Commissie: Voertuigen
Categorie: Derden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE98-0182
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 3 juli 1998 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot verkoop en levering van een Austin Montego Estate 2.0SL van 1992 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van f 12.545,–. De levering is geschied op 8 juli 1998.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:
De auto is niet goed afgeleverd, ondanks de APK en een grote beurt die de ondernemer de auto heeft gegeven voor de aflevering.
Op 11 augustus 1998 wilde de auto in Oostenrijk niet starten en moesten wij de leiding van de diesel laten repareren. Dat kostte OS 823,20.
De motortemperatuur liep ook hoog op.
Op 12 augustus liep de temperatuur in het rode gedeelte, er bleek geen koelvloeistof meer aanwezig te zijn. Wij hebben dat bijgevuld.
Het ventilatiewiel was vastgeroest, wij hebben de ventilateur doorverbonden, zodat deze constant bleef draaien. De temperatuur bleef ook toen nog te hoog. Omdat de motor te heet en de radiateur koud was, hebben wij de ondernemer verzocht om, via de ANWB, onderdelen aan ons te zenden.
De rekening van de reparatie in Oostenrijk bedroeg OS 4.416,–. De ondernemer wil ons de gemaakte kosten niet vergoeden. Wij waren niet in staat de auto bij de ondernemer te laten repareren, omdat wij op vakantie waren.
De consument verlangt:
Dat de ondernemer de gemaakte kosten vergoedt, vermeerderd met de wettelijke rente.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:
Wij hebben een radiateur, een thermostaat, een pakking en een koelventilateur naar Oostenrijk laten sturen. Daarenboven hebben wij een bedrag van f 200,– vergoed. De rekening wordt, in verband met de berekende overuren niet door ons geaccepteerd.
In de garantie staat, dat de kosten tegen het in ons bedrijf gebruikelijke prijsniveau worden vergoed.
Beoordeling van het geschil
De Commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft het door de consument gestelde, ten aanzien van de reparatie van de brandstofleiding, niet weersproken. Het bedrag van OS 823,20 zal derhalve worden toegewezen aan de consument.
Het toegezegde bedrag van f 200,– is nog niet door de consument ontvangen, zodat daarmede geen rekening behoeft te worden gehouden bij het navolgende.
Niet weersproken en ook overigens alleszins aannemelijk is, dat de garage in Oostenrijk, geen merkdealer zijnde, eerst ongeveer 4 uren heeft moeten zoeken naar de oorzaak van het euvel. Na toezending van de nodige onderdelen, welke door de ondernemer onder de garantie zijn geleverd en door de ANWB aan de consument werden gezonden, heeft de garage nog enkele uren nodig gehad om de onderdelen in de auto te monteren.
De ondernemer stelt terecht, dat de BOVAG-garantievoorwaarden bepalen, dat reparaties elders kunnen plaats vinden tegen het bij de ondernemer geldende tarief.
Anders dan de ondernemer stelt, houdt zulks niet in, dat op grond van deze bepaling uitsluitend de door de ondernemer gestelde uren kunnen worden berekend.
Het in Oostenrijk in rekening gebrachte aantal uren, komt de commissie, gelet op de omstandigheden, alleszins aanvaardbaar voor.
Nu niet is gesteld of gebleken dat het berekende uurloon hoger is dan bij de ondernemer gebruikelijk, terwijl het bedrag de commissie niet onredelijk voorkomt, zal de commissie de factuur als correct aanmerken.
De consument heeft, overeenkomstig de garantievoorwaarden, de vervangen radiateur meegenomen en dient deze aan de ondernemer ter beschikking te stellen.
Nu de ondernemer, eveneens op grond van de BOVAG-garantie, gehouden is de reparatiekosten te vergoeden, zal de commissie het verzoek toewijzen.
De verzochte rentevergoeding zal eerst ingaan, indien door de ondernemer, de termijn waarbinnen moet zijn voldaan aan de hierna volgende beslissing, wordt overschreden.
Op grond van voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van f 713,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
In geval van niet tijdige betaling is de ondernemer de wettelijke rente verschuldigd vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 19 maart 1999.