
Commissie: Recreatie
Categorie: Opzegging
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
172887/177822
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht een chalet op het terrein van de ondernemer. Ongeveer een maand daarna werd een herstructurering aangekondigd. Als de consument had geweten dat er herstructureringsplannen waren, was hij niet tot de koop overgegaan. De consument verlangt een vergoeding van de geleden schade, alsmede een vergoeding voor gederfd recreatiegenot. De ondernemer stelt dat de consument op de hoogte had kunnen zijn van de herstructureringsplannen. Immers, dit staat op de factuur van overdracht. Er is volgens de ondernemer voldaan aan de informatieplicht conform de RECRON-voorwaarden. De commissie oordeelt dat de consument van de herstructurering had kunnen weten, omdat dit op de overdrachtsfactuur stond. Ook is er naar het oordeel van de commissie niet opzettelijk informatie achtergehouden door de ondernemer. De klacht is ongegrond verklaard.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de koop en overdracht van een chalet en de overeenkomst inhoudende de overdracht van een jaarplaats en de herstructurering van het recreatiepark van de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na aankoop van een chalet op 13 maart 2021 op een staanplaats van de ondernemer wordt nog geen maand na het tekenen van het overdrachtsformulier/overeenkomst vaste plaats een herstructurering aangekondigd. Als de consument de plannen omtrent een herstructurering bij of voor het sluiten van de overeenkomst had geweten zou zij de overeengekomen aankoop en overdracht niet zijn aangegaan. De ondernemer heeft met opzet deze informatie niet verschaft.
De consument wenst vergoeding van alle geleden schade die zij lijdt of zal lijden ten gevolge van ontruimen, verplaatsen, de waardevermindering en het opnieuw installeren van het chalet alsmede vergoeding van het gederfde recreatiegenot.
Na de mondelinge behandeling heeft de consument zoals verzocht nadere stukken ingebracht.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Het is juist dat de ondernemer in een herstructureringstraject zit, echter formeel pas per 16 december 2021 toen de formele opzeggingen vanwege herstructurering per aangetekend schrijven naar onze jaargasten verstuurd zijn.
Eind 2020 is overeenstemming bereikt over samenwerking tussen hem met twee nieuwe partners. Conform onze informatie- én mededelingsplicht is deze samenwerking op 5 december 2020 ook kenbaar gemaakt aan alle jaargasten middels een nieuwsbrief. Hierin wordt tevens gemeld dat de komende maanden gewerkt wordt aan een stappenplan voor ontwikkelingen/herstructurering voor de komende vijf jaar en in het voorjaar hierop terug zal worden gekomen.
Aangezien de aankoop van het chalet door de consument op 13 maart 2021 is gedaan heeft dit eerste schrijven haar mogelijkerwijs niet bereikt. Echter, op het moment van aankoop van het chalet was zij wel degelijk op de hoogte van de aankomende herstructureringsplannen, temeer omdat deze informatie op de overeenkomst ‘factuur van overdracht’ staat vermeld welke ook door haar is ondertekend. De alinea over de aankomende herstructureringsplannen op de overdrachtsfactuur is als volgt: “u bent op de hoogte gebracht dat er heden plannen worden gemaakt om op ons park een jaarronde exploitatie te krijgen. Het park wordt binnen nu en vijf jaar geherstructureerd; er wordt geïnvesteerd in horeca, centrumvoorzieningen en verhuuraccommodaties. Heden is niets bekend wat de gevolgen zijn voor uw jaarplaats; of deze behouden kan blijven, moet worden verplaatst of moet worden stopgezet is nu nog niet bekend.”
Met deze informatie is op dat moment aan de informatieplicht voldaan conform de RECRON-voorwaarden.
Vervolgens is er informatie verstrekt aan de jaargasten op 12 april 2021, 3 augustus 2021 en 24 september 2021 met updates over de voortgang.
De informatie die wij tussen 5 december 2020 en 12 april 2021 gecommuniceerd hebben is leidend en meer dan deze plannen was er dan ook niet te communiceren. Noch op het moment van aankoop van het chalet, noch op het moment dat de ondernemer op 12 april de jaargasten nader informeerde over de plannen, was er sprake van de wetenschap bij de ondernemer dat de huurovereenkomsten definitief en formeel zou worden opgezegd per eind 2022.
Conform de RECRON-voorwaarden, artikel 11 h, kan een ondernemer pas opzeggen als er een concreet en uitvoerbaar plan aan ten grondslag ligt. In april 2021 moest er nog een principeverzoek tot herstructurering worden ingediend bij de gemeente [gemeente]. Hieruit blijken herstructureringsplannen, maar staat ook vast dat er nog niets concreet is over de tijdsplanning waarin de plannen uitgevoerd zouden kunnen worden en wat de gevolgen van deze plannen zijn voor de jaarplaatsen. Ook de informatiememo van 3 augustus 2021 naar alle jaargasten met een update van de voortgang van de herstructurering geeft duidelijk aan dat er nog niets concreet is en dat de komende maanden nodig zijn om dit uit te werken.
De ondernemer is dan ook van mening alle informatie die op basis van de feiten kon worden gedeeld met de consument ook is gedeeld. Van het met opzet onthouden van informatie is dan ook geen sprake.
Voorts wordt het kwaliteitsverbeteringsplan van 7 oktober 2020 aangehaald waarmee de consument suggereert dat de ondernemer toch eerder bekend zou zijn met de herstructureringsplannen.
