Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
85153
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de verzending van een poststuk naar het buitenland.
De consument heeft op 19 september 2013 de klacht voorgelegd aan PostNL.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft begin september 2013 een poststuk met daarin verpakt een “hearing aid” via PostNL naar het buitenland gezonden. Het poststuk is met de service “Aangetekend” verzonden en met een beschadigde inhoud door de geadresseerde in ontvangst genomen. De consument stelt dat de beschadiging dusdanig ernstig was dat zij een nieuw “hearing aid” heeft moeten kopen.
De consument had haar twijfels geuit of zij het poststuk per normale post zou versturen of dat er nog een andere mogelijkheid bestond. De consument werd door de loketmedewerker van PostNL geadviseerd om het aangetekend te versturen omdat de geadresseerde hiervoor moest tekenen en als bijkomstigheid zou de inhoud zijn verzekerd tegen schade tot een maximum bedrag van € 500,–.
Nadat de consument PostNL van de schade, die meer dan € 500,– bedraagt, op de hoogte had gebracht, bleek dat zij geen recht had op vergoeding van de schade tot het maximale bedrag van € 500,–. De consument stelt dat de loketmedewerker van PostNL haar onjuist heeft voorgelicht.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De gemachtigde van de consument verklaart dat de “hearing aid” was verpakt in de originele doos met vulling. Vervolgens is het één en ander in een enveloppe met bescherming aan de binnenzijde via PostNL naar de moeder van de consument in het buitenland verzonden. De moeder heeft het poststuk opengemaakt en constateerde dat de inhoud ernstig was beschadigd. Zij is met de inhoud van het poststuk naar de audicien gegaan.
De consument verlangt de € 500,– die haar is voorgespiegeld als schadevergoeding te ontvangen
Standpunt van PostNL
Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt.
Het poststuk is met de service “Aangetekend” als brief naar de geadresseerde in het buitenland gezonden. PostNL aanvaard bij een Aangetekende Brief aansprakelijkheid tot maximaal € 50,–.
Aan het door de consument geschetste gespreksverloop met de loketmedewerker kan PostNL niet de conclusie verbinden die de consument eraan verbindt. De verstrekte informatie is namelijk niet onjuist, zoals de consument meent. Indien zij het gehoorapparaat als Aangetekend Pakket zou hebben verzonden, had de schadedekking inderdaad € 500,– bedragen. De consument heeft echter zelf ervoor gekozen om het gehoorapparaat als Aangetekende Brief te versturen.
Met betrekking tot haar aansprakelijkheid wijst PostNL, kort gezegd, naar het bepaalde in artikel 29 van de Postwet 2009 en artikel 9 van de Algemene Voorwaarden voor de universele Postdienst 2012.
PostNL aanvaardt in dit geval aansprakelijkheid voor schade tot een bedrag van € 50,–. Dit bedrag is de consument aangeboden.
Ter zitting heeft PostNL in hoofdzaak haar stellingen herhaald.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vaststaat dat de consument een gehoorapparaat per brief met de service “Aangetekend” naar een geadresseerde in het buitenland heeft gezonden. Het gehoorapparaat is ernstig beschadigd door de geadresseerde ontvangen.
Waar het in deze procedure om gaat is de stelling van de consument dat de loketmedewerker heeft gezegd dat het aangetekend versturen als bijkomstigheid heeft dat de inhoud zou zijn verzekerd tegen schade tot een maximum bedrag van € 500,–.
Echter, nu de schade zich heeft gemanifesteerd blijkt volgens de consument dat zij door de loketmedewerker van PostNL onjuist is voorgelicht, hetgeen voor rekening van PostNL dient te komen.
De commissie begrijpt de stelling van de consument aldus dat de loketmedewerker haar heeft geadviseerd om het poststuk met de service “Aangetekend” te versturen omdat dan bij eventuele schade van de inhoud, PostNL die schade tot een maximum van € 500,– zou vergoeden.
Met PostNL is de commissie van oordeel dat de stelling van de consument alleen valide is ingeval het poststuk een Pakket betreft.
Echter, in het onderhavige geval staat vast dat de consument het gehoorapparaat per brief heeft verzonden. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument geen begin van bewijs geleverd van haar stelling dat de loketmedewerker haar heeft geadviseerd dat ook een Brief met de service “Aangetekend” de bijkomstigheid heeft dat de inhoud zou zijn verzekerd tegen schade tot een maximum bedrag van € 500,–. De commissie zal de vordering van de consument tot betaling van het bedrag van € 500,– op die grond afwijzen.
Aangezien PostNL aansprakelijkheid heeft aanvaard tot een bedrag van € 50,– (eerste alinea onder het hoofdstuk “Visie PostNL”, bladzijde 2 van haar verweerschrift), zal de commissie beslissen dat PostNL dit bedrag aan de consument betaalt.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Nu PostNL het aanbod om een bedrag van € 50,– te vergoeden heeft gedaan voordat de consument het geschil bij de commissie aanhangig maakte, maar de consument dat aanbod heeft afgewezen, beslist de commissie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 lid 1b van het reglement van de commissie, dat PostNL het klachtengeld niet aan de consument vergoedt.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
PostNL betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt PostNL bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 23 mei 2014.