Gebrek staat een normaal gebruik van de auto in de weg. Herhaaldelijk heeft de ondernemer gepoogd het euvel te verhelpen, maar hij is daar telkens niet in geslaagd. Ontbinding met gebruiksvergoeding

  • Home >>
  • Voertuigen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Voertuigen    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE07-0505

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 september 2005 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, [merk en type], modeljaar 2005, kilometerstand onbekend, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 14.500,–. De levering vond plaats op of omstreeks 20 oktober 2005. De consument heeft op 1 december 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De auto vertoont dermate veel en onoplosbare problemen, dat de consument elk vertrouwen in de auto heeft verloren. Het gaat om problemen met de elektronica. De auto heeft van 1 december 2006 tot en met 14 augustus 2007 grotendeels bij de dealer en de importeur gestaan. Die hebben de problemen met de auto niet op kunnen lossen. Het is een ondeugdelijk product en zij verlangt om die reden de ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom.   Al bij brief van 30 mei 2007 heeft de consument aangegeven van de auto af te willen. De ondernemer wil daar echter niet aan meewerken. De ondernemer heeft wel een inruilvoorstel gedaan, maar partijen zijn het niet eens kunnen worden over de inruilprijs voor de auto.   Naar aanleiding van het deskundigenbericht heeft de consument – voor zover van belang – nog opgemerkt dat het probleem zich op 12 februari 2008 in de ochtend opnieuw heeft voorgedaan. Ter plaatse, waar de auto stond, is diagnoseapparatuur op de auto aangesloten. Deze gaf geen foutmelding aan. De auto is toen op onconventionele wijze gestart en afgevoerd naar de ondernemer. Daar heeft men geprobeerd hem te laten starten, waarbij expliciet is gelet op de positie van de versnellingspook. Men kreeg de auto echter niet aan de gang.   De consument merkt op dat hij weer terug is bij af en volhardt in zijn wens om de koop ongedaan te maken.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Afgelopen vrijdag is het motorstuurapparaat voor de tweede keer vervangen. Niemand garandeert mij echter dat het dan ook goed is. Het systeem wordt aangestuurd met micro-elektronica en die is gevoelig voor piekspanningen. Wanneer die de ontregeling van de apparatuur veroorzaken, is het vervangen van de apparatuur slechts symptoombestrijding. De nieuwe apparatuur zal het dan ongetwijfeld weer gaan begeven. Dit apparaat gaat ergens door kapot. Waardoor, dat kan niemand vinden.   De zekeringen zijn ook al eens doorgebrand en toen is de hele zekeringenkast vervangen. Ergens moet een over-spanning zitten. Die is dodelijk voor micro-elektronica.   Het eerste jaar hebben we probleemloos met de auto gereden, tot eind 2006. Het probleem is in 2006 ontstaan. In mei 2007 heb ik voorgesteld de koop te ontbinden. Nu zijn we al weer een jaar verder. We hebben een product gekregen dat een hoop zorgen met zich mee heeft gebracht. En na het onderzoek van de deskundige bleek hij opnieuw niet goed te zijn. We hebben er geen enkel vertrouwen in dat de auto na de onlangs uitgevoerde reparatie wel goed zou zijn en willen er vanaf. Dat dan met een zekere mate van afschrijving rekening gehouden zal worden, daar kunnen we begrip voor opbrengen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Er bestaat geen grond om de auto terug te nemen. De consument beklaagt zich over het feit dat de auto niet wil starten. Deze storing is slechts één keer waargenomen en is toen verholpen. Omdat de klacht van de consument aanhield, is de auto ook nog twee maal bekeken door de importeur. Die heeft de klacht ook niet kunnen waarnemen. Een niet waarneembaar probleem kan moeilijk worden opgelost.   Gedurende de tijd dat de auto is onderzocht heeft de consument gratis passend vervoer ter beschikking gekregen. Wanneer zich een probleem aan de auto voordoet, wil de ondernemer dat best oplossen, maar voor het terugnemen van de auto acht de ondernemer geen redenen aanwezig.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   [Naam bedrijf] is de rechtsopvolgster van de verkopende rechtspersoon. De vennootschap handelt onder [de naam].   Het is juist dat de auto na het onderzoek van de deskundige opnieuw startproblemen heeft laten zien. In zekere zin waren we daar gelukkig mee, omdat we het euvel nu zelf hebben kunnen constateren en onderzoeken. De fout is uiteindelijk gevonden in een stuurapparaat dat de stand van de versnellingspook controleert en de auto vrij geeft voor een start als deze pook in de vrij staat. De auto is een automaat en moet in de vrijstand gestart worden. Dat is een veiligheidsmaatregel om te voorkomen dat de auto meteen na het starten wegspringt. Wanneer de auto in de versnelling staat, wordt dat geregistreerd en verhindert het stuurapparaat dat de auto wordt gestart. In dit apparaat zat een fout: de ene keer gaf hij de auto een signaal dat hij kon starten, de andere keer weer niet, ook niet wanneer de versnellingspook wel in de vrij stond. Afgelopen vrijdag hebben we het apparaat vervangen.   Wij kennen het probleem niet als een vaker voorkomend probleem. Ik moet daarbij opmerken dat van deze versie van de auto slechts een beperkt aantal is geproduceerd. Het probleem is dat we geen vervangende, soortgelijke auto meer kunnen leveren. Een andere complicatie is dat de auto op een buitenlands kenteken is gezet. Dat maakt het lastig om hem in te ruilen, want dan moet de auto naar Nederland geïmporteerd worden.