geen sprake van dwaling. Bouwjaar bungavan niet genoemd in koopovereenkomst. Eigen informatieplicht consument

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Informatie    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118544

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil gaat over de aankoop van een ‘bungavan’.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Vóór de aankoop van de bungavan is mij door de ondernemer meerdere malen meegedeeld dat het bouwjaar van de bungavan 2009 is. Achteraf is mij echter gebleken dat het bouwjaar 1999 is. Nu wij de ondernemer daar op aanspreken, geeft hij niet thuis, in die zin dat hij ons laat weten dat nooit gezegd te hebben. We zijn van mening dat er  – gelet op de ons verstrekte informatie – sprake is van dwaling.

In een nader schrijven heeft de consument de commissie er van op de hoogte gebracht dat de bungavan inmiddels is verkocht. Ter zitting heeft hij hierop aanvullend verklaard dat de bungavan vóór 1 januari 2019 van het terrein van de ondernemer zal zijn verwijderd.

De consument verzoekt de commissie een vergoeding toe te kennen van € 3.899,– in verband met juridische bijstand. Tevens verzoekt hij de commissie te bepalen dat de ondernemer de aankoopsom van de bungavan terugbetaalt, alsmede een niet nader genoemd bedrag aan kosten. Ten slotte is de consument van mening dat de ondernemer geroyeerd dient te worden als lid van de RECRON.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument wens als oplossing voor het onderhavige geschil dat de ondernemer het aankoopbedrag van de bungavan terugbetaalt, waarbij hij een beroep doet op dwaling. Bovendien wenst de consument de kosten van rechtsbijstand vergoed te krijgen. Ten slotte wenst de consument dat de ondernemer wordt geroyeerd als lid van de RECRON.

Een duidelijke en gemotiveerde onderbouwing van het beroep op dwaling ontbreekt. De ondernemer heeft weersproken dat er sprake is van dwaling. De consument gaat echter de inhoudelijke discussie uit de weg en heeft niet meer gereageerd op brieven die hem namens de ondernemer zijn gestuurd.

De ondernemer persisteert bij het ingenomen standpunt inzake dwaling en zal dan ook niet overgaan tot terugbetaling van het aankoopbedrag van de bungavan.

De door de consument opgevoerde kosten aan juridische bijstand zijn niet onderbouwd met bewijsstukken. Daarnaast zijn ze buitensporig en niet reëel. Deze kosten komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking.

Het verzoek van de consument om de ondernemer te laten royeren als lid van de RECRON heeft hij niet onderbouwd. Er is geen enkele grondslag waarop de consument dit kan vorderen. Dit verzoek dient dan ook afgewezen te worden.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft een bungavan gekocht van de ondernemer. Hij beroept zich er op dat bij het sluiten van de koopovereenkomst aan zijn kant sprake is geweest van dwaling. Meer concreet stelt de consument dat de ondernemer hem voorafgaande aan de koop een onjuist bouwjaar van de bungavan heeft genoemd. Indien hij het juiste bouwjaar had geweten, had hij de koopovereenkomst niet gesloten, dan wel had hij een koopovereenkomst gesloten met daarin opgenomen een lagere prijs dan die hij nu heeft betaald.

De ondernemer heeft weersproken dat hij het door de consument genoemde bouwjaar heeft genoemd. Ter zitting heeft hij gewezen op de schriftelijke koopovereenkomst van 22 mei 2017, waarin onder meer staat dat de bungavan is gekocht ‘zoals gezien’ en dat er in de koopovereenkomst in het geheel geen bouwjaar wordt vermeld.

Voor een (geslaagd) beroep op dwaling dient er sprake te zijn van een onjuiste voorstelling van zaken en deze onjuiste voorstelling moet zo essentieel zijn, dat zonder deze onjuiste voorstelling de overeenkomst niet was gesloten. Bovendien moet de dwaling te wijten zijn aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten. Niet is gebleken dat consument ten tijde van de koop een onjuiste voorstelling van zaken had. Kennelijk was het bouwjaar van de bungavan van zodanig ondergeschikt belang, dat informatie daarover niet de in de koopovereenkomst is opgenomen.

Los van het antwoord op de vraag van welk bouwjaar de bungavan is, stelt de commissie vast dat partijen een koopovereenkomst hebben gesloten inzake de aankoop van de bungavan waarin geen bouwjaar van de bungavan wordt vermeld en waarin slechts wordt vermeld dat de bungavan is gekocht ‘zoals gezien’. Als de consument zekerheid had willen hebben over het bouwjaar van de bungavan, had het naar het oordeel van de commissie op zijn weg gelegen om het bouwjaar van tevoren grondig te verifiëren en in ieder geval op te laten nemen in de koopovereenkomst. 
De enkele mededeling van de kant van de consument dat de ondernemer bij het aangaan van de overeenkomst als bouwjaar 2009 heeft genoemd, wordt door de ondernemer weersproken zodat de door de consument gestelde dwaling niet is komen vast te staan.

Gelet op het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit
mr. H.A. van Gameren, voorzitter,
mr. J.M. Huysman-Hartkamp en P.W.M. Meijkamp, leden, op 13 november 2018.