
Commissie: Energie
Categorie: Kosten / Depot
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE09-0239 (27642)
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekening 2008 waarin een naheffing voor elektriciteit vanaf 2002.
De consument heeft een bedrag van € 1.192,94 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft op 22 augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consumen
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Tot 2002 ben ik klant geweest van een andere leverancier. Aanvankelijk had ik daar dag- en nachtstroom, maar op een gegeven moment ben ik teruggegaan naar normaal tarief. Ik heb toen geen nieuwe teller gekregen, maar de standen van beide tellers zijn bij elkaar opgeteld om het verbruik te berekenen. Bij de switch naar mijn huidige leverancier heeft de netbeheerder verkeerde informatie aan hem doorgegeven, namelijk slechts de aanwezigheid van één teller en het op die teller geregistreerde verbruik. Men is daar in 2008 achtergekomen en heeft mij een rekening gestuurd met daarop een naheffing voor de hele periode dat het fout is gegaan. Aldus kreeg ik een nota van € 2.622,72. Pas in december van 2008 is er voor het eerst na de switch een meteropnemer bij mij geweest. Daarna heb ik een correctienota ontvangen ten bedrage van € 1.192,94.
Ik vind het onjuist dat ik als gevolg van een fout van de ondernemer een naheffing krijg. Bovendien heeft het mij buitengewoon geërgerd dat ik tijdens de discussie over de naheffing – eindeloos vertraagd door de ondernemer door niet op brieven van mij en mijn rechtsbijstandverzekeraar te antwoorden – met afsluiting te dreigen.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer heeft nooit op brieven geantwoord totdat ik de zaak bij de commissie aanhangig heb gemaakt. Ik heb altijd begrepen dat de ontvangen afrekeningen definitieve afrekeningen waren.
De consument verlangt dat de naheffing hem kwijtgescholden wordt.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is per 25 oktober 2002 klant bij ons geworden voor het product elektra. Van de netbeheerder hebben wij toen één meterstand doorgekregen. Dat er twee actieve telwerken in de woning van de consument aanwezig waren wisten wij niet. Wij hebben dat pas in 2008 ontdekt.
Wij hebben het niet gedeclareerde verbruik toen in rekening gebracht. In overleg met de rechtsbijstandverzekeraar van de consument hebben wij later een correctienota gemaakt en daarbij alleen het verbruik vanaf 22 augustus 2005 in rekening gebracht. De klant heeft de overeenkomst met ons opgezegd per 7 januari 2009. De eindnota, rekeninghoudend met de correctie en de van de consument ontvangen maandelijkse betalingen beloopt € 1.192,94.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De correctienota is opgesteld met toepassing van de methode Vink en aldus zijn alleen de laatste drie jaar van het op de "vergeten teller" geregistreerde verbruik in rekening gebracht. De nota heeft mede betrekking op gas omdat de consument een of twee jaar nadat hij voor elektra klant bij ons geworden is ook voor gas klant is geworden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uitgangspunt is dat verbruikte energie door de consument betaald moet worden. Er zijn uitzonderingen op die regel en één daarvan is dat verbruik van meer dan drie jaar geleden dat als gevolg van niet aan de consument te wijten omstandigheden niet aan hem in rekening is gebracht, niet meer aan hem in rekening gebracht mag worden. Die regel heeft de ondernemer middels zijn correctiefactuur toegepast.
Ook indien de ondernemer de indruk gewekt heeft dat een afrekening definitief is en de consument niet had behoeven te begrijpen dat dit niet zo is, kan dat aan naheffing in de weg staan. Dit geval doet zich dat echter niet voor. Had de consument de afrekeningen aan de hand van de meterstanden gecontroleerd, had hij zonder meer kunnen zien dat er minder dan het door de meters geregistreerde verbruik in rekening was gebracht. Een dergelijke controle kan van de consument verlangd worden.
Een en ander betekent dat de correctienota, waarvan de hoogte niet door de consument betwist is, door de consument betaald moet worden.
Wel is er aanleiding om de consument een vergoeding toe te kennen op grond van het gedrag van de ondernemer, met name het dreigen met afsluiting terwijl er een gerechtvaardigde discussie tussen partijen bestond over de aanvankelijke correctienota alsmede vanwege de uiterst gebrekkige wijze waarop de ondernemer met de consument gecommuniceerd heeft door brieven niet omgaand te beantwoorden en de consument niet naar de netbeheerder te verwijzen. De commissie stelt die vergoeding op € 50,–. Ook dient de ondernemer het klachtengeld van € 25,– aan de consument te voldoen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument is aan de ondernemer nog een bedrag van € 1.192,94 verschuldigd.
De ondernemer is aan de consument een bedrag van € 50,– verschuldigd.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.
Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend: een gedeelte groot € 50,– wordt aan de consument gerestitueerd. Het restant ad € 1.142,94 wordt aan de ondernemer uitbetaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 29 mei 2009.