Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Ontbinding overeenkomst / Reparatie
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
438913/452348
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen ondernemer en consument betreffende de aankoop en levering van een televisie. De aangeschafte televisie van consument is na een paar jaar defect gegaan. Daarvan heeft hij een melding gemaakt. Tot op heden wordt de consument aan het lijntje gehouden. De televisie valt nog steeds onder de wettelijke garantie. De ondernemer heeft geen standpunt aan de commissie kenbaar gemaakt. Wel heeft de consument een email ontvangen met een excuus en dat als de consument na een tijdje nog niets hoort nogmaals contact moet opnemen. De commissie beslist als volgt. De ondernemer heeft het voornemen om de televisie te laten repareren door een derde. Aan dit voornemen is tot op heden geen inhoud gegeven. Nu reparatie niet aan de orde is, ligt ontbinding in de rede. De vordering tot terugbetaling van de koopsom wordt toegewezen, nu niet het verweer is gevoerd dat die koopsom naar evenredigheid met de afschrijving moet worden verminderd. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Het geschil is ter zitting behandeld op 17 oktober 2024 te Den Haag en digitaal (via ZOOM). Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting hun standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 5 november 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een TV merk Philips (FZ5A2126016210 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 588,–. De overeenkomst is uitgevoerd. De consument heeft op 27 mei 2024 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 5 november 2021 heb ik via de onlineshop van de ondernemer een Philips tv gekocht ter waarde van €.588,–. Op 26 mei 2024 heb ik online melding gedaan dat deze tv-defect is. Dit is bij de ondernemer genoteerd als serviceopdracht [nummer]. Er zou een reparateur in kennis worden gesteld maar tot op heden word ik enkel aan het lijntje gehouden en is er nog geen oplossing om de tv te repareren of te vervangen. Het lijkt me dat deze casus niet zo moeilijk is omdat deze tv nog steeds onder de (wettelijke) garantie valt.
De consument verlangt: “Koop ongedaan maken Vervanging van product Reparatie van product”
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken. Wel is de volgende informatie van de ondernemer voorhanden in het dossier in de vorm van een email bericht aan de consument: 4 juni 2024 14:54: Beste [naam], Bedankt voor je e-mail. Er is 2 juni een herinnering naar het bedrijf gestuurd. Onze excuses dat je nog niks hebt gehoord van onze monteur. Mocht je na vrijdag 7 juni nog niks hebben vernomen. Zou je dan weer contact op kunnen nemen. Onze excuses voor het ongemak. Hopelijk heb ik je hiermee voldoende geïnformeerd. Heb je nog vragen dan hoor ik het graag. Met vriendelijke groet, Sandra klantenservice
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. Tijdens de mondelinge behandeling bleek geen verweerschrift te zijn ingediend door de ondernemer, en ook is de ondernemer toen niet alsnog (digitaal) verschenen om mondeling diens standpunt toe te lichten. De commissie moet dan ook vaststellen dat in deze zaak geen verweer is gevoerd door de ondernemer. Dit brengt mee dat de primaire vordering van de consument tot ontbinding van de koop met terugbetaling van de koopsom in beginsel voor toewijzing gereedligt, tenzij deze de commissie onrechtmatig of ongegrond voorkomt. In het kader van die beoordeling overweegt de commissie nog het volgende. Kennelijk is sprake geweest van een door de ondernemer verwoord voornemen om de TV in opdracht van de ondernemer door een derde te laten repareren. Aan dat voornemen is kennelijk tot op heden geen inhoud gegeven.
Nu reparatie niet aan de orde is en evenmin alsnog wordt aangeboden/geconcretiseerd, ligt de primair door de consument verzocht ontbinding in de rede. De commissie zal de overeenkomst van partijen ontbinden nu niet is gebleken dat een van partijen dat eerder bij buitengerechtelijke verklaring heeft gedaan. De vordering tot (terug)betaling van de destijdse koopsom van de TV ad € 588,– ligt voor toewijzing gereed, nu niet het verweer is gevoerd dat die koopsom naar evenredigheid met de afschrijving moet worden verminderd. Ambtshalve doet de commissie dat in een zaak als deze waarin geen verweer is gevoerd, niet.
De betreffende TV is niet door de ondernemer afgehaald bij de consument, zodat de ontbinding van de koopovereenkomst van partijen meebrengt dat de consument de TV gereed dient te houden om te worden afgehaald door de ondernemer. De ondernemer dient daartoe initiatief te nemen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer daarom gehouden het klachtengeld aan de consument te voldoen alsmede de bijdrage in de behandelingskosten aan het secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Ontbindt voormelde overeenkomst van partijen en verplicht om die reden:
– de ondernemer bij wijze van ongedaanmakingsverplichting tot (terug) betaling aan de consument van voormelde koopsom groot € 588,–;
– de consument om de TV af te geven aan de ondernemer op een in samenspraak door partijen te bepalen moment, waarop de ondernemer de TV bij de consument dient af te halen.
Betaling van voormeld bedrag van € 588,– dient te geschieden op de wijze die de consument desgevraagd wenst. Betaling van dat bedrag van € 588,– dient plaats te vinden binnen dertig dagen na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd. Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, en de heer W.H.X. Amian en mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 17 oktober 2024.