
Commissie: Voertuigverhuur
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
AVH08-0007
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 juni 2008 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst.
De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verhuren van een motorfiets Suzuki Bandit 650S tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 150,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 13 juni 2008. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Bij verhuurovereenkomst d.d. 13 juni 2008 – door de ondernemer met mij afgesloten – is bepaald, dat de ondernemer mij een motor (Suzuki Bandit 650S ABS 25 KW) in huurleen verstrekt van 13 juni 2008 tot 16 juni 2008, voor de huursom van € 150,–. Voorts is door mij rechtsgeldig met de ondernemer overeengekomen, dat het standaard eigen risico voor genoemde motor, zijnde € 1.600,–, wordt verlaagd naar € 800,–, in welk kader de ondernemer mij een premie in rekening heeft gebracht van € 37,50, door mij vooraf voldaan. Op 14 juni 2008 heeft zich een eenzijdige schadegebeurtenis voorgedaan, waaromtrent ik de ondernemer volledig en geheel te goeder trouw heeft geïnformeerd, dit in lijn met de verhuurvoorwaarden. De schadegebeurtenis betrof een val met de motor, met mij als bestuurder. Schade is, zoals door mij reeds aan de ondernemer is meegedeeld, tevens ontstaan als gevolg van de aan de schadegebeurtenis onlosmakelijk verbonden poging de motor vanuit een liggende positie weer rechtop te krijgen. Uit vorenstaand feitenrelaas volgt, dat ik in verband met de door mij onopzettelijk veroorzaakte schade voor niet meer dan € 800,– aansprakelijk was, zijnde het bedrag waartoe het uitdrukkelijk contractueel overeengekomen eigen risico maximaal strekte. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. 1. Dat in confesso is de litigieuze huurovereenkomsten de daarvan onlosmakelijk deeluitmakende verhuurvoorwaarden. 2. Dat tijdens het huurgebruik de consument – blijkens de ten tijde van het inleveren van de huurmotor gedane mededeling – op een dijkweg heeft gereden en dat de consument aldaar met deze motor ten val bent gekomen. 3. Dat als gevolg van die val de motor aan de linkerzijde beschadigd raakte. 4. Dat de consument na dat eenzijdige ongeval vervolgens deze motor op de rechterzijkant heeft laten vallen, als gevolg van welke (tweede) val er schade is ontstaan aan de rechterzijde van deze motor. Ingevolge het bepaalde in onze toepasselijke verhuurvoorwaarden geldt ten aanzien van eigen risico onder meer: "Het eigen risico geldt per schade gebeurtenis," "Bij schade, ontstaan op een dijk, geldt een dubbele eigen risico". Wij delen niet de zienswijze van de consument dat het veroorzaken van de schade aan de rechterzijde van de motor onlosmakelijk verbonden is aan de poging om de motor vanuit liggende positie weer rechtop te krijgen. De consument onderbouwt die stelling verder ook niet in zijn brief, terwijl de schade aan de rechterzijde van de motor niet het gevolg is van het rechtop zetten van de motor, maar van het op de rechterzijde laten vallen van de motor. Zo er al causaal verband zou bestaan met betrekking tot deze beide – afzonderlijke schade veroorzakende – gebeurtenissen, quod non, dan zijn wij van oordeel dat het door de consument op de rechterzijde laten vallen van deze motor een direct gevolg is van het onoordeelkundig handelen van de consument, dan wel het handelen in strijd met die voorzichtigheid die de consument jegens ons eigendom diende te betrachten. Het gaat immers niet aan om na een valpartij de motor op de andere zijde te laten vallen en om daarmee verdere schade te veroorzaken aan de andere zijde van de motor. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Er spelen twee onderwerpen van geschil in deze zaak: de vraag of er sprake is van een of twee schade evenementen en de omvang van het eigen risico. 1. Hoeveel evenementen? Als gevolg van het onderuitgaan met de motor is de consument gestopt met rijden. Naar het oordeel van de commissie dient alle schade welke daarna als gevolg van dat stoppen is ontstaan als een (1) schade evenement te worden beschouwd. 2. Eigen risico. Dit is ongeclausuleerd beperkt op de factuur tot € 800,–. Het had op de weg van de ondernemer gelegen de consument uitdrukkelijk te wijzen op een afwijking bij het rijden op een dijk. Het enkele overhandigen van algemene voorwaarden is onvoldoende, daar waar deze bovendien op dit punt strijdig zijn met de BOVAG verhuur voorwaarden, wat er ook zij van specifieke omstandigheden terzake het motorrijden. Aldus is slechts € 800,– aan eigen risico verschuldigd en dient het meerdere te worden terugbetaald. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 800,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 26 november 2008.