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De ondernemer heeft in overleg met de importeur een plan van aanpak gemaakt. De auto is op alle facetten getest en diverse units zijn vervangen. Uiteindelijk heeft men alles vervangen wat maar enigszins te maken kon hebben met het vermeende probleem.   De deskundige heeft vastgesteld dat bij de laatste uitgevoerde diagnosetest (kilometerstand 19.919) geen enkele aantoonbare technische storing aanwezig was. De deskundige heeft de motor een aantal malen gestart, gestopt en weer gestart. Daarbij is geen enkele storing opgetreden. Het is vervelend dat geen oorzaak voor de klacht gevonden kan worden. Maar alle micro-electro units zijn vervangen en de ondernemer heeft daarna nog ongeveer 1.000 kilometer storingsvrij met de auto gereden. De deskundige kan dan ook niet anders concluderen dan dat de auto nu storingsvrij is.   Tot slot merkt hij op dat bij het starten de versnellingspook in de neutrale stand moet staan, omdat anders de startunit geen commando krijgt. Voor het starten dient dat even gecontroleerd te worden, hetzij op de display op het dashboard, hetzij door aan de pook te voelen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Nadat de auto bijna twee jaar goed had gefunctioneerd, is deze een gebrek gaan vertonen dat de ondernemer niet heeft kunnen oplossen. Dat is ook een gebrek dat een normaal gebruik van de auto onmogelijk maakt. Herhaaldelijk heeft de ondernemer gepoogd het euvel te verhelpen, maar hij is daar telkens niet in geslaagd. Ook na het onderzoek door de deskundige van de commissie is de auto opnieuw uitgevallen met identieke problemen als zich vanaf augustus 2007 hebben voorgedaan.   De ondernemer heeft aangevoerd nu te hebben ontdekt waar de oorzaak zat en dit te hebben hersteld. De consument heeft echter aangevoerd dat de oorzaak dieper in de auto is gelegen, dat slechts een symptoom van het gebrek is hersteld en dat zij geen enkele vertrouwen meer heeft in de auto.   De commissie is met de consument van oordeel dat het geconstateerde gebrek bij een auto van een leeftijd als de onderhavige dermate ernstig is (het verhindert immers dat een normaal gebruik van de auto kan worden gemaakt), dat kan worden geoordeeld dat de auto niet aan de koopovereenkomst voldoet. Ondanks alle mogelijke inspanningen, is de ondernemer keer op keer niet in staat gebleken de klacht te verhelpen. Of dat nu wel het geval is, of dat het standpunt van de consument juist is en het probleem elders in de auto ligt, acht de commissie verder niet meer van belang. Het vertrouwen dat een consument in zijn voertuig moet kunnen hebben is dermate aangetast, dat dit een ontbinding van de koopovereenkomst naar het oordeel van de commissie rechtvaardigt. Dat betekent dat de consument de auto dient terug te leveren aan de ondernemer, die in beginsel de koopsom dient terug te betalen.   Daarbij dient echter wel in acht genomen te worden dat de consument de auto de afgelopen jaren heeft kunnen gebruiken en, wanneer dat wegens reparatie niet mogelijk was, is voorzien van vervangend vervoer. In beginsel heeft zij dan ook wel het genot van de auto gehad, zij het dat dat genot is beperkt door de veelvuldige storingen. Dat staat er echter niet aan in de weg dat een zekere mate van afschrijving voor rekening van de consument dient te komen.   De auto is aangekocht voor een bedrag van € 14.500,–. De commissie is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden de ondernemer bij inlevering van de auto een deel van die koopsom dient terug te betalen, en wel redelijkerwijs te bepalen op € 9.000,–. Mocht de ondernemer niet bereid zijn aan de uitvoering van dit advies binnen de daarvoor gestelde termijn uitvoering te geven, dan zal het de consument vrij staan om over de auto naar believen te beschikken en zal aan haar een schadeloosstelling worden toegekend van € 5.000,–. Dit bedrag relateert de commissie aan de kosten die mogelijk met herstel kunnen samenhangen, wanneer het gebrek inderdaad elektronisch van aard is (kosten diagnose, mogelijk vervanging kabelboom of andere bedrading), waarbij tevens rekening moet worden gehouden met een naar alle waarschijnlijkheid sterk verminderde inruilwaarde.   Mitsdien zal worden beslist als na te melden.   Beslissing   De koopovereenkomst betreffende de onderhavige auto wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de consument de auto met alle daartoe behorende papieren en accessoires, teruglevert aan de ondernemer, waarna deze de consument voor de auto vrijwaart. De ondernemer betaalt bij de ontvangst van de auto een bedrag van € 9.000,– (zegge: negenduizend euro) aan de consument.   Een en ander dient te geschiedden binnen één maand na de datum van verzending van dit bindend advies.   Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.   Indien een en ander door handelen of nalaten van de ondernemer niet binnen de gestelde termijn is geschied, vervallen de ongedaanmakingsverbintenissen en betaalt de ondernemer, zonder dat daartoe een nadere ingebrekestelling noodzakelijk zal zijn, in plaats daarvan een vergoeding van € 5.000,– (zegge: vijfduizend) aan de consument. De consument blijft dan eigenaar van de auto en zal vrij zijn over de auto te beschikken op een wijze die hem goeddunkt.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 445,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 18 maart 2008.