Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-2634
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 juli 2004 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor drie personen naar Porlamar op Isla Margarita in Venezuela met verblijf in een hotel op basis van halfpension, voor de periode van 21 juli tot en met 5 augustus 2004 voor de som van € 5.079,55 in totaal.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij aankomst op de vakantiebestemming konden wij in verband met de onverwachte komst van de president niet in het geboekte hotel terecht. Wij hebben twee nachten plus nog een halve dag moeten vertoeven in een ander hotel zonder dat wij de koffers konden uitpakken. Uiteindelijk werden wij naar het geboekte hotel gebracht, dat nog zwaar werd bewaakt. Na lang wachten kregen wij een kamer. Dit was een tweepersoonskamer met een bijgeplaatste kleine stretcher. Wij hadden bij boeking om een driepersoonskamer met drie normale bedden gevraagd. Wij gingen dan ook niet akkoord met de toegewezen kamer. De dag daarop konden wij verhuizen naar een kamer, waar twee tweepersoonsbedden stonden. Wij moesten daarvoor een bedrag van € 300,– extra betalen. Tegen onze zin zijn wij hiermee akkoord gegaan. Volgens het hotel hadden wij geen halfpension geboekt. Wij hebben hierover contact opgenomen met het boekingskantoor, waarna deze kwestie is rechtgezet.
Wij hebben schade ondervonden door diefstal: € 67,–, een paar Nike gympen, een Omega horloge.
Er werd geen animatie geboden in het hotel, zoals was toegezegd. Voor vertier in de avond moesten wij naar een ander hotel gaan. Dit was bij boeking niet doorgegeven.
Klager verlangt een vergoeding van € 1.000,– in totaal.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Het hotel had ons niet (tijdig) op de hoogte gebracht van het verblijf van de president. Klager werd ondergebracht in een ander vijfsterren hotel op basis van “all inclusive”. Na twee nachten kreeg klager een standaard twee/driepersoonskamer in het geboekte hotel. De door klager beschreven beddenlogistiek is gangbaar voor deze kamers. Klager heeft uiteindelijk bijbetaald voor een kamer in het suitegedeelte. Omdat dat klager geen suite had geboekt en deze niet door ons was ingekocht, diende hiervoor extra te worden betaald. Wij informeren via diverse kanalen over veiligheid c.q. criminaliteit. Onze organisatie is echter niet verantwoordelijk voor schade voortkomende uit diefstal. Conform artikel 14, lid 1 van de ANVR reisvoorwaarden aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor schade waarvoor aanspraak bestaat op vergoeding uit hoofde van een reis- en/of annuleringsverzekering.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Klager mocht een niet door een tussentijdse verhuizing gestoord hotelverblijf verwachten. Dat dit althans voor de eerste twee overnachtingen niet in het geboekte hotel kon worden gerealiseerd, komt onder de gegeven omstandigheden voor verantwoordelijkheid van de reisorganisator. Of de reisorganisator nu al dan niet vóór aanvang van klagers reis daadwerkelijk bekend is geweest met het voorgenomen verblijf van de president aldaar, is niet relevant. Een dergelijke gebeurtenis met de daarbij nodige ontruiming en te treffen extra voorzieningen verlangt onvermijdelijk voorbereidingstijd. Het hotel zal zelf tijdig vóór de aankomst van de president op de hoogte zijn geweest, maar heeft kennelijk nagelaten de lokale agent van de reisorganisator tijdig te informeren.
In de boekingsbevestiging ligt de reservering van een driepersoonskamer vast en niet van een twee/driepersoonskamer. De reisorganisator heeft geen informatie of waarschuwing uit zijn brochure overgelegd waaruit klager had kunnen of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat er kans was op toewijzing van een tweepersoonskamer met bijgeplaatste stretcher voor de meereizende zestienjarige zoon. Verder wordt er gezien de overgelegde correspondentie van de kant van het betrokken boekingskantoor en rekening houdende met de geboekte categorie van vijf sterren, niet aan getwijfeld dat tevoren desgevraagd door klager drie normale bedden zijn toegezegd. Binnen het kader van de reisvoorwaarden en de boekingvoorwaarden van de ANVR, heeft de reisorganisator een toezegging van het boekingskantoor bij een pakketreis voor zijn rekening te nemen.
Uit de overgelegde reactie van de plaatselijke vertegenwoordiging van de reisorganisator op de klachtmelding volgt dat het hotel eerst vanaf 15 augustus 2004 de door de reisorganisator in het vooruitzicht gestelde animatie bood, derhalve toen klagers vakantie reeds was beëindigd.
De hierin het voorgaande vermelde omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van de commissie zonder meer een financiële genoegdoening. De schade die klager heeft ondervonden als gevolg van diefstal wordt echter buiten beschouwing gelaten, daar de reisorganisator niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor crimineel gedrag van derden. De afwikkeling van die schade door de verzekeringsmaatschappij betreft verder de verhouding klager/verzekeringsmaatschappij en niet de verhouding klager/reisorganisator.
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billikheid vast op het hierna te noemen bedrag.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 750,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 2 maart 2005.