
Commissie: Makelaardij
Categorie: Bemiddeling
Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK07-0092
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst is gesloten.
Door de consument is een bedrag van € 481,95 in depot bij de commissie gestort.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij hebben gevraagd om een gratis waardebepaling en hebben toen overleg gehad over het startklaar maken voor het geval wij tot het geven van een bemiddelingsopdracht bij verkoop zouden willen overgaan. Er zijn foto’s gemaakt en er is een bord afgegeven.
Aangezien wij de aankoop van de grond waarin wij interesse hadden niet rond kregen hebben wij na twee dagen gebeld dat we de woning niet wilden verkopen en het bord terug zouden brengen.
Ruim een half jaar later hebben wij de woning in verkoop bij een andere makelaar en krijgen wij een factuur van de ondernemer terwijl wij nooit ergens voor getekend hebben.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 24 mei 2006 heeft de consument ons verzocht voor hem te onderhandelen bij aankoop van grond en heeft hij ons opdracht gegeven zijn woning te verkopen.
Pas een aantal dagen na 24 mei 2006 zijn de foto’s gemaakt en is een verkoopbord gehangen.
Er is ook een informatielijst roerende goederen gemaakt en de consument heeft een kopie van het eigendomsbewijs afgegeven. Niet na een half jaar maar na een jaar – op 5 juni 2007 – heeft de consument de woning via een andere makelaar te koop aangeboden. Wij hebben onze nota op 27 juni 2007 verzonden.
Nadat hij de mondeling gegeven opdracht tot bemiddeling bij aankoop van de grond had ingetrokken omdat de koopsom voor hem te hoog was is de afspraak gemaakt dat indien er een nieuwe mogelijkheid zou voordoen, wij de woning weer in verkoop mochten nemen.
Vervolgens heeft hij ons zelfs niet even geïnformeerd dat hij met iemand anders in zee ging. Wij hebben de reële kosten in rekening gebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie stelt vast dat de weergave van de feiten uiteen loopt.
De NVM-voorwaarden leggen in art. 3 lid 5 de ondernemer de plicht op de overeenkomst met een opdrachtgever schriftelijk of elektronisch vast te leggen bij gebreke waarvan de ondernemer geen recht op betaling van honorarium of onkosten heeft tenzij hij het bestaan van de opdracht alsnog kan bewijzen.
De opdracht is in dit geval naar vast staat niet schriftelijk of elektronisch bevestigd.
Een opdracht tot bemiddeling bij verkoop is ook anderszins niet bewezen. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat er contact is geweest over een opdracht, zoals door de consument ook erkend is maar dat er een opdracht is gegeven, en tegen welke condities dan wel – waarover de ondernemer al niets heeft gesteld – is niet gebleken.
De klacht is daarom gegrond. De consument is niets verschuldigd en heeft aanspraak op restitutie van het depot en vergoeding van het klachtengeld.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.
De consument is niets verschuldigd aan de ondernemer.
Het in depot gestorte bedrag van € 481,95 wordt gerestitueerd aan de consument.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 11 januari 2008.