuele) consequenties heeft het door u aanbevolen herstel:
Dat mevrouw van Oeffelen een vloer heeft die ze redelijkerwijs mocht verwachten.”

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen is – zo begrijpt de commissie – feitelijk niet langer in geschil dat de ondernemer het werk niet goed heeft uitgevoerd. Zowel de deskundige van de commissie als de eigen deskundige van de ondernemer stellen dit ook vast. De ondernemer wenst in de gelegenheid te worden gesteld om herstelwerkzaamheden uit te voeren, terwijl de consument schadevergoeding vraagt.

Het betoog van de ondernemer dat hij niet in verzuim verkeert acht de commissie niet steekhoudend. Uit de overgelegde bescheiden maakt de commissie op dat de consument reeds bij schrijven van 15 december 2018 de ondernemer sommeert om tot herstel over te gaan binnen een termijn van 14 dagen. Vast staat dat de ondernemer de geconstateerde gebreken niet binnen die termijn heeft hersteld. De vervolgens door partijen over en weer verzonden brieven brengen niet mee dat de ondernemer niet langer in verzuim zou verkeren.

Partijen twisten vervolgens over de vraag op welke wijze de geconstateerde gebreken dienen te worden hersteld. De commissie sluit zich aan bij de bevindingen van de deskundige van de commissie. De geconstateerde gebreken kunnen slechts goed worden hersteld als de gehele vloer opnieuw wordt geschuurd, gevuld en gelakt. De kosten daarvan begroot de commissie met de deskundige op een bedrag van € 3.993,– inclusief BTW. De deskundige van de ondernemer gaat er naar het oordeel van de commissie ten onrechte vanuit dat het opnieuw schuren niet noodzakelijk zou zijn.

De commissie zal de ondernemer veroordelen tot betaling van dit bedrag als schadevergoeding. De ondernemer wenst weliswaar in de gelegenheid te worden gesteld om de herstelwerkzaamheden zelf uit te voeren, maar maakt daarbij ook ter zitting het voorbehoud dat dit herstel dient te geschieden overeenkomstig het voorstel van zijn eigen deskundige. Nu de commissie tot de slotsom komt dat die wijze van herstel onvoldoende is, zal de commissie de ondernemer niet toelaten tot dat herstel.

De commissie is van oordeel dat de door de consument verzochte aanvullende schadevergoeding niet voor vergoeding in aanmerking komt. Die schade is door de ondernemer betwist, waarna het op de weg van de consument zou hebben gelegen om deze schade nader cijfermatig te onderbouwen. De consument heeft dit echter nagelaten.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Het bedrag dat zich in depot bevindt zal aan de consument worden terugbetaald. Daarnaast zal de ondernemer een bedrag van € 3.933,– -/- 3.325,– = 608,– aan de consument moeten vergoeden als schadevergoeding.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer dient aan de consument een vergoeding van € 608,– te betalen;

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 250,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld;

Het depotbedrag van € 3.325,– zal door de commissie aan de consument worden uitbetaald;

De commissie wijst het meer of anders verlangde af;

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussenbedrijven, bestaande uit mr. T.J. van Gessel, voorzitter, mr. B.W. Weilers, en R.C. Schenk, leden, op 12 juli 2019.