Geen schriftelijke overeenkomst, toch BOVAG-garantie.

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: AUT-D03/0129

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 30 oktober 2002 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, [merk en type], bouwjaar 1999, kilometerstand 110.274, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.000,–. De levering vond plaats op of omstreeks 30 oktober 2002. De consument heeft op 30 oktober 2002 zijn klacht al voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Naar aanleiding van een vermelding op het internet heeft de consument de onderhavige auto gekocht. Op die site werd de auto aangeboden met BOVAG-garantie.   In strijd met gemaakte afspraken heeft de ondernemer nagelaten om een tweede sleutel en een aantal bescheiden die bij de auto horen mee te leveren. Onder die bescheiden bevond zich ook het keuringsbewijs van de APK. Een week na aankoop raakte de sensor van de luchthoeveelheidsmeter defect en trad een lekkage op bij het oliehuisfilter. De ondernemer heeft geweigerd om deze defecten onder de door hem gegeven garantie te herstellen, omdat hij naar zijn zeggen al te veel van de prijs had afgedaan. De consument heeft de defecten zelf moeten laten herstellen voor een bedrag van € 540,26.   Een maand later ging de stuurbekrachtiging kapot. Bovendien ontving de consument een bekeuring vanwege het rijden met een auto die niet APK-gekeurd was. Omdat de ondernemer het keuringsrapport niet had opgestuurd, was de consument daarvan niet op de hoogte. Na de auto alsnog te hebben laten keuren heeft de consument diverse reparaties moeten laten uitvoeren. Inclusief herstel van de stuurbekrachtiging kwam dat op een bedrag van € 675,19. De bekeuring was € 80,–. Het totaal aan kosten als gevolg van het tekortschieten stelt de consument op € 1.295,45.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Bij aankoop is de BOVAG-garantie niet uitgesloten. In het aankoopgesprek is in het geheel niet over garantie gesproken. In de advertentie op het internet staat het BOVAG-logo en het bedrijf hangt vol met borden en schilden, dus dan ga ik ervan uit dat het een bona fide bedrijf is dat volgens de BOVAG-voorwaarden garantie verleent.   De consument verlangt vergoeding van de door hem gestelde kosten.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De auto is door hem verkocht voor een “meeneemprijs”, zoals ook stond vermeld op de internetsite. Dat betekent dat de auto zonder garantie wordt verkocht. Door een communicatiestoring tussen hem en de consument is op de factuur niet vermeld dat de auto werd verkocht “zoals gezien en bereden, zonder garantie”.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De ondernemer is aangesloten bij de BOVAG en heeft in zijn reclame door het plaatsen van de BOVAG-logo aan de consument te kennen gegeven, althans bij hem het in rechte bescherming verdienend vertrouwen opgewekt, te handelen volgens de BOVAG-standaardbepalingen. Artikel 2 van de toepasselijke BOVAG-standaardbepalingen schrijft voor dat de koopovereenkomst schriftelijk dient te worden vastgelegd. In het onderhavige geval staat vast dat de ondernemer zulks heeft nagelaten. Nu de ondernemer heeft nagelaten een schriftelijke koopovereenkomst op te maken, is het aan hem om aan te tonen dat de consument bij aankoop van de auto uitdrukkelijk heeft afgezien van de BOVAG-garantie. De ondernemer heeft zulks in deze zaak in onvoldoende mate gedaan. Nu derhalve niet kan worden aangenomen dat de consument uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van BOVAG-garantie, moet worden aangenomen dat de auto, waarvan de koopsom het bedrag van € 4.500,– overtrof, met een dergelijke garantie is verkocht en geleverd.   Voorts staat vast dat de consument binnen de garantietermijn defecten heeft gemeld bij de ondernemer, die de consument heeft medegedeeld niet bereid te zijn die om niet te verhelpen, omdat – en zulks naar het oordeel van de commissie ten onrechte – er geen garantie was gegeven. Aldus heeft de ondernemer jegens de consument zijn verplichtingen, voortvloeiend uit de koopovereenkomst, niet nagekomen. Zulks betekent dat de consument jegens de ondernemer aanspraak heeft op vergoeding van die kosten die onder de afgegeven garantie voor rekening van de ondernemer behoren te komen.   Daartoe behoren naar het oordeel van de commissie ook de kosten die het gevolg zijn geweest van de APK-keuring die de auto heeft moeten ondergaan (de factuur van [naam garagebedrijf] met [nummer]). De koop is tot stand gekomen op 30 oktober 2002. Blijkens door de ondernemer niet weersproken stellingname is daarbij door de ondernemer aangegeven dat de auto goedgekeurd was voor de APK en dat de ondernemer het keuringsbewijs zou nasturen. Gelet op die mededeling van de ondernemer mocht de consument er van uitgaan dat één van de eigenschappen van de gekochte auto was dat deze ten tijde van de aflevering goedgekeurd was voor de APK. Achteraf is gebleken dat de ondernemer de consument door het doen van deze mededeling regelrecht op het verkeerde been heeft gezet, omdat de onderhavige auto blijkens het door de consument overgelegde schrijven van de Rijksdienst voor het Wegverkeer d.d. 22 januari 2003 uiterlijk op 23 juli 2002 gekeurd had moeten zijn, hetgeen niet het geval was. Uit dat schrijven volgt dat de ondernemer nalatig is gebleven om de auto tijdig te keuren en daaraan die herstelwerkzaamheden te verrichten die nodig waren om de auto goedgekeurd te krijgen.   De commissie is van oordeel dat aldus in voldoende mate is komen vast te staan dat de auto niet over die eigenschappen heeft beschikt die de koper op grond van de overeenkomst en de in het kader van de totstandkoming daarvan door de ondernemer gedane mededelingen mocht verwachten. Door de verzekering van de ondernemer dat de auto goedgekeurd was en dat het keuringsbewijs zou worden nagestuurd hoefde de consument immers (ondanks het ontbreken van een keuringsbewijs bij de aflevering) niet te twijfelen aan de omstandigheid dat de auto was goedgekeurd voor de APK, althans niet in die mate dat van hem verlangd mocht worden dienaangaande zelf een nader onderzoek in te stellen.   De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer de consument iets anders heeft geleverd dan de consument heeft gekocht, namelijk een niet voor de APK goedgekeurde auto, waar de consument een wel goedgekeurde auto meende (en mocht menen) te hebben gekocht. Daarmee staat vast dat de ondernemer tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen. Op grond van het bepaalde in artikel 7:21 en artikel 7:24 BW kan de koper aanspraak maken op herstel van de gebreken en/of schadevergoeding, waaronder tevens vergoeding van de gevolgschade die bestaat uit een bekeuring wegens het rijden met een ongekeurde auto.   De ondernemer is niet bereid gebleken om tot herstel van gebreken over te gaan, waarna de consument voor eigen rekening herstelwerkzaamheden heeft laten uitvoeren om de auto te brengen in de staat waarin deze aan de koopovereenkomst voldeed, dan wel ter reparatie van gebreken die onder de verleende garantie om niet door de ondernemer hersteld hadden moeten worden. De commissie is van oordeel dat de met dit herstel samenhangende kosten het gevolg zijn van het tekortschieten van de ondernemer en dat hij op grond van de genoemde wettelijke bepalingen, c.q. op grond van wanprestatie bij de nakoming van de overeengekomen garantiebepalingen, gehouden is de door de consument in voldoende mate aangetoonde schade, in totaal een bedrag van € 1.295,45, te vergoeden.   Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de klacht van de consument gegrond is.   Daarom zal worden beslist als hierna te melden.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.295,45. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 115,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 10 juli 2003.