Daarover is naar haar rechtsbijstandsverlener aangegeven; “over deze communicatie met de gemeente [gemeente] kunnen wij u melden dat dit uit naam van de eigenaar van dat moment, de heer […] is gedaan. Er zijn meerdere – voor hem helaas tevergeefs – eerdere pogingen gedaan om te komen tot herstructureringsplannen en zo het park bedrijfseconomisch overeind te houden. De verzoeken die hiervoor door hem bij de gemeente zijn ingediend, hebben niet geleid tot concrete planvorming in welke vorm dan ook. De ondernemer en de huidige herstructureringsplannen staan hier helemaal los van en kunnen hiermee niet geassocieerd worden.”
Ook benoemt de consument het uittreksel van de Kamer van Koophandel van zowel [aanbieder] als [aanbieder] evenals de naamswijziging van [aanbieder] naar [aanbieder] met logo gebruik. Hierover merkt de ondernemer op dat na het besluit van de overeengekomen samenwerking van de drie partners (eind 2020) er inderdaad de nodige zaken zoals het oprichten van een nieuwe BV geformaliseerd moesten worden. Een organisatie is niet van de een op andere dag verkocht en overgedragen, hier is het eerste half jaar 2021 voor nodig geweest om allerlei zaken te formaliseren. De voormalige eigenaar en de nieuwe eigenaren zijn uiteindelijk overeengekomen om de exploitatie per juli 2021 via de nieuwe [aanbieder] te laten verlopen. Dit is aldus meegedeeld aan alle jaargasten tegelijkertijd met het communiceren van de tarieven 2022 in het schrijven van 24 september 2021. Dat is tevens het moment geweest dat de ondernemer is gaan communiceren met het nieuwe logo.
Tot slot stelt de consument dat de jaarnota 2021 zou lopen van 8 september 2020 tot en met 7 september 2021. Dit is niet juist. Er staat duidelijk op de jaarnota vermeld dat het gaat om de periode lopende van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021. De ondernemer is conform de RECRON-voorwaarden verplicht om drie maanden voor het einde van het overeenkomstjaar aan de recreant schriftelijk bekend te maken wat het jaargeld is voor het komende overeenkomstjaar.
De jaarnota is op 8 september 2020 al verzonden om de jaargasten inzicht te geven in de aankomende jaarkosten waarbij er ook een kortingsregeling wordt aangeboden bij het vroegtijdig betalen van de jaarnota.
De ondernemer heeft met het verstrekken van de informatie aan de informatieplicht én mededelingsplicht voldaan, conform de geldende RECRON-voorwaarden. De ondernemer is dan ook van mening op basis van bovenstaande feiten en argumenten niet aansprakelijk te kunnen worden gesteld voor de door de consument gestelde financiële schade.
Na de mondelinge behandeling heeft de ondernemer zoals verzocht nadere stukken ingebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt vast dat de consument ten tijde van de aankoop van het chalet en de overdracht van de staanplaats voor dit chalet op de hoogte was van aankomende herstructureringsplannen. Immers, op de door haar getekende ‘factuur van overdracht’ staat vermeld: “u bent op de hoogte gebracht dat er heden plannen worden gemaakt om op ons park een jaarronde exploitatie te krijgen. Het park wordt binnen nu en vijf jaar geherstructureerd; er wordt geïnvesteerd in horeca, centrumvoorzieningen en verhuuraccommodaties. Heden is niets bekend wat de gevolgen zijn voor uw jaarplaats; of deze behouden kan blijven, moet worden verplaatst of moet worden stopgezet is nu nog niet bekend.”
Echter, volgens de consument is er sprake van opzettelijk dan wel bewust achterhouden door de ondernemer van de toen al bekende zekerheid dat het park door de ondernemer zou worden omgebouwd tot een vakantiepark met recreatiewoningen zonder camping en zonder particuliere jaarplaatsen.
Uit hetgeen partijen daarover hebben aangevoerd en hebben ingebracht aan stukken is zulks naar het oordeel van de commissie niet gebleken. Het daarop gegronde betoog van de consument te weten dat als zij deze informatie zou hebben geweten zij niet tot de koop van het chalet en de overdacht van de jaarplaats zou zijn overgegaan, faalt dan ook. De eveneens daarop gebaseerde vordering tot schadevergoeding wijst de commissie dan ook af.
Voor zover partijen twisten over de vraag over welke periode de jaarafrekening 2021 loopt, blijkt uit de ingebrachte jaarnota dat het gaat om de periode lopende van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021.
Voor zover de consument heeft willen betogen haar jaarplaats niet te hebben opgezegd is van belang dat de ondernemer onweersproken heeft gesteld dat de formele opzeggingen van de betreffende staanplaatsen vanwege herstructurering schriftelijk per 16 december 2021 heeft plaatsgevonden. Een dergelijke opzegging ten aanzien van haar staanplaats door de ondernemer is niet door de consument ingebracht. Veeleer blijkt uit een mailbericht van 13 december 2021 van de ondernemer aan de consument dat een opzegging van de huurovereenkomst van de zijde van de ondernemer niet aan de orde is. Voorts komt uit de ingebrachte stukken naar voren dat op 4 en 5 november 2021 het chalet op transport gaat en de consument dit aan de ondernemer per mail van 23 augustus 2021, dus ruim voor de hiervoor genoemde formele opzegging door de ondernemer, laat weten.
De commissie houdt het er bij gebrek aan onderbouwing van de consument dan ook voor dat de consument in deze heeft opgezegd en niet de ondernemer. Van een verplichting tot tegemoetkoming voor de ondernemer is in dat geval dan ook geen sprake.
De klacht van de consument zal dan ook ongegrond worden verklaard met afwijzing van het door de consument verlangde.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw mr. M. de Rooij – Slager, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 4 oktober 2022.