Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Bewijslast ondernemer / Burgerlijk Wetboek / Gebrek / Non-conform
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
333148/413024
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een koopovereenkomst tussen een consument en ondernemer betreffende een klacht omtrent de geleverde laptop. De consument heeft na de aankoop van de laptop gebreken geconstateerd. Hiervoor heeft zij contract opgenomen bij de ondernemer. De laptop is ter reparatie aangeboden, maar de ondernemer kon geen defect vinden. De consument heeft contact gehad met de klantenservice van de ondernemer. Iemand in de IT gaf aan dat het mogelijk een softwareprobleem is. Op aanraden van de medewerker heeft de consument haar laptop bij een computerzaak laten onderzoeken. Volgens deze computerzaak was inderdaad sprake van een softwareprobleem. De ondernemer is van mening dat de consument niet heeft kunnen aantonen dat de laptop daadwerkelijk gebrekkig is bij levering. De commissie beslist als volgt. Op grond van artikel 7:18a lid 2 Burgerlijk Wetboek is het niet aan de consument, maar aan de ondernemer om aan te tonen dat het product beantwoordt aan de overeenkomst. Dit is het geval als het product binnen een jaar na aflevering gebreken begint te vertonen. Daarvan is in deze zaak sprake. De ondernemer heeft dit echter niet aangetoond. Er lijkt dan ook wel degelijk sprake te zijn van een probleem aan de laptop. De ondernemer heeft niet aangetoond dat deze problemen niet aanwezig waren bij de levering. Daarmee is komen vast te staan dat de laptop niet aan de overeenkomst beantwoord. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 september 2024 te Den Haag. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt nader toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft een klacht van de consument omtrent een door de ondernemer geleverde laptop.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De consument heeft op 27 augustus 2023 een HP ENVY 17- cw0770nd – Laptop – 17.3 inch (hierna: “de laptop”) gekocht voor het bedrag van €1259,–. Op 7 januari 2024 heeft de consument aan de ondernemer gemeld dat de laptop niet naar behoren functioneerde omdat deze steeds vastliep en een blauw scherm toonde. De laptop is ter reparatie aangeboden zodat onderzocht kon worden wat het probleem was. Door de ondernemer is geen defect geconstateerd. De ondernemer heeft hiervoor € 70,91 bij de consument inrekening gebracht. De consument heeft vervolgens weer contact opgenomen met de klantenservice van de ondernemer, omdat de laptop nog steeds niet naar behoren zou functioneren. Vanuit de klantenservice van de ondernemer heeft de consument contact gehad met iemand in de IT. Deze persoon gaf aan dat de ‘error’ die de consument liet zien, mogelijk een interne harde schijf error kon zijn of een error in het besturingssysteem. Ook werd aangegeven dat het hier niet om een hardware- maar een software probleem gaat. Deze persoon heeft de consument toen geadviseerd om met de laptop naar een computerzaak te gaan met de ‘error’ die de consument op de laptop te zien kreeg, en te vragen waar het probleem ligt. De consument heeft vervolgens, op 6 februari 2024, de laptop ter reparatie aangeboden aan een computerzaak, [naam]. Op de reparatiebon van [naam] staat, voor zover hier relevant, het volgende:
“[…]
Victoria uitgevoerd alles werkt naar behoren, Memtest gestart en is ook afgerond. Werkt naar behoren.
[…]Eventueel softwarematig probleem? Kan herinstal voorstellen.
[…]Occt stopt na 2/3 minuten laptop overheat dit is waarschijnlijk ook de reden van de bluescreens
verder is de laptop geherinstalleerd en is alles verder in orde”
De consument wil de overeenkomst ontbinden. Ook wil de consument het aan de ondernemer betaalde reparatiebedrag van € 70,91 vergoed hebben.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De ondernemer heeft conform artikel 7:21 lid 1 BW de laptop onderzocht middels een hardware check en geconstateerd dat er geen problemen zijn met de laptop. Vervolgens heeft een externe computerzaak, [naam], geconstateerd dat de laptop ‘in orde is’ en ‘alles naar behoren werkt’. Op basis van bovenstaande heeft de consument dus niet kunnen aantonen dat de laptop daadwerkelijk gebrekkig is bij levering. Vaststaat dus dat de ondernemer geen gebrekkig product heeft geleverd. Wanneer de Klant kan bewijzen dat de schade niet ontstaan is door verkeerd, abnormaal of onkundig gebruik kan een product toch worden aangemerkt als gebrekkig. Dit is echter op geen enkele manier bewezen door de consument.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. Het standpunt van de ondernemer dat de consument dient te bewijzen dat het gebrek aanwezig was bij de levering van de laptop, gaat voorbij aan hetgeen is bepaald in artikel 7:18a lid 2 Burgerlijk Wetboek, namelijk:
“Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak of de zaak met digitale elementen bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.”
Nu de problemen binnen een jaar na levering zijn ontstaan, is het niet de consument maar de ondernemer die moet aantonen dat de problemen een andere oorzaak hebben. Dit is echter door de ondernemer niet aangetoond. Integendeel, anders dan de ondernemer stelt, lijkt er wel degelijk sprake te zijn van een hardware probleem, getuige het feit dat [naam] aangeeft dat de laptop oververhit raakt. Daar komt bij dat, voor zover het probleem te wijten is aan software die onderdeel uitmaakte van de laptop bij levering, het geen verschil maakt of het probleem het gevolg is van een gebrek in de software of de hardware. Ook de door de ondernemer geleverde software dient immers aan de overeenkomst te beantwoorden. De slotsom is dat de consument een laptop heeft gekocht die binnen een jaar gebreken is gaan vertonen. De ondernemer heeft niet aangetoond dat deze problemen niet aanwezig waren bij de levering. Daarmee is komen vast te staan dat de laptop niet aan de overeenkomst beantwoord. Nu de ondernemer niet bereid is de laptop te herstellen, is de consument gerechtigd de overeenkomst te ontbinden. Ook heeft de consument recht op vergoeding van de door de ondernemer in rekening gebrachte reparatiekosten. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de koopovereenkomst tussen de consument en de ondernemer is ontbonden. De ondernemer dient de koopprijs en de reparatiekosten (totaal € 1.329,91) binnen twee weken na de datum van deze uitspraak aan de consument terug te betalen en de laptop terug te nemen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer mr. H.F.R. van Heemstra, voorzitter, de heer W.H.X. Amian , de heer mr. P.C. de Klerk , leden, op 16 september 2024.