Geen geldige machtiging voor voeren procedure. Dat de bruidsjurk met zijn bankpas is betaald, maakt dit niet anders

De Geschillencommissie




Commissie: Bruidsmode en Maatwerk    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 116080

De uitspraak:

Behandeling van het geschil

Het geschil is vooralsnog niet ten principale behandeld en ook zijn partijen niet voor de zitting uitgenodigd, omdat uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of klager in zijn klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Bruidsmode en Maatwerk (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2018 te Den Haag.

De commissie is tot het oordeel gekomen, dat  klager niet ontvangen kan worden in zijn klacht.

Daartoe heeft de commissie het volgende overwogen.

De commissie heeft vastgesteld dat er op 15 september 2015 een overeenkomst is gesloten tot aankoop van een trouwjapon voor een bedrag van € 1.438,– door een zekere [naam consument] destijds wonende te [naam woonplaats] en [naam ondernemer]. Klager was hierbij niet aanwezig.
Inmiddels heeft [naam consument] Nederland verlaten en is naar het buitenland vertrokken, naar het zich laat aanzien voorgoed.

Blijkens de stukken is de verloving verbroken zonder uitzicht op een huwelijk. De bruidsjapon is destijds door de consument niet meer afgehaald en bevindt zich nog immer bij de ondernemer.
Klager heeft zich thans opgeworpen als eigenaar van de trouwjapon althans als beschikkingsbevoegde, en heeft ontbinding van de koopovereenkomst bij de commissie gevorderd, nadat hij al eerder tot eenzijdige ontbinding was overgegaan.

De commissie kan klager echter anders dan zijn procesvertegenwoordiger meent niet als gemachtigde noch anderszins als vertegenwoordiger van de consument  aanmerken, nu hij niet over een machtiging van de consument beschikt noch anderszins enig bewijs heeft overgelegd dat hij in deze en voor haar in rechte kan optreden. Het feit dat klager een bewijs heeft overgelegd dat hij de bruidsjurk met zijn bankpasje heeft betaald kan dit niet anders maken, nu is komen vast te staan dat de consument buiten aanwezigheid van klager diens pasje met diens goedvinden heeft gebruikt.

Op grond van de overgelegde stukken kan de commissie slechts tot het oordeel komen dat klager niet gemachtigd was en is om op te treden namens de consument, zodat de door hem aangebrachte klacht niet inhoudelijk kan worden behandeld.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Klager wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Bruidsmode en Maatwerk, bestaande uit
mr. C.F.J. de Jongh, voorzitter, mr. J.M. Hoekstra en P. Speksnijder, leden, op 6 augustus 2018.