Facturen voor verbruik water

De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Schikking ter zitting    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118462

De uitspraak:


Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de door ondernemer aan de consument in rekening gebrachte bedragen voor het verbruik van water.

De consument heeft op 15 mei 2017 zijn klacht voor de eerste maal kenbaar gemaakt.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft de beëindiging in 2012 van het budgetbeheer van Stichting CAV niet goed in de administratie verwerkt. Na 2012 heeft de consument de ontvangen facturen betaald; er zijn ook facturen naar CAV gestuurd, die hij niet heeft ontvangen. De consument heeft geen aanmaningen van de ondernemer ontvangen. Aldus is een voor de consument onbekende schuld ontstaan. Die schuld van € 385,93 is niet aan de consument toe te rekenen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

In het kader van een minnelijke regeling van het geschil van partijen is hij bereid tegen finale kwijting een bedrag van € 165,– te betalen in 4 maandelijkse termijnen te beginnen in januari 2019. (hij moet immer eerst zijn uitkering ontvangen voor hij kan betalen. En dit is wat hij gevraagd heeft)

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Vanaf 9 mei 2007 is de (rechtsvoorganger) leverancier van het drinkwater aan het adres van de consument. De betaling van de facturen vond plaats krachtens een automatische incasso. In juli 2009 kreeg de ondernemer bericht van CAV dat zij in het vervolg het financiële beheer van de consument zou verzorgden. In de administratie werd vervolgens de code opgenomen dat geen betalingsherinneringen worden gestuurd. De ondernemer is noch door CAV noch door de consument geïnformeerd dat het budgetbeheer was geëindigd. De ondernemer werd daarmee pas in 2017 bekend.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

In het kader van een minnelijke regeling van het geschil van partijen kan de ondernemer ermee instemmen dat de consument aan de ondernemer tegen finale kwijting een bedrag van € 165,–betaalt, te voldoen in 4 maandelijkse termijnen te beginnen in januari 2019.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil opgelost zal worden. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het hierna vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking.

Beslissing

De consument betaalt aan de ondernemer een bedrag van € 165,–. De betaling vindt plaats in 4 maandelijkse termijnen te beginnen in januari 2019.

Na uitvoering van deze overeenkomst hebben partijen ter zake over en weer niets meer van elkaar te vorderen en verlenen zij elkaar kwijting en decharge.

Iedere partij draagt de eigen kosten.

Aldus vastgelegd en door de Geschillencommissie Water, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter,  mr. A. van der Minne en mr. E.J.P.J.M. Kneepkens leden, op 7 november 2018.