Geen dwaling nu het aan consument zelf is alle relevante feiten en omstandigheden aan commissie voor te leggen

  • Home >>
  • Kinderopvang >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Dwaling    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 135448/181717

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De commissie zal een oordeel moeten geven op het verzoek om de klacht opnieuw in behandeling te nemen, nu reeds eerder uitspraak is gedaan door de commissie over de beëindiging van de opvangovereenkomsten. Het geschil betreft de opzegging van de plaatsingsovereenkomsten met de kinderen van de consument met onmiddellijke ingang. Door de consument wordt een beroep gedaan op dwaling, waarbij zij meent dat de beslissing van de commissie op onjuiste dan wel onvolledige informatie tot stand is gekomen. De ondernemer is nog niet om een standpunt gevraagd, omdat de commissie eerst moet beoordelen of de zaak opnieuw in behandeling kan worden genomen.

De commissie is van oordeel dat de consument zelf alle feiten en omstandigheden die zij relevant achtte bij de behandeling van de opzegging aan de commissie had kunnen voorleggen. Nu zij dit niet heeft gedaan, kan dit niet nu alsnog naar voren worden gebracht. Er is niet gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden na de eerdere behandeling die maken dat de zaak opnieuw beoordeeld dient te worden. Het enkele feit dat bepaalde onderwerpen toen niet door de consument naar voren zijn gebracht die wel bekend waren bij haar waren, maken niet dat nu een beroep op dwaling kan worden gedaan. Het beroep op dwaling dient derhalve te worden afgewezen. De klacht zal niet opnieuw inhoudelijk in behandeling worden genomen.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de opzegging van de plaatsingsovereenkomsten met de kinderen van de consument met onmiddellijke ingang per 15 februari 2022.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de plaatsingsovereenkomst van één van de kinderen van de consument per direct opgezegd per 4 november 2021. Op 29 november 2021 heeft de ondernemer na bemiddeling van het CJG de opzegging ingetrokken. De ondernemer kwam medio december 2021 ineens met nieuwe algemene voorwaarden die per direct zouden moeten gelden voor de consument, terwijl die voor andere ouders pas 1 februari 2022 zouden ingaan. Het kind van de consument is al die tijd niet toegelaten tot de BSO, terwijl de opzegging was ingetrokken. Ook de andere twee kinderen van de consument konden na 2 december 2021 niet meer geplaatst worden omdat per direct akkoord gegaan diende te worden met de nieuwe Algemene Voorwaarden. Onverwacht ontving de consument op 15 februari 2022 een opzegging per direct voor alle drie haar kinderen. Hierover heeft zij een klacht ingediend bij de commissie die is behandeld en waarover op 28 februari 2022 uitspraak is gedaan. De klacht over de opzegging van 4 november 2021 is destijds niet behandeld en beoordeeld, omdat de opzegging was ingetrokken. De commissie beschikte dus ook niet over de stukken behorende bij de opzegging van 4 november 2021. Er is niet gekeken of hetgeen de ondernemer stelde juist was, of er correct is gehandeld en of de ondernemer voldoende inspanningen heeft geleverd. De ingetrokken opzegging heeft niet geleid tot weer toegang tot de BSO, terwijl de ondernemer dit had toegezegd zonder verdere noemenswaardige voorwaarden. Pas later worden er nieuwe algemene en aanvullende voorwaarden gesteld. Nu de opzegging van 4 november 2021 meetelt in de beoordeling van de opzegging van 15 februari 2022 terwijl de opzegging van 4 november 2021 nimmer is beoordeeld door de commissie, verzoekt de consument deze opzegging alsnog te beoordelen.

Standpunt van de ondernemer
Door de ondernemer is geen verweerschrift/reactie aangeleverd op de klacht, dit is door de Geschillencommissie ook niet verzocht. De commissie dient zich eerst uit te laten of de klacht opnieuw voor behandeling in aanmerking komt, nu reeds op 28 februari 2022 uitspraak is gedaan door de commissie ten aanzien van de beëindiging van de opvangovereenkomsten.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op 28 februari 2022 heeft de commissie een bindend advies uitgebracht terzake een door de consument ingediend geschil met betrekking tot de opzegging van de opvangovereenkomst van de drie kinderen van de consument met ingang van 15 februari 2022. De consument vorderde in die procedure dat de kinderopvang bij de ondernemer voor alle drie haar kinderen opnieuw start onder de voorwaarden waarmee zij akkoord is gegaan bij afsluiting van het contract in maart 2021. De commissie heeft de vordering van de consument afgewezen en bepaald dat van de ondernemer in alle redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij nog langer opvang aanbiedt aan de kinderen van de consument.

Thans wordt door de consument een beroep gedaan op dwaling, waarbij zij meent dat de beslissing van de commissie op onjuiste dan wel onvolledige informatie tot stand is gekomen.
De commissie kan dit standpunt van de consument niet volgen. De omstandigheid van de eerdere opzegging van de opvang van één van de kinderen van de consument op 4 november 2021 had immers al plaatsgevonden vóór de behandeling van het geschil terzake de opzegging van de overeenkomsten per 15 februari 2022. De consument had zelf alle feiten en omstandigheden die zij relevant achtte bij de behandeling van de opzegging per 15 februari jl. aan de commissie kunnen voorleggen. Nu zij dit kennelijk niet heeft gedaan, kan dit niet nu alsnog naar voren worden gebracht. Er is niet gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden van na de behandeling van 23 februari 2022 die maken dat de zaak opnieuw beoordeeld dient te worden. Het enkele feit dat bepaalde onderwerpen toen niet door de consument naar voren zijn gebracht die wel bekend waren bij haar waren maken niet dat thans een beroep op dwaling kan worden gedaan. Het beroep op dwaling dient derhalve te worden afgewezen. De klacht zal niet opnieuw inhoudelijk in behandeling worden genomen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

• wijst af het beroep op dwaling van de consument;
• bepaalt dat de klacht niet opnieuw inhoudelijk wordt behandeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Blom, mevrouw mr. E.E. Aberson, leden, in aanwezigheid van mevrouw
mr. M. Gardenier, secretaris, op 29 augustus 2022.