
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Prijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
INS07-0085
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 28 november 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden (afvoer ontstoppen) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 532,50. De werkzaamheden zijn verricht in de periode van 28 november 2006 tot op of omstreeks 1 december 2006. De consument heeft op 30 januari 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft een bedrag van € 532,50 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft nodeloos werk verricht. Hem is de opdracht gegeven de gootsteenafvoer te ontstoppen. Op 28 november 2006 kwam er één medewerker. Een deugdelijk onderzoek naar de oorzaak van de verstopping heeft die dag niet plaatsgevonden. Zonder onderzoek stelde deze medewerker dat er een prop in de afvoer onder de vloer zou zitten. Omdat zij bij werken onder de grond met zijn tweeën moesten zijn, kon hij toen verder niets doen. Vervolgens zijn op 1 december 2006 twee medewerkers gekomen die alle afvoeren hebben gecontroleerd, behalve de afvoerbuis van de gootsteen naar de algemene afvoer. Ondanks het feit dat de consument had verzocht om het ontstoppen van de gootsteenafvoer is die niet onderzocht. Aan het eind van de dag was het probleem nog niet opgelost. Daarop heeft de ondernemer een ander bedrijf ingeschakeld om het werk verder uit te voeren. Dit deelde de mening van de consument dat het ontstoppen van een gootsteen begint bij de gootsteenafvoer. Bij de uitvoering van de werkzaamheden constateerde dit bedrijf dat één van de medewerkers van de ondernemer een onderdeel verkeerd had gemonteerd, waardoor dit bedrijf haar werkzaamheden niet af kon maken. Pas op 4 december 2006 kon het probleem uiteindelijk worden opgelost en bleek het ontstoppen van de gootsteen mogelijk. De ondernemer heeft de rekening van het door haar ingeschakelde bedrijf met een opslag doorgefactureerd aan de consument. De consument verlangt vaststelling van het bedrag dat hij redelijkerwijs aan de ondernemer dient te betalen. Het gefactureerde bedrag vindt hij te hoog, omdat hierin mede die werkzaamheden zijn betrokken die nodig waren om de door een medewerker van de ondernemer gemaakte fout te herstellen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Bij een bezoek van één van de medewerkers van de ondernemer is geconstateerd dat de horizontaal liggende buis in de kruipruimte volledig vol stond met water of aanslag. Er leek daarom meer aan de hand te zijn dan een kleine verstopping en er is een vervolgafspraak gemaakt, omdat de monteur op dat moment niet over de benodigde middelen en voldoende tijd beschikte. Op die afspraak is een andere monteur aan het werk gegaan. Op verschillende manieren is geprobeerd de verstopping te verhelpen. Daarbij is een hoge druk slang vast komen te zitten, doordat in het riool niet correcte hulpstukken waren verwerkt. Een tweede monteur was noodzakelijk om assistentie te verlenen. De ondernemer kan zich voorstellen dat de monteurs door alle tegenslagen op het verkeerde been zijn gezet ten aanzien van de uiteindelijke klacht. De ondernemer heeft vervolgens een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld. Ook dat heeft nog geruime tijd nodig gehad om de verstopping op te heffen, dus daaruit volgt genoegzaam dat het geen eenvoudige verstopping is geweest. De ondernemer heeft alleen de kosten van het door hem ingeschakelde gespecialiseerde bedrijf doorbelast, met een opslag, maar niet zijn eigen kosten (berekend op € 324,95 in een pro forma factuur). Dat lijkt hem onder de gegeven omstandigheden alleszins redelijk. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De monteur die eerst langs is gekomen heeft gekeken wat verstandig was. Hij heeft de spoelbak geprobeerd. Van de consument vernam hij dat pas na verloop van enige tijd de bak vol liep. Daaruit viel af te leiden dat het probleem niet in de zwanenhals zat, maar verderop in de afvoer. Vervolgens heeft hij geconstateerd dat de buis in de kruipruimte vol water bleef staan. Dat probleem viel met een veer niet op te lossen. Daar moest zwaarder materiaal bij betrokken worden: reiniging met een hoge druk spuit. Mijn personeel heeft geen chemisch middel gebruikt, omdat het probleem niet in de zwanenhals zat. Dat spul gebruik je alleen bij problemen in de zwanenhals. Een dergelijk middel is ook zeer agressief en de vrees bestond dat dit de leidingen zou gaan aantasten. Alleen prikken met de veer was ook niet voldoende. Dan kun je een gaatje maken in de prop, maar je loopt dan de kans dat dat meteen weer dicht gaat zitten en dan komt de klacht weer terug. Bij het werk bleek dat de aannemer bij het aanleggen van de riolering verkeerde hoekstukken heeft gebruikt. Gebruikelijk is dat hoekstukken met een bocht van 45 graden worden gebruikt, juist om in geval van verstoppingen het probleem makkelijker te kunnen verhelpen. In dit geval zijn hoekstukken van 90 graden gebruikt. Daardoor is de hoge druk slang in de afvoer vast komen te zitten en daardoor zijn mijn mensen in verwarring geraakt. Dat is het moment geweest, waarop is besloten een derde in te schakelen. Die heb ik ingeschakeld. Vervolgens heb ik de rekening van die derde aan de consument doorbelast, zonder verder nog iets in rekening te brengen voor de werkzaamheden die mijn personeel voor hem hadden uitgevoerd. Ik merk nog op dat door de wijze van reageren van de consument de klachten zijn toegenomen. Wij zijn twee of drie keer gebeld over de verstopping, en telkens werd even later weer gebeld dat het probleem zich niet meer zou voordoen. Ik ben er van overtuigd dat daardoor het probleem juist is verergerd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit hetgeen de ondernemer bij zijn eerste bezoek heeft vastgesteld en aan hetgeen de ondernemer heeft mogen begrijpen uit de omschrijving van de klacht van de consument, kon hij afleiden dat de verstopping in kwestie niet was gelegen in de zwanenhals onder de afvoer van de gootsteen in de keuken zelf. De omstandigheid dat daar niet direct een onderzoek naar is gedaan, levert dus geen grond op om aan te nemen dat de ondernemer zijn werk niet goed heeft gedaan. Overigens is ook afdoende gebleken dat de verstopping in kwestie geen simpele verstopping van de zwanenhals bij de afvoer is geweest, maar bestond uit een prop verderop in het afvoerstelsel. Dat het personeel van de ondernemer vervolgens op allerlei plaatsen heeft gekeken, is verder in het kader van deze zaak niet relevant. Want wat er ook zij met betrekking tot de vraag of dat nodig was: vast staat dat de consument hiervoor niets in rekening is gebracht. Uiteindelijk heeft de ondernemer de consument immers slechts belast met de rekening van het door hem ingeschakelde tweede bedrijf met een opslag van iets minder dan € 30,– exclusief BTW. De omvang van het gefactureerde volgt direct uit de omstandigheid dat door de constructie van de afvoerleiding een hoge druk slang vast is komen te zitten, waardoor ingrijpende werkzaamheden nodig waren. De commissie is van oordeel dat dan ook niet is gebleken dat het gefactureerde bedrag onredelijk hoog is of dat omstandigheden bestaan op grond waarvan (een deel van) die factuur voor rekening van de ondernemer zou moeten worden gelaten. Op grond van het voorgaande beslist de commissie dan ook als volgt. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad € 532,50 wordt betaald aan de ondernemer Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 8 oktober 2007.