Er is geen bewijs dat de consument een opdracht heeft gegeven aan de makelaar. De consument is ook niet door deze werkzaamheden gebaat.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Overig    Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK07-0077

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of er een contractuele relatie tussen partijen bestaat op grond waarvan de consument enig bedrag verschuldigd is geworden.   De consument heeft een bedrag van € 595,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft in juni 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument, zoals mede verwoord ter zitting, luidt in hoofdzaak als volgt.   In augustus 2006 had de heer [naam verkoper woning] zijn woning via de ondernemer in verkoop gegeven, en hij heeft deze in mei 2007 verkocht aan de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]. Deze kon de woning toch eigenlijk niet afnemen en toen is hij met mij in contact gekomen. Ik was wel in die woning geïnteresseerd, en heb toen een koopcontract gesloten met de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]. Omdat ik de financiering niet rond kreeg heb ik binnen de voorgeschreven bedenktermijn die koopovereenkomst ontbonden.   Omdat de ondernemer ook wel wist van de problemen van de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] heeft hij deze tot op zekere hoogte begeleid bij diens pogingen om de woning door te verkopen. Daarvoor sprak hij een vergoeding van € 1.000,– af met de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]. Vervolgens heb ik met de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] afgesproken dat als de verkoop door zou gaan, ik de helft daarvan voor mijn rekening zou nemen. Dat bedrag groot € 500,– zou ik dan mee financieren. Ik zou ook nog de kosten van een bankgarantie die hij ten behoeve van de heer [naam verkoper woning] moest stellen, vergoeden en mee financieren.   Zoals gezegd lukte het mij niet om de woning te financieren. Dat betekent dat ik ook niet hoefde bij te dragen in de kosten van de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]. Maar afgezien daarvan had ik een afspraak met de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] niet met de ondernemer. Dat had ik heel bewust gedaan.   Ik merk nog op dat de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] helemaal niet per se met de ondernemer in zee wilde gaan, maar de ondernemer zei dat hij het heel normaal vond dat hij daarbij betrokken werd. Toen heeft de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] daarmee ingestemd en ik had daar ook geen bezwaar tegen, ook al gaf ik de opdracht niet. Ik heb aan de ondernemer bevestigd dat ik de helft van de kosten zou vergoeden, met dien verstande dat ik die aan de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] zou vergoeden. Op de vraag ter zitting wat het mij uitmaakt of ik aan de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] dan wel aan de ondernemer zou moeten betalen kan ik antwoorden, dat als er geen definitieve overeenkomst tot stand kwam, ik helemaal niet hoefde te betalen, en juist daarom heb ik ook geen toezeggingen aan de ondernemer gedaan.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hebben met de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]  en met de consument afgesproken dat wij de verkoop door de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] aan de consument zouden begeleiden en afwerken voor € 1.000,–, waarvan de helft betaald zou worden door de heer [naam koper die woning niet kon afnemen] en de helft door de consument. Deze afspraak is gemaakt tussen ons drieën.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De ondernemer maakt aanspraak op vergoeding van krachtens een overeenkomst met de consument verrichte werkzaamheden. De consument betwist dat daartoe een overeenkomst is gesloten en uit de aard van de wel vaststaande feiten blijkt evenmin onomstotelijk van een overeenkomst met de consument. Immers, even goed is verdedigbaar dat die opdracht is gegeven door de heer [naam koper die woning niet kon afnemen]. Hoe dan ook, bewijs dat de consument een opdracht heeft gegeven aan de ondernemer is niet voorhanden. Evenmin is de consument door deze werkzaamheden gebaat. Mitsdien moet de vordering worden toegewezen.   Op grond van het bovenstaande is de klacht gegrond.   Beslissing   De commissie bepaalt, dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is geworden.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag groot € 595,– wordt terugbetaald aan de consument.   Bovendien is de ondernemer aan de consument het klachtengeld ad € 75,– verschuldigd.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 10 december 2007.