Commissie: Voertuigen
Categorie: Gebrek / Geen garantie / koopovereenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
188954/190394
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een koopovereenkomst tussen consument en ondernemer betreffende de koop van een gebruikte auto. De consument heeft geen aanvullende garantie bij de ondernemer gekocht. Later bleek de DSG-versnellingsbak gebrekkig te zijn. De ondernemer wilde dit wel repareren en deed een voorstel om de reparatiekosten te delen. Volgens de consument is hij hier onder protest mee akkoord gegaan. De reparatie duurde erg lang en de consument heeft de auto ergens anders voor een lager bedrag laten repareren. De consument eist de volledige reparatiekosten. De ondernemer betwist de stelling van de consument en stelt dat er goede redenen waren waarom de reparatie zo lang duurde. Daarnaast heeft de consument ervoor gekozen om geen garantie af te sluiten. De ondernemer wil nog steeds de helft betalen. De commissie beslist als volgt. Duidelijk is dat er een gebrek aan de versnellingsbak is die zich binnen korte tijd na aankoop openbaarde. De consument maakt dan ook met recht aanspraak op herstel door ondernemer, maar heeft uiteindelijk besloten dit ergens anders uit te voeren. Dit was voordeliger dan door de ondernemer was begroot. Op grond van het aanbod van de ondernemer om de helft te betalen, de vervanging van een slijtagegevoelig onderdeel voor een nieuw onderdeel en de staat van de auto acht de commissie het voorstel van de ondernemer redelijk. De klacht is gegrond.
De volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 18 april 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte VW Golf 1.6 TDI Highline, tegen een door de consument te betalen prijs van € 14.565,–. De overeenkomst is op 18 april 2022 uitgevoerd. De consument heeft de klacht op 17 juni 2022 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De consument heeft geen aanvullende garantie bij de ondernemer gekocht, Hij ging ervan uit dat hij wettelijke garantie had. Op 17 juni 2022 bleek dat de DSG-versnellingsbak stuk was. De consument belde met de ondernemer, maar die gaf aan dat geen sprake was van garantie. Wel heeft de ondernemer aangeboden om de auto te onderzoeken. De diagnose was dat de DSG-bak inderdaad kapot was. De ondernemer deed het voorstel om de reparatiekosten te delen. Het zou in totaal gaan om een bedrag van € 3.000,–. Op 15 juli 2022 is de consument daarmee onder protest akkoord gegaan. De consument had inmiddels elders offertes aangevraagd en die bleken goedkoper te zijn. De ondernemer kwam zijn afspraken niet na. De reparatie werd telkens uitgesteld. De ondernemer ging niet in op het voorstel van de consument de reparatie elders, bij een DSG-specialist te laten uitvoeren. De consument gaf bij herhaling aan de auto te willen ophalen. Daarop reageerde de ondernemer niet. Op 22 augustus 2022 heeft de consument de auto bij de ondernemer opgehaald en bij een DSG-specialist laten herstellen. De kosten bedroegen € 2.178,82. Op 7 september 2022 verzocht de consument de ondernemer om de factuur van de reparatie te voldoen. Daarop reageerde de ondernemer niet. Pas nadat de consument de zaak bij de commissie aanhangig had gemaakt reageerde de ondernemer. De consument verlangt dat de ondernemer de volledige kosten van de reparatie betaalt.
Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd. De consument gaat niet akkoord met het voorstel van de ondernemer. Het uitvoeren van de reparatie duurde veel te lang. Er werd door de ondernemer steeds een andere reden voor de vertraging opgegeven. De afspraak was dat de auto meteen zou worden gerepareerd. De reparatie elders was uiteindelijk veel goedkoper en sneller. De consument kreeg geen leenauto. De DSG-specialist moest het onderdeel ook bestellen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De consument koos niet voor een volledige garantie, maar koos voor een korting op de aankoopprijs. Enkele maanden later belde de consument over een storing. De ondernemer heeft de auto onderzocht. Dat duurde langer dan normaal omdat de foutcode niet duidelijk te koppelen was aan het regelapparaat van de versnellingsbak. Na twee weken werd duidelijk dat het aan het regelapparaat lag. De consument wilde geen leenauto. Na het bekend worden van het euvel belde de ondernemer met de consument voor een gepaste oplossing. Het was een forse reparatie en er was geen garantie overeengekomen en daarom leek een 50/50 afspraak een fatsoenlijke oplossing. Het onderdeel moest voor een nieuw onderdeel worden vervangen. Het was niet op voorraad. Het zou drie weken duren Ook was sprake van de bouwvakvakantie. De consument wilde niet wachten en besloot om de auto op te halen. De auto bleek snel te zijn gerepareerd. De ondernemer was niet bereid de volledige factuur te betalen omdat partijen een afspraak hadden gemaakt om de kosten bij helfte te delen. Dat wilde de consument niet. De ondernemer staat nog steeds achter deze afspraak. Ter zitting heeft de ondernemer in hoofdzaak het volgende aangevoerd. Het duurde inderdaad twee weken voordat de diagnose kon worden gesteld. Daarna was sprake van een onderdeel met een backorder. De afspraak dat een bedrag van € 1.250,– exclusief BTW zou moeten worden betaald door elke partij staat nog steeds.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. In het onderhavige geschil klaagt de consument over een gebrek van de DSG-versnellingsbak van de door hem bij de ondernemer gekochte auto. De consument stelt onder protest akkoord te zijn gegaan met de door de ondernemer voorgestelde afspraak om de kosten van herstel van € 3.000,– bij helfte te delen. De diagnose duurde lang, maar ook duurde het naar de zin van de consument te lang voor dat door de ondernemer met de reparatie werd begonnen. De consument besloot om die reden de auto bij de ondernemer op te halen en elders te laten herstellen. De daarmee gepaard gaande kosten bedroegen € 2.178,82 aanzienlijk lager dan door de ondernemer was begroot. De consument verlangt dat de ondernemer de volledige kosten aan hem vergoedt.
De ondernemer voert gemotiveerd verweer.
De commissie stelt voorop dat partijen het erover eens zijn dat de auto een gebrek aan de versnellingsbak vertoonde dat zich binnen korte tijd na de koop openbaarde. De consument maakt dan ook met recht aanspraak op herstel door de ondernemer. Het is niet duidelijk geworden of partijen een vaste afspraak over de kostenverdeling hadden gemaakt of dat sprake was van een afspraak onder protest van de zijde van de consument. Hoe het ook zij. De consument koos ervoor om de auto elders te laten herstellen en werd daartoe door de ondernemer in de gelegenheid gesteld. De reparatie elders viel veel voordeliger uit dan door de ondernemer was begroot en werd in relatief korte tijd uitgevoerd. De ondernemer heeft ter zitting verklaard zijn eerder gedane aanbod te handhaven. De commissie is van mening dat nu sprake is van het vervangen van een slijtagegevoelig onderdeel voor een nieuw onderdeel, (“nieuw voor oud”), de leeftijd van de auto en het daarmee gereden aantal kilometers, het voorstel van de ondernemer redelijk is en overeenstemt met het gevoelen van de commissie als redelijke oplossing van dit geschil. Zij zal de ondernemer dan ook veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.250,– exclusief BTW oftewel een bedrag van € 1.512,50 inclusief BTW.
Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond, maar zal met toepassing van het bepaalde in artikel 21 lid 1 onder b. van het Reglement van de commissie aan de ondernemer geen behandelingskosten in rekening worden gebracht en behoeft hij het door de consument betaalde klachtengeld niet te vergoeden. Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
De ondernemer betaalt een vergoeding van € 1.512,50 aan de consument. De betaling dient binnen 14 dagen na de verzendatum van dit bindend advies plaats te vinden. De commissie wijst het meer of anders verzochte af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, A.M. Velberg en mr. P.B. Vos, leden, op 18 januari 2023.