
Commissie: Bruidsmode en Maatwerk
Categorie: Materiaalschade en aspectverlies
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TEX09-0002
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een d.d. 4 september 2008 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een bruidsjurk (hierna te noemen: het artikel) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 3.995,–. De consument heeft op 30 september 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Na de bruiloft toen ik de jurk ter reiniging wilde afgeven bleek, dat de applicaties in zeer ernstige mate hebben afgegeven. De jurk verkeert thans in een deplorabele staat. Er is niet gewaarschuwd voor het feit, dat de jurk niet nat zou mogen worden. De consument verlangt een vergoeding in redelijkheid en billijkheid. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het is niet voorstelbaar, dat de applicaties hebben afgegeven tot op de lingerie door een paar druppels regen. Het kan niet anders zijn dan dat er sprake is geweest van gietende regen, zodat de jurk door en doornat is geworden. Voor dergelijke exceptionele omstandigheden kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het artikel zorgvuldig onderzocht. De commissie komt tot de volgende bevindingen en overwegingen. Het artikel is voorzien van een samenstellingetiket met de gegevens: zuiver zijde. Het artikel is niet althans niet op een herkenbare plaats van een behandelingsetiket voorzien. Proefondervindelijk heeft de commissie vastgesteld, dat niet de applicaties, maar de rode tule kleurstof afgeeft, wanneer deze in aanraking wordt gebracht met water. Naar het oordeel van de commissie had op de etikettering door de fabrikant gewaarschuwd moeten worden, dat de jurk niet vochtbestendig is. De consument had dan bij regen de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen nemen. Nu dit niet is geschied is de commissie van oordeel, dat de ondernemer zich niet geheel kan vrijpleiten ten aanzien van de schade. De commissie is dan ook van oordeel, dat de bruidsjurk door deze omissie een waardevermindering heeft ondergaan. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid acht zij deze waardevermindering 10%. Daarbij heeft de commissie tevens in aanmerking genomen, dat het hier gelegenheidskleding betreft, welke is vervaardigd voor een speciale gelegenheid en niet voor duurzaam gebruik. Hier staat evenwel tegenover, dat, zo heeft de commissie vastgesteld, de huidige staat van de jurk zo slecht is, dat deze niet het gevolg kan zijn van een normale vochtinwerking. Het kan daarom niet anders zijn dan dat het artikel in zeer vochtige toestand is ingepakt, hetgeen de reeds in aanleg aanwezige schade nog in aanzienlijke mate heeft verergerd. In dit verband heeft de commissie tevens vastgesteld, dat de jurk reeds is aangetast door het weer, hetgeen de conclusie rechtvaardigt, dat de jurk zonder enige voorzorgsmaatregelen te nemen in zeer natte staat is ingepakt. De commissie voelt zich in haar oordeel gesterkt door het feit, dat zij in de jurk een aanzienlijke hoeveelheid zand heeft aangetroffen. Deze omstandigheden wijzen uit, dat ook de consument zich niet kan vrijspreken ten opzichte van de thans aanwezige schade, nu zij door haar handelwijze de schade niet beperkt heeft weten te houden, maar in ernstige mate heeft bevorderd. Tot slot deelt de commissie nog mede, dat het niet aannemelijk is, dat de huidige staat van de lingerie niet het gevolg kan zijn van het dragen ervan tezamen met de bruidsjurk, maar veroorzaakt moet zijn door het feit, dat de lingerie samen met de jurk is ingepakt en op de tule heeft gelegen. Al hetgeen hier te voren is overwogen voert de commissie tot het oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van (afgerond) € 400,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Het artikel wordt aan de consument teruggestuurd, indien deze het hierbij gevoegde strookje retourneert. De kosten van verzending van het artikel zijn voor rekening van de consument. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Textiel en Schoenen, bestaande uit op 22 juli 2009.