
Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Misleiding
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TEL09-0197
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het al of niet tot stand komen van een overeenkomst. De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van € 17,26 heeft de consument bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 24 oktober 2008 is de consument door (respectievelijk namens) de ondernemer telefonisch benaderd. Volgens de consument werd gesuggereerd dat namens [een andere provider] werd gebeld en de naam [van de ondernemer] werd niet genoemd. Er werd ook onvolledige en onjuiste informatie gegeven. In het betreffende gesprek heeft de consument kenbaar gemaakt, dat hij eerst nadere informatie wilde hebben om een en ander te kunnen nalezen en om daarna een overwogen beslissing te nemen. Ook heeft de consument – zo stelt hij – meegedeeld dat hij op 26 oktober 2008 vier weken op vakantie naar [het buitenland] zou gaan. Op 27 november 2008 teruggekomen van vakantie bleek aan de consument geen nadere informatie, maar een “welkomstpakket” te zijn toegezonden. De consument is van mening dat de overeenkomst wegens manipulatie, onvolledige en onjuist informatie geen rechtskracht heeft. De consument verlangt dat de “overeenkomst” ongeldig wordt verklaard en dat het reeds betaalde abonnementsgeld wordt terug betaald. De aansluiting dient te worden opgeheven. Ook wenst de consument een vergoeding voor alle gemaakte kosten (telefoon- en portokosten). Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer komt tot de conclusie dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot levering van het vastnetabonnement tot stand is gekomen. De consument is telefonisch met de overname van het vastnetabonnement akkoord gegaan. Dit telefoongesprek is vastgelegd in een geldige voicelog. Vervolgens heeft de consument de door de ondernemer gehanteerde welkomst/opt-out brief ontvangen met de daarin de wettelijk voorgeschreven opt-out termijn. De consument heeft volgens de ondernemer niet tijdig gebruik gemaakt van deze termijn. De klacht is derhalve ongegrond en de consument dient de overeenkomst na te komen, aldus de ondernemer. Het verweerschrift van de ondernemer van 24 maart 2009 dient als hier ingelast te worden beschouwd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie acht de klacht van de consument ongegrond. Bij dit oordeel heeft de commissie het volgende in aanmerking genomen. De commissie heeft ter zitting de inhoud van de voicelog van 24 oktober 2008 beluisterd (een afschrift van de inhoud van deze voicelog bevindt zich in het dossier). In deze voicelog wordt het daartoe bestaande script gevolgd. Uit de voicelog blijkt geenszins, dat de consument niet heeft begrepen waarom het gaat. De consument beantwoordt de vragen voldoende duidelijk. Anders dan de consument heeft aangevoerd, wordt in de voicelog de naam [van de ondernemer] wel degelijk genoemd en wel driemaal. Verder wordt er eenmaal de naam [van de ondernemer] genoemd. Uit de voicelog blijkt in het geheel niet, dat de consument ter sprake heeft gebracht dat hij op 26 oktober 2008 vier weken op vakantie zou gaan naar [het buitenland]. Het zou voor de hand hebben gelegen, dat de consument na de mededeling “U ontvangt binnen enkele dagen een bevestiging van onze afspraken, waarbij u nog een bedenktermijn van zeven werkdagen wordt geboden” onmiddellijk zou hebben gereageerd met de mededeling, dat hij de komende weken wegens vakantie afwezig zou zijn en dat hij daarom aan de termijn van zeven dagen niet zou kunnen voldoen. Uit niets blijkt echter dat de consument een dergelijke opmerking op enig moment heeft gemaakt. Daarbij komt, dat ter zitting onweersproken is gesteld, dat de consument op 1 december 2008 (na terugkeer van vakantie) telefonisch contact met de ondernemer heeft opgenomen en bij die gelegenheid uitsluitend abonnee-informatie heeft ingewonnen en met geen woord heeft gesproken over het feit, dat de ondernemer via manipulatie, onvolledige en onjuiste informatie “een contract had ontfutseld” of dat het de schuld van de ondernemer was dat hij (consument) geen gebruik van de bedenktermijn van zeven dagen had kunnen maken. Het voorgaande impliceert, dat naar het oordeel van de commissie het feit dat de consument geen gebruik heeft kunnen maken van de bedenktermijn van zeven dagen wegens verblijf in het buitenland, voor risico van de consument komt. Ook overigens is niet komen vast te staan, dat de ondernemer de consument heeft misleid of gemanipuleerd dan wel onvolledige en onjuiste informatie heeft gegeven. De eindconclusie moet dus zijn, dat er tussen partijen een geldige overeenkomst tot stand is gekomen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het door de consument verlangde af. Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het door de consument in depot gestorte bedrag ad € 17,26 dient te worden overgemaakt naar de rekening van de ondernemer. Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 8 juni 2009.