Commissie: Reizen
Categorie: Procedure
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI08-1261
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 15 november 2007 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een zogenaamde eigen vervoerreis voor 2 personen naar Limone in Italië met verblijf in een bungalow op basis van logies, voor de periode van 1 juli 2008 t/m 16 juli 2008 voor de som van € 516,–. Klager heeft op 22 juli 2008 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. Tijdens mijn verblijf is er op resp. 6, 8 en 13 juli 2008 sprake geweest van wateroverlast in de gehuurde bungalow. Dit heeft veel overlast gegeven. Het water spoot door een gat in de muur en kwam langs de muren omlaag. Er spoelde ook zand en modder naar binnen. Ik heb zelf de bungalow schoon gemaakt. Op 13 juli 2008 was er sprake van hevige regenval, waardoor het huisje onderliep. Omdat de beheerder mij niet direct kon helpen ben ik in paniek geraakt en heb ik contact opgenomen met de wederpartij. Pas laat is er hulp van de receptie gekomen. Ik heb angstige momenten beleefd. De kosten zijn vergoed door de reisverzekering maar ik wil ook een redelijke vergoeding van de wederpartij. Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik volhard bij de klacht. Ik heb veel schoonmaakwerk moeten verrichten gedurende mijn vakantie. De materiële schade is mij vergoed, dus ik vraag enkel nog een vergoeding voor immateriële schade. Mijn buurvrouw had ook wateroverlast. Ik verbleef in een stenen huisje. De muren daarvan waren beschimmeld hetgeen er op wees dat het vochtig was. Ik heb bij herhaling gepoogd bij de beheerder om hulp te krijgen bij de beheerder geen tijd voor mij omdat zijn eigen kantoor onder water was gelopen en hij voor zijn computer vreesde. Het water spoot op drie verschillende dagen door een gat in de muur. Toen heb ik ook contact gezocht met de reisorganisator. Ik weet dat het aan het Gardameer kan spoken. Het huisje stond ook blank bij normale regenbuien. Mijn buren konden meteen naar een andere locatie. Ik kreeg het idee dat de beheerder problemen had met mijn hond. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. De materiële onkosten zijn vergoed. Voor het overige beroepen wij ons op overmacht vanwege het slechte weer. Voor een vergoeding is geen reden. De huisjes waren niet in slechte staat. Klager heeft bovendien pas op 13 juli 2008 met ons gebeld. Toen waren de problemen al verholpen. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Wij blijven bij ons eerder standpunt. Men had eerder moeten klagen. Het weer was destijds extreem. Wij hebben ter plaatse geen reisleiding. Ik weet niet of wij tijdens het verblijf van klager nog andere huisjes ter beschikking hadden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Na kennisneming van de inhoud van de gedingstukken en na het horen van partijen ter zitting, waarbij ook foto’s door klager werden getoond is naar de mening van de commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat het huisje, waarin klager heeft verbleven in onvoldoende staat verkeerde. Weliswaar is er sprake geweest van noodweer op 13 juli 2008, dat mogelijk een beroep op noodweer rechtvaardigde, doch aan de andere kant is onvoldoende weersproken gebleven dat ook op dagen van normale regenval sprake was van wateroverlast. Waar water door een gat in de muur stroomde ligt de conclusie voor de hand dat het huisje onvoldoende beschermd was tegen de gevolgen van neerslag en er moet dus worden gesproken van een aan het huisje klevend gebrek. Voor zodanig gesprek is de reisorganisator aansprakelijk te achten. Het verweer van de reisorganisator dat klager onvoldoende voortvarend is geweest met het melden van de klacht wordt door de commissie onvoldoende bevonden. Klager heeft eerst gepoogd op eigen krachten de problemen op te lossen en leek daar ook in geslaagd zodat een verder klagen niet opportuun leek totdat op 13 juli 2008 het eerder genoemde noodweer ontstond en de beheerder niet snel hulp leek te willen bieden. Daar komt bij dat ter plaatse geen reisleiding aanwezig was, terwijl de reisorganisator niet aannemelijk heeft gemaakt onmiddellijk een alternatief te kunnen bieden; alles overigens tegen de achtergrond dat klager alreeds het overgrote deel van haar vakantie achter de rug had. Het vorenstaande voert tot de slotsom dat de reisorganisator jegens klager toerekenbaar is tekort geschoten en dat aan klager een vergoeding voor gederfd reisgenot toekomt. Gelet op alle omstandigheden van het geval acht de commissie na te noemen vergoeding redelijk en billijk. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 200,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–. Hetgeen meer of anders is verlangd wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 21 januari 2009.