Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Lig- en/of Bergplaatsen
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT98.003
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit de bemiddeling bij de verkoop van het schip van de consument, uit de huur van een ligplaats en uit werkzaamheden aan de motor van het schip van de consument.
De consument heeft zijn klachten op 12 augustus 1997 schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:
De consument heeft de ondernemer ingeschakeld om te bemiddelen bij de verkoop van zijn schip, een Hurley kajuitzeilboot 700 uit 1978. De consument heeft de volgende klachten:
– er is een verkoopprijs van f 16.500,– overeen gekomen maar er is aan de consument slechts f 16.000,– uitbetaald
– er is een provisie van 8 % over f 16.500,– overeen gekomen, maar de ondernemer bracht 10 % over f 16.000,– in rekening
– de ondernemer had aangeboden de motor voor f 500,– te repareren maar bracht f 865,71 in rekening
– de ondernemer heeft ten onrechte liggeld ad f 2210,85 voor het seizoen 1997/ 1998 in rekening gebracht.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:
De consument heeft mondeling ingestemd met de verkoopprijs van f 16.000,–.
Tot 31 mei 1997 gold blijkens de bemiddelingsovereenkomst een provisie van 8 %. Voor de periode daarna is telefonisch een courtage van 10 % overeen gekomen. De consument zou het contract ondertekenen bij zijn eerste bezoek aan de werf.
Bij een proefvaart met de nieuwe eigenaar van het schip bleek dat de motor niet koelde en daardoor warm liep. De door de ondernemer genoemde prijs van f 500,– voor de reparatie van de motor was slechts een richtprijs.
De huur van een ligplaats loopt door tenzij de consument de huurovereenkomst tijdig opzegt, hetgeen hij echter niet heeft gedaan. Verkoop van de desbetreffende boot leidt, overeenkomstig de HISWA-voorwaarden, niet tot de verplichting tot restitutie van het liggeld.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen:
De Commissie moet allereerst constateren dat zij niet bevoegd is om kennis te nemen van het geschil, voorzover dit betrekking heeft op de bemiddeling door de ondernemer bij de verkoop van het schip. De bevoegdheid van de Commissie vloeit, voorzover het de bemiddeling betreft, voort uit de toepasselijkheid van de HISWA algemene voorwaarden bemiddeling jachtmakelaars c.q. het lidmaatschap van de Sectie Jachtmakelaars van HISWA. De genoemde algemene voorwaarden voorzien in de mogelijkheid dat geschillen tussen een consument en een jachtmakelaar desgewenst door de Commissie worden beslecht. Het gebruik van deze algemene voorwaarden is, zo blijkt ook uit artikel 1 van deze algemene voorwaarden, uitdrukkelijk voorbehouden aan de leden van de Sectie Jachtmakelaars van HISWA-vereniging. Het is de Commissie ambtshalve bekend dat de onderhavige ondernemer wel lid is van HISWA-vereniging, maar niet van de Sectie Jachtmakelaars.
Het feit dat de ondernemer op zijn briefpapier vermeldt dat op al zijn leveringen van goederen en diensten de betreffende HISWA-voorwaarden van toepassing zijn, is in dit opzicht misplaatst. Voor zijn bemiddelingsactiviteiten is het de ondernemer immers niet toegestaan om de desbetreffende algemene voorwaarden (lees: de HISWA algemene voorwaarden bemiddeling jachtmakelaars) te hanteren.
Dit doet aan bovenbedoelde onbevoegdheid van de Commissie overigens niet af.
Om deze reden kan de Commissie niet oordelen over hetgeen teveel aan courtage zou zijn berekend en over hetgeen te weinig zou zijn uitbetaald in het kader van de verkoop van het schip aan de consument.
De klacht over hetgeen teveel in rekening is gebracht aan de consument voor de reparatie van de motor acht de Commissie gegrond. Partijen zijn het er over eens dat een bedrag van f 500,– is genoemd. Wat partijen verdeeld houdt is of dit een vaste prijs dan wel een richtprijs was. Het had in de gegeven omstandigheden op de weg van de ondernemer gelegen om te bewijzen of aannemelijk te maken dat er een bedrag van meer dan f 500,– is overeen gekomen. De ondernemer is daarin niet geslaagd. Aan de consument dient derhalve het meerdere, zijnde f 375,61, te worden gerestitueerd.
De klacht over het liggeld acht de Commissie ongegrond. Een overeenkomst tot huur van een ligplaats wordt verlengd behoudens opzegging uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode (artikel 10, tweede lid van de toepasselijke HISWA algemene voorwaarden huur- en verhuur lig- en/of bergplaatsen voor vaartuigen en aanverwante artikelen). Dat de consument tijdig heeft opgezegd is gesteld noch gebleken. Het feit dat gedurende de periode van de huur van de ligplaats het schip is verkocht, doet hieraan niet af. De HISWA-voorwaarden verplichten de ondernemer niet tot restitutie van een evenredig deel van het liggeld bij tussentijdse verkoop van het schip. Restitutie van een evenredig deel van het liggeld indien de ondernemer er in slaagt om de desbetreffende ligplaats wederom te verhuren, is een vorm van coulance waartoe de ondernemer niet verplicht kan worden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen voorzover dat betrekking heeft op de bemiddeling door de ondernemer bij de verkoop van het schip.
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van ƒ 375,61. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 25 september 1998.