Door ondernemer geclaimde extra werkzaamheden waren inbegrepen in verhuisovereenkomst.

  • Home >>
  • Verhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verhuizen    Categorie: Prijs    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VER01-0003

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 7 juli 2000 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot de verhuizing van inboedel tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 1.890,–. Deze overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 12 oktober 2000.
 
De consument heeft een bedrag van ƒ 700,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.

De consument meent dat hij met betaling van de factuur van 11 oktober 2000 ten bedrage van ƒ 1890,- volledig uitvoering heeft gegeven aan de tussen partijen tot stand gekomen verhuisovereenkomst. De consument meent dan ook dat hij geen betaling is verschuldigd voor de bij factuur van 17 oktober 2000 extra in rekening gebrachte werkzaamheden. Deze werkzaamheden waren immers al inbegrepen in de verhuisovereenkomst.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.
 
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat de verhuisovereenkomst slechts betrekking heeft op de verhuizing van de grote stukken en niet op de werkzaamheden die als extra werkzaamheden staan vermeld op de werkopdrachtbon. Deze werkzaamheden heeft de ondernemer terecht extra bij de consument in rekening gebracht. Het met deze werkzaamheden corresponderende bedrag van f 700,- is niet onredelijk.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting overweegt de commissie het volgende.
 
Tussen partijen staat vast dat zij op 7 juli 2000 een verhuisovereenkomst hebben gesloten met betrekking tot de inboedel van de consument. Deze inboedel is op 12 oktober 2000 verhuisd. De ondernemer heeft aangevoerd dat daarnaast extra werkzaamheden zijn verricht zoals die op de werkopdrachtbon, die door de consument is getekend, zijn vermeld. De consument heeft gemotiveerd betwist dat deze werkzaamheden als extra werkzaamheden moeten worden beschouwd en dus ook dat deze werkzaamheden extra bij de consument in rekening gebracht kunnen worden.
 
In de schriftelijk vastgelegde verhuisovereenkomst staat vermeld dat bij de verhuizing is inbegrepen het monteren en demonteren van het meubilair. Daarvoor is een bedrag van f 260,- in de verhuisprijs opgenomen. De door de ondernemer extra geclaimde werkzaamheden, zoals die staan vermeld op de werkopdrachtbon, waaronder het monteren en demonteren van meubilair, zijn naar het oordeel van de commissie begrepen in de verhuisovereenkomst. In de verhuisovereenkomst is immers niet vermeld dat het monteren en demonteren van het meubilair geen betrekking heeft op de werkzaamheden, zoals de ondernemer die thans extra in rekening heeft gebracht.
 
De ondernemer heeft voorts verwezen naar een mededeling op de werkopdrachtbon, inhoudende dat de verhuizing alleen de grote stukken betrof. Wat hiervan zij, deze opmerking is niet in de schriftelijk vastgelegde verhuisovereenkomst opgenomen, zodat de ondernemer aan deze mededeling geen rechten kan ontlenen.
 
Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer derhalve niet aannemelijk gemaakt dat er extra werkzaamheden zijn verricht die niet reeds bij de verhuisovereenkomst waren inbegrepen.
 
De commissie voegt hieraan toe dat zij ernstige twijfels heeft over de juistheid van de stellingname van de ondernemer dat de op de werkopdrachtbon met de hand geschreven extra werkzaamheden ook op deze bon waren vermeld, toen de (echtgenote van de) consument de bon tekende. De commissie acht het zeker niet uitgesloten dat deze met de pen vermelde werkzaamheden achteraf, dat wil zeggen na ondertekening van de consument, op de betreffende werkopdrachtbon zijn geplaatst. Nu de ondernemer daarmee vermoedelijk heeft beoogd te stellen dat de consument voor deze extra werkzaamheden heeft getekend, ten bewijze van een daartoe strekkende opdracht, komt het de commissie voor dat de ondernemer hiermee niet heeft gehandeld, zoals van een redelijk bekwaam en handelend verhuizer mag worden verwacht.
 
Gelet op het bovenstaande is de commissie dan ook van oordeel dat de consument heeft kunnen volstaan met betaling van de factuur van 11 oktober 2000 en derhalve niets meer aan de ondernemer verschuldigd is.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
 
Beslissing
 
De commissie verklaart de klacht gegrond. De consument is de ondernemer niets meer verschuldigd.
  
Met inachtname van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend:
Aan de consument wordt het door hem gedeponeerde bedrag overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen op 21 maart 2001.