Eindnota energie: voorschot juni niet betaald, klacht ongegrond

De Geschillencommissie Opslaan als PDF




Commissie: Energie    Categorie: facturering    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 738618/775842

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde dat op zijn eindnota een bedrag van €177 was ingehouden voor een voorschotfactuur van juni 2023. Hij vond dat dit voorschot ten onrechte was berekend, omdat hij per eind juni al klant was bij een andere leverancier. De commissie oordeelt dat een termijnnota niet op een specifieke maand ziet, maar een voorschot is op de jaarnota. Omdat de juni-factuur niet is betaald (gestorneerd), mocht de ondernemer dit bedrag in mindering brengen. De eindnota is correct opgesteld en de klacht is ongegrond.

De volledige uitspraak

Samenvatting
Het geschil heeft betrekking op de eindnota van 1 augustus 2023, in het bijzonder op de hoogte van het aan de consument te betalen bedrag.

De consument heeft op 30 augustus 2023 de klacht bij de ondernemer ingediend.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor zover hier van belang komt het standpunt op het volgende neer.

De consument maakt bezwaar tegen het in mindering brengen op de eindnota van een bedrag van € 177,– wegens een niet betaalde voorschotnota. De consument heeft alle voorschotbedragen tot en met juni 2023 voldaan. De consument is van mening dat de ondernemer hem ten onrechte een voorschotfactuur voor de maand juni 2023 heeft gestuurd en heeft geïncasseerd. Hij heeft deze laten storneren. Een voorschot dient niet achteraf in rekening te worden gebracht. Per 28 juni 2023 was de consument geen klant meer van de ondernemer en overgestapt naar een andere energieleverancier.

De consument verlangt dat de maandfactuur en de kosten van de herinnering van in totaal € 207,– worden gecrediteerd en aan hem het volledige bedrag van het tegoed van € 407,06 wordt uitgekeerd.

Ter zitting heeft de consument verder in hoofdzaak nog het volgende aangevoerd.

Het betrof een voorschotfactuur voor een periode waarin de consument al klant was van een andere energieleverancier. Een voorschot hoeft nooit achteraf te worden betaald. Het is juist dat het ten onrechte in rekening gebrachte voorschot op 28 juni 2023 door de bank van de consument is teruggeboekt.

De ondernemer geeft stelselmatig te weinig terug. De consument blijft erbij dat hij het volledige bedrag van de eindnota, zonder enige verrekening, terugkrijgt.

De consument betwist de meterstanden niet.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor zover hier van belang komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is klant geweest van de ondernemer van 1 november 2021 tot 27 juni 2023 met een variabel contract.

De maandtermijnen zijn telkens op de 18e van elke maand gefactureerd en op de 27e van de maand geïncasseerd.

Op de eindnota van 1 augustus 2023 zijn de termijnbedragen van november 2022 tot en met juni 2023 in mindering gebracht. Op de eindnota is ervan uitgegaan dat de nota van juni 2023 is betaald. Echter dit bedrag is teruggestort naar de rekening van de consument. Het bedrag stond nog open ten tijde van het opmaken van de eindnota.

Anders dan de consument stelt heeft de ondernemer geen termijnfactuur voor de maand juli 2023 in rekening gebracht. Ook in het geval de ondernemer in juni 2023 geen maandfactuur had gestuurd had de consument een bedrag van € 230,06 terugontvangen.

Een voorschot is aan te merken als een voorschot op de jaarnota en wordt periodiek in rekening gebracht, maar ziet niet op het verbruik in een bepaalde maand.

Ter zitting heeft de ondernemer verder in hoofdzaak nog het volgende aangevoerd.

De consument maakt een denkfout. De in juni 2023 aan hem gestuurde factuur heeft geen betrekking op het verbruik in juli 2023. Er zijn verbruikskosten en betaalde termijnen. Beide moeten worden onderscheiden. Op de eindnota is een bedrag van € 177,– in mindering gebracht dat echter door de consument niet is betaald, zodat het tegoed met dit bedrag is verminderd. De consument moet naar zijn betalingen kijken en dan ziet hij dat de ondernemer juist heeft gehandeld.

Beoordeling
De commissie heeft het volgende overwogen. In het onderhavige geschil klaagt de consument over de hoogte van het door hem uit hoofde van de eindnota van 1 augustus 2023 te ontvangen bedrag.

De consument stelt zich op het standpunt dat de door hem ontvangen factuur en het op 27 juni 2023 afgeschreven bedrag van € 177,– ziet op de maand juli 2023, terwijl hij in die maand geen klant meer was van de ondernemer. Volgens de consument is sprake van een voorschot en ziet dat dus op de komende maand en niet op de lopende maand. Om die reden heeft hij het afgeschreven bedrag laten storneren.

De ondernemer voert gemotiveerd verweer.

De commissie volgt het standpunt van de ondernemer.

Anders dan de consument veronderstelt ziet een termijnnota niet zozeer op het verbruik van de maand waarop het betreffende bedrag in rekening wordt gebracht, maar dient dit te worden aangemerkt als een voorschot op de jaarnota of in dit geval de eindnota. Op een dergelijke nota wordt het verbruik in de afgelopen periode in rekening gebracht. Daarop komen de betaalde voorschotten in mindering op de totale verbruikskosten. Het saldo kan positief of negatief zijn. De consument ontvangt een bedrag of moet een bedrag bijbetalen.

Bij de berekening van dit saldo worden vanzelfsprekend alleen die bedragen in mindering gebracht die zijn gefactureerd, maar ook feitelijk zijn betaald door de consument. De laatste factuur gedateerd op 18 juni 2023 is door de consument niet betaald en komt daarom niet in mindering van de (totale) verbruikskosten.

De ondernemer heeft aldus, en daarmee juist, gehandeld.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument dan ook ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mevrouw mr. W.H. van Oorspronk, mevrouw mr. L. Schots – Smit, leden, op 30 januari 2025.

Opslaan als PDF