Geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen; consument wel gehouden om de verbruikte energie te betalen

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 30196

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de totstandkoming van de overeenkomst.   De consument heeft op 27 augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   De consument heeft een bedrag van € 442,53 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij zijn telefonisch door de ondernemer benaderd. Tijdens dit gesprek hebben wij informatie opgevraagd over energietarieven. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de ondernemer ons een brief gestuurd waarin de aanmelding werd bevestigd. Omdat wij niet aanwezig waren, hebben wij niet binnen 7 dagen kunnen reageren. Vanaf 27 augustus 2008 hebben wij meerdere brieven naar de ondernemer gestuurd waarin wij aangaven dat wij geen mondelinge en /of schriftelijke opdracht hebben gegeven voor de levering van energie door de ondernemer en voor het overige dat wij geen gebruik wilden maken van hun diensten. De ondernemer heeft hier continue afwijzend op gereageerd. Wij hebben een kopie van het gesprek opgevraagd. Hieruit blijkt dat wij slechts informatie hebben opgevraagd en geen opdracht hebben gegeven. Uiteindelijk heeft de ondernemer onze vorige leverancier afgesloten, waardoor wij van 2 oktober 2008 tot en met 12 oktober 2008 energie zouden hebben ontvangen van de ondernemer. Hiervoor en voor het opzeggen van het contract heeft de ondernemer ons een rekening gestuurd van € 442,53. Hierop hebben wij diverse malen schriftelijk gereageerd met de mededeling dat wij geen opdracht hebben gegeven. Hierop wordt telkens ontkennend gereageerd door de ondernemer zonder met argumenten te komen. Uiteindelijk heeft de ondernemer de vordering uit handen gegeven aan een incassobureau. Wij zijn van mening dat de ondernemer geen argumenten heeft om zijn vordering op ons te handhaven.   De consument verlangt dat de ondernemer een creditnota stuurt ten bedrage van € 442,53 en dat de ondernemer hem de in rekening gebrachte incassokosten terugbetaalt.   Naar aanleiding van het door de ondernemer gedane schikkingsvoorstel heeft de consument bij brief van 21 december 2009 laten weten hiermee niet akkoord te kunnen gaan.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Met de consument is telefonisch een overeenkomst gesloten voor de levering van gas en elektriciteit. Van deze telefonische aanmelding is een bandopname gemaakt, die aan alle wettelijke vereisten voldoet. Wij kunnen deze bandopname desgewenst ter zitting afspelen.   Wij zijn op 2 oktober 2008 daadwerkelijk leverancier van de consument geworden. Per 12 oktober 2008 is de levering door ons reeds beëindigd doordat de consument is overgestapt naar een andere energieleverancier. Wij hebben een eindafrekening opgemaakt en verstuurd aan de consument, waarin 218 m3 en 203 kWh elektriciteit wordt gefactureerd. Tevens is er een opzegvergoeding van     € 250,– opgenomen, omdat de driejarige overeenkomst vroegtijdig is beëindigd.   Wij stellen ons op het standpunt dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen met de consument, omdat de aanmelding aan alle vereisten van de Wet Koop op Afstand voldoet. De consument heeft pas na de wettelijke termijn geannuleerd.   Het standpunt van de consument dat hij ons niets verschuldigd is, beschouwen wij als onterecht en onredelijk. Wij stellen ons op het standpunt dat er een rechtsgeldige overeenkomst met de consument is gesloten en dat de consument er op zijn minst zorg voor dient te dragen dat de verbruikskosten gedurende de contractperiode worde betaald, dit op grond van het leerstuk van de ongerecht­vaardigde verrijking.   Ondanks het feit dat wij van mening zijn dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, willen wij eenmalig het volgende schikkingsvoorstel doen.   Wij zijn bereid de tot op heden in rekening gebrachte aanmaan- en incassokosten kwijt te schelden. Tevens zijn wij bereid om de aan de consument in rekening gebrachte opzegvergoeding in te trekken. Tenslotte zijn wij bereid om het klachtengeld aan de consument te vergoeden. De consument betaalt dus alleen de door hem gebruikte energie gedurende de tijd dat wij leverancier zijn geweest. Dit is een bedrag van € 192,53. Alle bijkomende kosten komen te vervallen. Dit schikkingsvoorstel komt te vervallen indien de consument besluit hiermee niet akkoord te gaan en het geschil ter zitting behandeld wenst te zien.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft als volgt overwogen.   Ter zitting heeft de commissie de voicelog beluisterd van het gesprek waarin er contact is tussen de consument en een medewerker van de ondernemer. Gelet op de inhoud van het gesprek op die voicelog is de commissie van oordeel dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen tussen beide partijen. Vaststaat echter dat de ondernemer in de periode van 2 oktober tot 12 oktober 2008 leverancier van de consument is geweest en dat de consument in die periode gas en elektriciteit heeft afgenomen. Ondanks het feit dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, is de consument gehouden om de verbruikte energie te betalen, te weten een bedrag van € 192,53 Wel ziet de commissie in de gehele gang van zaken aanleiding aan de consument een vergoeding toe te kennen, welke zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zal vaststellen op een bedrag van € 125,–.   Gelet op het voorgaande zal de klacht gegrond worden verklaard.   Ingevolge het reglement van de commissie dient de ondernemer aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van     € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   De consument heeft een bedrag van € 442,53 in depot gestort. Hij dient een bedrag van € 192,53 te betalen aan de ondernemer. De ondernemer dient hem een vergoeding van € 125,– te betalen. Tevens dient de ondernemer het klachtengeld aan de consument te vergoeden. Per saldo dient de consument derhalve ter finale kwijting een bedrag van € 42,53 aan de ondernemer te betalen. Dit zal worden verrekend met het depotbedrag.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht gegrond.   De consument betaalt aan de ondernemer ter finale kwijting een bedrag van € 42,53.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bedrag verschuldigd van € 25,- als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.   Een bedrag van € 42,53 komt aan de ondernemer toe. Het resterende deel van € 400,– komt aan de consument toe.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 20 mei 2010.