Energieafname zonder contract leverancier; tijdige facturering kwam klager in aanmerking voor subsidie, te laat gefactureerd, wegens redelijkheid en billijk wordt klager niets in rekening gebracht

  • Home >>
  • Energie Zakelijk >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Betaling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ENE10-0038

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil heeft betrekking op de afrekening van een bouwaansluiting.   De klager heeft een bedrag van € 2.600,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de klager   Het standpunt van de klager luidt in hoofdzaak als volgt.   1. Essent heeft een bouwstroomkast geplaatst en vanaf 12 december 2006 tot en met 5 mei 2008 stroom geleverd. 2. Hiervoor was een getekende offerte door ons verstuurd naar [naam ondernemer]. 3. Een bevestiging/contract voor de levering is nooit ontvangen. 4. Herhaaldelijk bellen en mailen met [naam ondernemer] bracht hierin geen verandering en steeds werd de verzekering gegeven dat "alles op tijd in orde zou komen …". 5. Er werd stroom geleverd dus de noodzaak verdween ook bij ons naar de achtergrond. 6. Toen de meter op 6 mei 2008 verwijderd werd hebben wij wederom contact opgenomen (telefonisch) met [naam ondernemer] om te vragen waar de eindfactuur bleef. Hierbij was haast geboden omdat de kosten van de "bouwstroom" subsidiabel waren in verband met het bouwen met Europese subsidie. Opnieuw de verzekering dat dit "in orde zou komen". 7. Subsidietermijn verliep en nog steeds taal noch teken. 8. In februari 2010 (!) brief van het bedrijf met de mededeling dat wij nog bouwstroom moeten betalen. Niemand wist op dat moment hoeveel en hoe dat zomaar ineens kon. 9. Contact met Essent eind februari leverde het antwoord op: "het was indertijd een rommeltje op de financiële administratie en uw facturen zullen daar ook wel tussen gezeten hebben …". Helaas geen naam onthouden van de medewerker die deze vertrouwelijke mededeling deed.   Standpunt van het bedrijf   Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt.   Uit de ons ten dienste staande gegevens blijkt dat bedoelde elektriciteitsaansluiting op 12 december 2006 gesloten werd opgeleverd. Dan is er nog geen afname van energie mogelijk, tenzij door derden de verzegeling en/of versluiting wordt verbroken. Eerst indien uit het aansluitregister blijkt dat er een energieleverancier is aangemeld voor de betreffende aansluiting wordt deze open opgeleverd.   In casu is er in de periode 12 december 2006 tot en met 6 mei 2008 energie afgenomen zonder contract met een leverancier. Sinds de liberalisering van de energiemarkt is het de eigen verantwoordelijkheid van klager zich aan te melden bij een energieleverancier.   Wij zijn bij een administratieve check erachter gekomen dat in ons systeem de aansluiting gesloten was opgeleverd met een meterstand 0 en er geen leverancier was aangemeld. Voorts blijkt uit onderzoek dat op 30 oktober 2007 er door de meetdienst een meterstand is opgenomen van 2.739 kWh. Bij het uitwisselen van de bouwaansluiting in een definitieve aansluiting op 6 mei 2008 is de meter uitgenomen met een stand van 14.763 kWh. Voor een dergelijk bouwproject midden in de wintermaanden is een verbruik van 11.982 kWh niet bijzonder.   Wij hebben ten behoeve van onderhavige bouwaansluiting enerzijds wel transportdiensten uitgevoerd, maar daarvoor geen betaling ontvangen en anderzijds schade geleden bestaande uit netverlies van het niet afgerekende elektriciteitsverbruik.   Nu klager geen leverancierscontract had – indien zulks wel het geval was geweest zou de leverancier dit verbruik hebben afgerekend – maar wel elektriciteit heeft afgenomen komt die afname ten laste van ons, de netbeheerder, die uit hoofde van haar wettelijke taken die elektriciteit inkoopt.   De afname van elektriciteit tijdens genoemde periode door klager zonder leverancier moet primair als een onrechtmatig handelen jegens de netbeheerder worden gezien omdat hij hiermee een onvoorzien netverlies creëert, dat voor rekening van de netbeheerder komt. Wij verhalen dat netverlies op de veroorzaker.   Klager heeft gedurende voormelde periode een aanzienlijk financieel voordeel genoten, volgens de factuur voor een bedrag van € 2.562,61, bestaande uit wel afgenomen maar niet afgerekende elektriciteit en vaste netwerkkosten.   Klager betwist niet over die periode de beschikking te hebben gehad over de aansluiting en dat er elektriciteit is afgenomen ten behoeve van de bouw.   Klager heeft verzuimd zich voor de onderhavige aansluiting bij een energieleverancier aan te melden. Nu hij zulks heeft nagelaten komt dat voor zijn rekening en risico. Het verweer van klager dat een en ander niet correct door zijn leverancier, [naam ondernemer], is afgehandeld kan door hem niet worden aangewend als een schulduitsluitingsgrond.   Indien klager van mening is dat de leverancier onrechtmatig ten opzichte van hem heeft gehandeld dan dient klager zijn leverancier hierop aan te spreken.   Aangezien uit het voorafgaande is komen vast te staan dat klager in genoemde periode elektriciteit heeft afgenomen zonder te beschikken over een leverancier en zonder het verbruik af te rekenen, is er naar onze mening subsidiair sprake van ongerechtvaardigde verrijking. Klager dient ons derhalve schadeloos te stellen door middel van betaling van eerder genoemde factuur.   Gelet op het vorenstaande verzoeken wij uw commissie de klacht voor zover die tegen ons is gericht ongegrond te verklaren.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de commissie vast dat de nota die in geschil is, is gebaseerd op de stelling van het bedrijf dat in de periode 12 december 2006 tot en met 6 mei 2008 energie is afgenomen zonder contract met een leverancier. Door de klager is overgelegd een aanvraag voor energielevering, gericht aan [naam ondernemer]. Ter zitting is van de kant van het bedrijf te kennen gegeven dat men geen nader onderzoek heeft gedaan naar de ontvangst en/of verwerking van deze aanvraag bij [naam ondernemer]. Onder die omstandigheden kan moeilijk worden volgehouden dat vaststaat dat energie is afgenomen zonder contract met een leverancier. Het kan wel zo zijn dat in de systemen geen leverancier was opgenomen, maar voor zover het gaat om een fout van het systeem, kan dat niet met succes aan de klager worden tegengeworpen. Voorts is door de klager onomstreden naar voren gebracht dat men, omdat een rekening uitbleef, herhaaldelijk heeft gevraagd om een afrekening, omdat die afrekening vanuit Europese bron subsidiabel was. Naar het oordeel van de commissie kan in het midden blijven of een dergelijk verzoek rechtstreeks aan de netbeheerder is gedaan. Wel werpt de klager naar het oordeel van de commissie op goede gronden aan het bedrijf tegen dat men, uitgaande van levering zonder contract, geruime tijd heeft gewacht om de klager aan te spreken op de zonder contract afgenomen energie. Nu van de kant van het bedrijf niet is bestreden dat bij tijdige facturering de klager in aanmerking zou zijn gekomen voor restitutie uit een Europese subsidiebron, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar thans nog de nota aan de klager in rekening te brengen. Een en ander leidt tot de volgende beslissing.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De klager is ter zake de onderhavige bouwaansluiting niets aan het bedrijf verschuldigd.   Bovendien dient het bedrijf overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 178,50 aan de klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is het bedrijf aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het in depot gestorte bedrag van € 2.600,– wordt aan de klager gerestitueerd.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 22 juli 2010.