Eén maand opzegtermijn, ook als de opvangovereenkomst wordt beëindigd voordat opvang is aangevangen

  • Home >>
  • Kinderopvang >>
De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzeggen overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 133635/160452

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft het beëindigen van de opvangovereenkomst door de consument, nog voordat de opvang was aangevangen. De consument is van mening dat zij hiervoor geen andere kosten dan een geringe annuleringsvergoeding verschuldigd is. De consument heeft haar zoon ingeschreven bij de ondernemer ten behoeve van kinderopvang. Diezelfde dag heeft zij een contract ontvangen en die heeft zij  ondertekend. Zij had echter niet door dat dit een contract was omdat zij in de veronderstelling was dat dit bij de inschrijfprocedure hoorde. Volgens de ondernemer had de consument het contract niet hoeven ondertekenen, nog voordat zij een intakegesprek en rondleiding had gehad. Daar heeft de consument zelf voor gekozen. Op basis van het contract en de algemene voorwaarden heeft de ondernemer één maand opzegtermijn gehanteerd. De commissie is van mening dat de stelling van de consument dat zij niet in de gaten had dat zij een overeenkomst tekende, geen doel treft, nu de overeenkomst en de incassomachtiging aan duidelijkheid niets te wensen over laten. De commissie merkt nog op dat het de consument vrij stond om te wachten met het ondertekenen van de overeenkomst totdat zij een intakegesprek en rondleiding had gehad. Derhalve beslist de commissie de klacht van de consument ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het beëindigen van de opvangovereenkomst door de consument, nog voordat de opvang was aangevangen. De consument is van mening dat zij hiervoor geen andere kosten dan een geringe annuleringsvergoeding verschuldigd is.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft haar zoon op 3 september 2021 ingeschreven bij de ondernemer ten behoeve van kinderopvang. Diezelfde dag heeft zij een contract ontvangen en die heeft zij op 6 september 2021 ondertekend. Zij had echter niet door dat dit een contract was omdat zij in de veronderstelling was dat dit bij de inschrijfprocedure hoorde. Op 8 september 2021 heeft de ondernemer geld van haar rekening afgeschreven. Diezelfde dag heeft de consument de overeenkomst per e-mail geannuleerd. Omdat zij vervolgens toch wel gebruik wilde maken van de opvang heeft zij de eerdere annulering in een e-mail van 9 september 2021 ongedaan gemaakt. Op 9 september 2021 heeft er een intakegesprek en rondleiding plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan heeft de consument besloten om toch geen gebruik te maken van de opvang. Op 10 september 2021 heeft de consument de ondernemer opgebeld om de opvang wederom te annuleren. Dit heeft zij diezelfde dag ook per e-mail gedaan.

De ondernemer heeft vervolgens een opzegtermijn van één maand gehanteerd en daar is de consument het niet mee eens. Volgens de consument is er sprake van annuleren en niet van opzeggen. Voor het annuleren van het contract zou er alleen een bedrag van € 23,– bij haar in rekening mogen worden gebracht. De ondernemer heeft daarentegen één maand kinderopvang bij haar in rekening gebracht, voor een bedrag van € 836,62. Deze kosten vindt zij onterecht en wil zij niet voldoen.

Volgens de consument is het bovendien niet juist dat de ondernemer haar al een contract heeft laten ondertekenen, nog voordat er een intakegesprek heeft plaatsgevonden.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer verwijst allereerst naar een uitspraak van het klachtenloket kinderopvang waarin een kinderopvangorganisatie in een soortgelijke situatie gelijk heeft gekregen.

Volgens de ondernemer had de consument het contract niet hoeven ondertekenen, nog voordat zij een intakegesprek en rondleiding had gehad. Daar heeft de consument zelf voor gekozen. Op basis van het contract en de algemene voorwaarden heeft de ondernemer terecht één maand opzegtermijn gehanteerd. De ondernemer verwijst hiervoor naar artikel 10, lid 4, sub a van de algemene voorwaarden. Hierin staat dat opzegging plaatsvindt met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Er is op 10 september 2021 opgezegd en daarom is de einddatum van het contract volgens de ondernemer 15 oktober 2021.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft op 6 september 2021 een opvangovereenkomst gesloten met de ondernemer, ingaande op 13 september 2021 als eerste opvangdag. Daarnaast heeft zij op 6 september een incassomachtiging aan de ondernemer verleend. De stelling van de consument dat zij niet in de gaten had dat zij een overeenkomst tekende, treft geen doel, nu de overeenkomst en de incassomachtiging aan duidelijkheid niets te wensen over laten.

