Eerste gesprek notaris kosteloos of niet; partijen hadden beide verplichting om meer duidelijkheid te creëren. Klacht deels gegrond.

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kosten    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 75522

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het volgens de cliënt ten onrechte in rekening brengen van een oriënterend gesprek met de notaris.

De cliënt heeft een bedrag van € 780,45 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

De cliënt heeft op 17 december 2012 de klacht voorgelegd aan de notaris. 

Standpunt van de cliënt

De cliënt heeft zijn klachten vermeld in het door hem d.d. 20 maart 2013 ingevulde klachtenformulier en de daarbij behorende bijlagen, waarvan de kern – kort en zakelijk – als volgt wordt weergegeven:

De klacht van de cliënt richt zich tegen de nota van de notaris van € 780,45. Op 9 augustus 2012 heeft er een oriënterend gesprek plaatsgevonden over samenlevingscontracten en testamenten. Er is niet gesproken over kosten en er is geen opdracht verleend. Juist is wel dat notaris heeft gevraagd conceptakten op te maken waarmee de cliënt heeft ingestemd. Hierna is er geen contact meer geweest en na een aantal maanden mailde de cliënt de notaris dat hij geen opdracht aan hem ging verlenen. Naast het feit dat er geen opdracht is verleend, vindt de cliënt de nota onjuist gespecificeerd en het daarop vermelde bedrag onevenredig hoog.

De cliënt verzoekt de commissie vast te stellen dat de nota moet worden gematigd.

Tijdens de zitting heeft de cliënt nog het volgende toegelicht. Het gesprek duurde een klein uur. De cliënt heeft nog gebeld met het notariskantoor en toen werd aangegeven dat een kosteloos oriënterend gesprek tot de mogelijkheden behoorde. Tijdens het gesprek heeft de cliënt herhaaldelijk gevraagd of het akkoord was dat de bespreking zo lang duurde. De notaris heeft daarop bevestigend gereageerd. De cliënt dacht dat de notaris met de concepten een voorbeeld bedoelde toe te sturen waarmee de cliënt zich verder kon oriënteren. Uiteindelijk heeft de cliënt de keuze gemaakt de opdracht aan een andere notaris te geven.

De cliënt erkent wel dat er bijzonderheden zijn besproken die niet standaard zijn. De cliënt geeft aan ter zitting bereid te zijn de helft van de nota te voldoen.

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar het verweer van de notaris d.d.
13 mei 2013. In de kern komt het verweer van de notaris op de klacht van de cliënt op het volgende neer.

De notaris geeft aan dat de bespreking 1,5 uur heeft geduurd, waarvan 30 minuten een informatief deel betrof en niet is gedeclareerd. Daarna is uitgebreid ingegaan op de privésituatie van de cliënt. Gezien de vragen die er lagen was het duidelijk dat er geen sprake was van een standaardregeling. De cliënt heeft opdracht verleend en er zijn conceptakten opgesteld. De cliënt heeft de conceptakten in ontvangst genomen en het opstellen daarvan niet weersproken. De notaris heeft voor de bespreking al een matiging op de nota toegepast.

De notaris verzoekt de commissie het verzoek van de cliënt af te wijzen.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het
volgende.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de
tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Uit hetgeen partijen in deze over en weer hebben gesteld en hebben ingebracht en als onvoldoende onweersproken hebben gesteld, komt de commissie tot de vaststelling dat de notaris een bespreking heeft gevoerd met de cliënt, waarbij na het 30 minuten durende informatieve deel tevens bijzonderheden zijn besproken en dat naar aanleiding daarvan op de situatie van de cliënt toegesneden conceptakten zijn opgesteld voor twee testamenten en een samenlevingsovereenkomst.
De cliënt nam op grond van informatie van haar belastingadviseur aan dat een eerste gesprek met welke notaris dan ook, kosteloos en oriënterend kon zijn. Voorafgaande aan het gesprek met de notaris heeft de cliënt dit niet met de notaris besproken. Gesteld noch gebleken is dat de notaris over de kosten van dit gesprek met de cliënt heeft gesproken. Een opdrachtbevestiging heeft deze niet aan de cliënt doen toekomen.
Over de hoogte van het in rekening gebrachte uurtarief heeft de cliënt niet geklaagd.

Voor wat betreft de hoogte of de omvang van de declaratie, is de commissie voorts niet gebleken dat deze gelet op de verrichte werkzaamheden bovenmatig of buitenproportioneel is.

Ter zitting heeft de cliënt aangegeven geen schadevergoeding (meer) te willen vorderen.

Naar het oordeel van de commissie valt beide partijen een verwijt te maken. De notaris had ter voorkoming van misverstanden over de kosten in deze duidelijker moeten communiceren en had er verstandig aan gedaan afspraken daarover vast te leggen, bijvoorbeeld tijdens het gesprek of middels een opdrachtbevestiging. Aldus heeft de notaris niet gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Echter, ook de cliënt had op zijn minst genomen ter zake expliciet kunnen vragen of het gesprek kosten met zich mee zou brengen alsmede expliciet kunnen aangeven dat hij zich nog oriënteerde voor wat betreft de keuze van een notaris.
De klacht zal dan ook deels gegrond worden verklaard.
De commissie zal – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen –  de nota van de notaris matigen tot een bedrag van € 450,–  inclusief BTW en kosten. Hiermee is de cliënt voldoende gecompenseerd.

Nu de klacht van de cliënt deels gegrond wordt verklaard, zal de commissie de notaris veroordelen tot vergoeding van de helft van het klachtengeld, derhalve een bedrag van € 25,42. Bovendien dient de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage van € 115,– in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.

Derhalve dient als volgt te worden beslist.

Beslissing

De klacht is deels gegrond. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag van € 780,45 wordt een bedrag van € 330,45 wordt aan de cliënte gerestitueerd en komt een bedrag van € 450,–, inclusief BTW en kosten toe aan de notaris.

Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de notaris het klachtengeld aan de cliënte, die deze kosten bij voorschot aan de commissie  heeft voldaan, ter hoogte van € 25,42  te vergoeden.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de notaris aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 115,– verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat op 24 juni 2013.