Door hoge waterstand na heftig regenval moest cruise voortijdig worden afgebroken. Overmacht

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Aansprakelijkheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI09-0755

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 24 mei 2009 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een bootreis voor twee personen op de Donau met verblijf aan boord op basis van volpension, voor de periode van 21 juni 2009 tot en met 30 juni 2009 voor de som van € 1.719,60.   Klager heeft op 30 juni 2009 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven aan de reisorganisator.   Al op de tweede dag van deze Donau-cruise moest die worden afgebroken vanwege de hoge waterstand: de boot kon niet meer onder de bruggen door varen. Daarom waren we genoodzaakt met de bus (met overnachtingen onderweg) naar huis terug te keren. Hierdoor hebben we niet de volledige reis kunnen maken, maar ook de door ons vooruitbetaalde excursies niet kunnen maken. Anders dan de reisorganisator betoogt is er geen sprake van overmacht: uit de door ons overgelegde gegevens blijkt dat de waterstand in de Donau in de betreffende periode met een zekere regelmaat zo hoog is.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven aan klager.   Het is bijzonder spijtig dat de cruise moest worden afgebroken, maar er was sprake van overmacht. De laatste maal dat we een Donau-cruise hebben moeten afbreken vanwege de te hoge waterstand was in december 2005. Zou er rekening moeten worden gehouden met het feit dat de waterstand kan stijgen, dan kan in alle redelijkheid in het geheel geen reis meer worden geboekt. Omdat in geval van overmacht volgens de ANVR-reisvoorwaarden iedere partij de eigen kosten c.q. schade draagt hebben we geprobeerd een uitkering uit het Calamiteitenfonds te verkrijgen, maar die aanvraag is afgewezen. Overigens spreekt het voor zich dat klager de vooruitbetaalde excursies gerestitueerd moet krijgen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat in juni 2009 zich in Oostenrijk overstromingen hebben voorgedaan ten gevolge van een hoge waterstand van de Donau. Deze hoge waterstand heeft ook tot gevolg gehad dat de boot waarop de cruise plaatsvond niet meer onder de bruggen door kon varen en dat de cruise voortijdig moest worden afgebroken. De bewuste hoge waterstand was het gevolg van meer dan 48 uur achtereen regen. Uit persberichten uit die periode blijkt dat het om uitzonderlijke hoeveelheden regenwater ging. Zo viel in Lunz am See -50 kilometer ten westen van Wenen – 207 liter per vierkante meter. Nu het ging om overvloedig regenwater en niet om smeltwater dat in de lente voor overlast kan zorgen, meent de commissie dat dit in redelijkheid niet te voorzien was voor de reisorganisator. De commissie acht het waarschijnlijk dat dergelijke overstromingen zich vaker voordoen, maar ook dat deze overlast ten gevolge van langdurige regenbuien niet seizoensgebonden is. Daarbij valt er ook op te wijzen dat de reisorganisator in december 2005 – derhalve een geheel andere maand – een cruise moest afbreken. Aldus komt de commissie tot de conclusie dat in casu sprake is van overmacht in de zin van artikel 12 lid 4 van de ANVR-reisvoorwaarden. Het gaat om abnormale omstandigheden, die niet in deze mate voorzienbaar waren ten tijde van het boeken van de reis en welke omstandigheden onafhankelijk zijn van de wil van de reisorganisator en waarvan de gevolgen ondanks alle in redelijkheid te nemen voorzorgmaatregelen niet konden worden vermeden. Wellicht ten overvloede merkt de commissie nog op dat een en ander onverlet laat dat klager restitutie dient te ontvangen ter zake van de vooruitbetaalde excursies, maar dat is naar het oordeel van de commissie niet in geschil tussen partijen.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door klager verlangde wordt afgewezen.   De reisorganisator is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod tot restitutie van de vooruitbetaalde excursies, indien en voor zover daaraan nog niet is voldaan.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 februari 2010.