In de overeenkomst is verwezen naar de algemene voorwaarden. De ondernemer hanteert de algemene voorwaarden, zoals deze (voor leden) zijn voorgeschreven door de branche kinderopvang. Over het annuleren van een overeenkomst staat hierin het volgende vermeld:

“ARTIKEL 7 – Annulering
1. De Ouder heeft het recht de Overeenkomst te annuleren vanaf de Ingangsdatum tot de Aanvangsdatum.
2. De Ouder is voor annulering kosten verschuldigd.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling over de voor de Ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in artikel 10 lid 4 sub a.”

Blijkens de definities in de algemene voorwaarden betreft de ingangsdatum de datum waarop de overeenkomst is ingegaan en betreft de aanvangsdatum de overeengekomen datum waarop de kinderopvang aanvangt. Het is mogelijk om de overeenkomst te annuleren, tussen die twee data in.

Daarnaast hanteert de ondernemer aanvullende algemene voorwaarden. Over het annuleren van een overeenkomst staat in de aanvullende voorwaarden het volgende vermeld:

“AD. ARTIKEL 7
Indien de particulier het contract wil annuleren voor de ingangsdatum van het contract wegens het overlijden van het kind, dan geldt geen opzegtermijn. In alle andere gevallen geldt dat het contract tot twee maanden voor de ingangsdatum van het contract kan worden geannuleerd. Hieraan zijn administratiekosten verbonden, te weten € 23,00. Annulering binnen 2 maanden wordt gezien als een opzegging waarvoor een opzegtermijn geldt van 1 maand vanaf de ingangsdatum van het contract.”

Zowel in de algemene voorwaarden als in de aanvullende voorwaarden zijn bij het annuleren van een contract dus kosten verschuldigd. Uit de branche algemene voorwaarden volgt dat die annuleringskosten niet meer mogen zijn dan de geldende opzegtermijn, in onderhavig geval één maand. Uit de aanvullende voorwaarden blijkt dat er voor de kosten onderscheid wordt gemaakt in twee periodes, de periode tot twee maanden vóór de ingangsdatum van het contract en de periode daarna, binnen die twee maanden. In het eerste geval zijn slechts annuleringskosten van € 23,– verschuldigd en in het tweede geval wordt wederom, net als in de algemene voorwaarden, verwezen naar de opzegtermijn van één maand.

Niet in geschil is dat de consument de opvang heeft geannuleerd binnen twee maanden vóórdat de opvang zou aanvangen, namelijk drie dagen voor aanvang van de opvang. Het bedrag van € 23,–, waar de consument naar heeft verwezen, is dus in ieder geval niet van toepassing op haar situatie. Het is de ondernemer toegestaan om maximaal de kosten ter hoogte van één maand opzegtermijn in rekening te brengen. Dat de consument die kosten niet redelijk vindt, omdat er maar een korte periode zat tussen het sluiten van de overeenkomst en de annuleringsdatum, doet hier niets aan af. De algemene voorwaarden maken daarin immers geen verder onderscheid en de consument is met de algemene voorwaarden akkoord gegaan bij het sluiten van de overeenkomst. De ondernemer was gerechtigd om kosten, ter hoogte van één maand opzegtermijn, bij de consument in rekening te brengen. De consument is op basis van de overeenkomst verplicht om deze te voldoen.

De commissie merkt nog op dat het de consument vrij stond om te wachten met het ondertekenen van de overeenkomst totdat zij een intakegesprek en rondleiding had gehad. Uit de in het dossier toegevoegde e-mail blijkt immers dat de link om het contract te ondertekenen tot 10 september 2021 geldig was.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw A.J.M. van Hoesel – de Haas, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Sewradj, secretaris, op 18 juli 2022.