Doordat overschrijding levertijd aan ondernemer is toe te rekenen, kan consument kosten van huurauto claimen

  • Home >>
  • Voertuigen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Voertuigen    Categorie: Annulering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE 09-0361-1

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 15 april 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [merk en type] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 8.416,–.   De consument heeft in mei 2009 zijn klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 15 april 2009 heb ik een [merk en type auto] gekocht bij de ondernemer. Overeengekomen is dat als de auto op voorraad zou zijn de levertijd 2-4 weken zou bedragen. Indien dat niet het geval was zou de levertijd maximaal 4-6 weken bedragen. De auto zou dus uiterlijk 27 mei 2009 geleverd moeten worden. Dit is echter niet gebeurd. Na zelf telefonisch contact te hebben gezocht gaf de ondernemer aan dat er vijf weken vertraging zouden zijn en de auto uiterlijk 1 juli 2009 geleverd zou worden. Ook deze termijn werd zonder kennisgeving overschreden. Op 6 juli 2009 werd mij medegedeeld dat de auto ergens in september geleverd zou worden. Hiermee ben ik niet akkoord gegaan aangezien ik in de tussentijd een auto moest huren en dit te veel kosten voor mij met zich mee zou brengen. Na veel aandringen kon de auto toch in de week van 3 augustus 2009 geleverd worden. Ik heb toen aangegeven dat ik door overschrijding van de leveringstermijn reeds de nodige kosten op mij had genomen en heb daarom gevraagd of de ondernemer mij tot het moment dat de auto geleverd zou worden kosteloos een auto ter beschikking kon stellen. Er werd aangegeven dat dit niet mogelijk was. Ten eerste zou ik al te veel korting hebben gehad en ten tweede had ik dan een duurdere auto moeten kopen, zo werd mij medegedeeld. Door de ondernemer is mij wel mondeling de toezegging gedaan dat ik een kosteloze leenauto zou krijgen als de levering niet in de week van 3 augustus 2009 plaats zou vinden. Ik heb toen zelf nog een maand een auto gehuurd. In de week van 3 augustus werd er echter geen auto geleverd, de verkoper was ziek, de directeur op vakantie en er was geen leenauto. Op 10 augustus 2009 heb ik een brief geschreven aan de ondernemer waarin ik had aangegeven hem aansprakelijk te stellen voor de geleden schade vanaf 3 augustus 2009. Op dat moment had ik al bijna € 2.000,– uitgegeven aan een huurauto in verband met de vertraagde levering. Op 12 augustus 2009 heb ik telefonisch contact gehad met de directeur van de ondernemer, die aangaf dat de auto in de week van 17 augustus 2009 geleverd zou gaan worden en dat er geen kosteloze leenauto verstrekt werd en dat ik de koopovereenkomst maar moest annuleren. Tevens zou hij geen cent aan onkosten betalen. Ik had weinig hoop dat de auto in de week van 17 augustus 2009 geleverd zou worden. Dat was helaas ook het geval. Dinsdag 18 augustus 2009 ben ik bij de ondernemer langsgereden en daar werd mij medegedeeld dat er veel leveringsproblemen waren met betrekking tot [de auto] en dat de voorziene leveringsdatum nu 8 september 2009 was. Vrijdag 21 augustus 2009 werd ik gebeld door de importeur dat de auto uiterlijk maandag 23 augustus 2009 geleverd zou worden. Vervolgens ben ik naar de ondernemer gereden om te vragen op welke datum de auto afgeleverd zou worden. [De directeur van het bedrijf] verzekerde mij ervan dat ik op maandag 23 augustus 2009 de benodigde papieren op kon halen om de verzekering en de kentekenplaten alvast in orde te maken. Hij zou meteen bellen als de auto binnen was, zo beloofde hij. Op maandag 23 augustus 2009 ben ik echter niet gebeld. Dinsdag 24 augustus 2009 heb ikzelf contact opgenomen met de ondernemer. De auto bleek op maandag afgeleverd te zijn, maar de papieren waren klaarblijkelijk niet meegeleverd. Op mijn vraag wanneer de papieren dan wel binnen zouden zijn, moest ik het doen met het antwoord: “Geen idee, maar we bellen als ze binnen zijn”. Uiteindelijk zijn de papieren op 3 september 2009 binnengekomen en is de auto netjes aan mij afgeleverd. Vanaf 3 augustus 2009 tot het moment van levering heb ik nog € 823,48 aan kosten moeten maken in verband met de huur van een auto. Ik verlang dat de ondernemer dit bedrag aan mij vergoedt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   In de Bovag-voorwaarden wordt op geen enkele wijze gesproken over het kosteloos inzetten van een huurauto bij vertraging van de levering van een nieuwe auto. Wij zijn dan ook niet verantwoordelijk voor de wijze waarop de koper zich tussen het moment van verkoop en levering moet verplaatsen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Krachtens artikel 6 van de tussen partijen geldende algemene Bovag-voorwaarden, kan de consument als koper van een auto van de ondernemer vergoeding verlangen van de door hem geleden schade tengevolge van de overschreden leveringstermijn, indien de ondernemer als verkoper van de auto toerekenbaar tekortschiet ten aanzien van de overschrijding van deze leveringstermijn.   Als enerzijds gesteld en anderzijds niet gesproken, staat tussen partijen vast dat zij zijn overeengekomen dat de door de consument bij de ondernemer gekochte auto uiterlijk 27 mei 2009 aan de consument geleverd zou worden. Voorts staat vast dat de auto pas op 3 september 2009 aan de consument is geleverd. De overeengekomen leveringstermijnen is derhalve met meer dan drie maanden overschreden. Niet gesteld of gebleken is dat deze overschrijding van de leveringstermijn niet valt toe te rekenen aan de ondernemer. De ondernemer is derhalve gehouden de schade te vergoeden die de consument ten gevolge van de overschrijding van de leveringstermijn heeft geleden. De commissie acht het door de consument gevorderde bedrag van € 823,48 dan ook toewijsbaar.   Beslissing   De ondernemer is aan de consument een vergoeding van € 823,48 verschuldigd.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–.   Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Aldus vastgesteld door de Geschillencommissie Voertuigen op 5 maart 2010.