Eenzijdige beëindiging opvangovereenkomsten wegens vermeend grensoverschrijdend gedrag van ouder

  • Home >>
  • Kinderopvang >>
De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 1309906/1311128

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil gaat over de directe beëindiging van twee opvangovereenkomsten door een kinderopvangondernemer. De consument stelt dat dit gebeurde vanwege een miscommunicatie over een infectie bij een van de kinderen en omdat de ondernemer de communicatie van haar en haar echtgenoot als onprettig ervoer. Zij vindt de beëindiging disproportioneel en wil weten of de ondernemer volgens de richtlijnen en met voldoende zorgvuldigheid heeft gehandeld. De ondernemer voert aan dat sprake was van grensoverschrijdend gedrag van de echtgenoot, waaronder intimidatie van medewerkers. Na meerdere waarschuwingen is de overeenkomst op 1 september 2025 per direct beëindigd. Daarbij speelde mee dat de consument zelf had gezegd de kinderen niet meer te brengen en het betaalde bedrag voor september had teruggevraagd, wat de ondernemer zag als beëindiging met wederzijds goedvinden. De commissie wijst erop dat de verkorte procedure alleen bedoeld is om toegang tot opvang snel te herstellen. Omdat de consument tijdens de zitting aangaf dat de kinderen inmiddels elders opvang hebben en zij geen hervatting meer wenst, ontbreekt het spoedeisend belang. Daardoor komt de commissie niet toe aan een inhoudelijke beoordeling. De consument wordt niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de eenzijdige beëindiging met onmiddellijke ingang van de opvangovereenkomsten die de ondernemer met de consument heeft gesloten.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

De klacht betreft de wijze waarop de ondernemer het contract met betrekking tot de opvang van de twee kinderen van de consument eenzijdig heeft beëindigd. De reden die de ondernemer heeft gegeven voor de beëindiging betreft een miscommunicatie: de consument zou niet hebben doorgegeven dat een plekje/wondje veroorzaakt door een zgn. krentenbaardinfectie bij één van de kinderen groter was geworden. Daarnaast heeft de ondernemer aangegeven de manier van communiceren van de consument en haar echtgenoot als onprettig te ervaren.

De consument betreurt deze gang van zaken ten zeerste en is van mening dat de beslissing om de opvangovereenkomst mondeling eenzijdig te ontbinden disproportioneel is, waarbij de belangen van de consument en haar echtgenoot onvoldoende zijn meegewogen, evenals het welzijn van de kinderen.
De opvang, die de kinderen drie dagen per week bezochten, is abrupt gestopt. De consument wenst antwoord op de vragen of de ondernemer handelt en communiceert in overeenstemming met de eigen, in samenspraak met de GGD vastgestelde richtlijnen en of dit voldoet aan de eisen van transparantie en duidelijkheid zoals redelijkerwijs van een professionele kinderopvangorganisatie mag worden verwacht en daarnaast of de directe, eenzijdige opzegging van het contract voor beide kinderen, op basis van de opgegeven gronden, rechtsgeldig is.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

De ondernemer heeft de plaatsingsovereenkomsten voor de kinderen van de consument bij brief van 1 september 2025 per direct ontbonden. Als grondslag voor de beëindiging is aangegeven dat sprake is van een zwaarwegende reden bestaande uit het grensoverschrijdende gedrag van de echtgenoot van de consument dat zich uit in intimidatie van medewerkers van de ondernemer hetgeen zich meermaals heeft voorgedaan. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd en er is aangegeven dat de ondernemer dit niet accepteert. Kenbaar is gemaakt dat bij herhaald gedrag de overeenkomst beëindigd wordt. Nadat het op
1 september 2025 weer mis is gegaan en de medewerkers van de ondernemer zich bedreigd/geïntimideerd hebben gevoeld door het gedrag van de echtgenoot van de consument is de ondernemer overgegaan tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomsten. Daags na de beëindiging heeft de consument de ondernemer verzocht het vooruitbetaalde bedrag voor september 2025 terug te storten. De ondernemer heeft hier gehoor aan gegeven. Gelet op een uitspraak van de consument op 1 september 2025 dat de kinderen niet meer gebracht zouden worden en het verzoek de volgende dag om terugbetaling van de betaalde bedragen voor september 2025, is de ondernemer ervan uitgegaan dat partijen de plaatsingsovereenkomsten per direct met wederzijds goedvinden hebben beëindigd. Er is afgezien van een opzegtermijn van een maand. De consument had ook daadwerkelijk niet meer de behoefte om de kinderen de brengen en is daar later ook niet meer op teruggekomen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Het geschil is behandeld in een verkorte procedure. Deze procedure is bedoeld voor situaties waarin
een ondernemer de toegang tot de opvang weigert en een consument hiermee niet kan instemmen en de weigering ongedaan wil maken, zodat de opvang weer kan worden hervat.

Ter zitting is door de consument verklaard dat de kinderen inmiddels bij een andere opvang zijn geplaatst. De consument heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van de opvang van de ondernemer, indien geoordeeld zou worden dat de beëindiging van de overeenkomsten onrechtmatig is. Hiermee is het spoedeisende belang aan behandeling van het geschil in de verkorte procedure komen te ontvallen. De commissie zal de consument niet-ontvankelijk verklaren in de klacht en komt daarmee niet toe aan een inhoudelijke behandeling van het geschil.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

– verklaart de consument niet-ontvankelijk in de klacht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 22 september 2025.

Print/PDF