Geschil over de specificaties van de airco en de kracht van de boegschroef in de koopovereenkomst

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Tekortkoming in de nakoming    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 205457/226704

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil vloeit voort uit de koopovereenkomst tussen consument en ondernemer. Het betreft een klacht over een aantal gebreken aan de boot van de consument. Zo is er een technisch mankement in de airco en heeft de ondernemer niet de vooraf afgesproken zwaardere hek- en boegschroef geïnstalleerd. De consument heeft de boegschroef inmiddels laten vervangen in de winterstalling. Volgens de ondernemer werkt de airco naar behoren, maar kunnen de door de consument gemelde temperatuurverschillen ontstaan. Door de consument is niets bijzonders aangegeven over e airco, en is daarom door de ondernemer een standaardinstallatie geleverd. Ook is de boegschroef zeer geschikt voor boten van het formaat van de consument. Deze zijn geheel volgens de koopovereenkomst geleverd. De ondernemer heeft nog aangeboden de zwaardere schroef tegen meerprijs te monteren. Dit is door de consument geweigerd. De commissie heeft een deskundige gevraagd naar de zaak te kijken.

Wat is de beslissing?

De commissie neemt de bevindingen van het deskundigenrapport over. Zo zou er onvoldoende bewijs zijn dat de airco-installatie ondeugdelijk is. De consument heeft niet aangegeven een specifieke installatie te willen, dit onderdeel is dan ook ongegrond. Wat betreft de kracht van de boeg- en hekschroef stelt de commissie dat deze voldoende kracht heeft voor de specificaties van het schip. Het afgesproken vermogen is geleverd conform de koopovereenkomst, en het verschil in vermogen lijkt gebaseerd te zijn over een subjectieve opvatting van de consument. De commissie acht de klacht daarom ongegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een aantal niet door de ondernemer verholpen gestelde gebreken die zijn geconstateerd enige tijd na oplevering van de boot van de consument, een Boarncruiser Type: 46 Traveler Flybridge met een lengte van 14,29 meter.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Na oplevering van de nieuwbouwboot op 8 oktober 2021 heeft de consument een reeks van gebreken kenbaar gemaakt aan de ondernemer. Na inschakeling van een advocaat en een aantal oplossingen is de lijst beperkt tot een aantal resterende punten. De resterende punten zijn:
1. onjuiste installatie van airco in de salon/stuurhuis;
2. boeg- hekschroef te laag aantal Kgf;
3. ventilator koelkast op lichtschakelaar aangesloten.

Op 10 oktober 2022 hebben de experts de heer [naam] (namens de consument) en de heer [naam] (namens de ondernemer) aan boord de lijst met gebreken doorgenomen. De deskundigen bevestigen dat binnen de salon een verschil van 6 graden kan ontstaan. Volgens expert Boot is een marge van 2 graden gebruikelijk. Partijen zijn het erover eens dat de uitstroomopeningen aan de achterzijde van de airco installatie juist zijn geplaatst, maar aangaande de uitstroomopening in de vensterbank stelt de heer Boot dat de uitstroom achter de pui blokkeert. De advocaat van de consument spreekt hier van een technisch mankement. De heer [naam] heeft hierover gerapporteerd dat gebruikelijk is een koof in de salon boven de ramen te plaatsen. Dit is ook wat gerenommeerde andere werven doen. Dit onderschrijft de conclusie van de heer [naam] dat de keuzes die de werf gemaakt heeft principieel onjuist zijn.

Partijen zijn het over eens dat er gesproken is over een zwaardere hek- en boegschroef bij het
opstellen van de offerte en samenstellen van de lijst met extra’s voor en tijdens de bouw. De consument heeft aangegeven dat op de voorgaande schepen door de consument eveneens in de bouw voor een zwaardere hek- en boekschroef is gekozen. De vaste ligplaats is dus danig gesitueerd dat een zwaardere installatie is vereist. Ook met het oog op doorvaren op latere leeftijd zou dit een zinvolle investering zijn.
Om onnodige schade aan het schip te voorkomen en met meer wind te kunnen varen, heeft de consument inmiddels in de winsterstalling 2022/2023 de boegschroef laten vervangen voor een bedrag van € 7.788,11 minus de inruil € 1.754,50. Per saldo derhalve € 6.033,61. De meerprijs bij de bouw door de ondernemer zou circa € 1.260,- zijn geweest.
De consument benadrukt hier dat van belang is dat door de ondernemer is voorbijgegaan aan het niet gehonoreerde verzoek van de consument om een sterkere hek- en boegschroef te installeren.

Op 16 september 2024 heeft de advocaat van de consument nog een berekening van de vereiste boegschroefcapaciteit (zonder invloed van de wind) en een stuk met betrekking tot de airco overgelegd. De conclusie die hieruit wordt getrokken is dat een temperatuurverschil van 6 graden binnen dezelfde ruimte over het algemeen als onaangenaam en potentieel problematisch wordt beschouwd. Volgens de American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers (ASHRAE) zijn gelijkmatige temperaturen essentieel voor comfort en gezondheid in binnenruimten. Grote temperatuurverschillen kunnen leiden tot ongemakken en gezondheidsproblemen, zoals verkoudheid en hoofdpijn. Daarnaast is het handhaven van een uniforme temperatuur in een ruimte een indicatie van een efficiënt werkende airconditioning. Ongelijke temperaturen kunnen wijzen op een onjuiste luchtstroom of een slecht functionerend systeem. Het wordt aangeraden om temperatuurverschillen binnen dezelfde ruimte tot een minimum te beperken voor optimaal comfort en efficiëntie.

De consument onderschrijft de bevindingen van de door de commissie ingestelde deskundige niet en oordeelt (de wijze van) het onderzoek naar de gebreken door deze deskundige als onvoldoende.

Aanvankelijk heeft de consument verder al snel na oplevering op 15 november 2021 melding gemaakt van een resonerende koelkast/vriezer. Op 22 maart 2022 is was deze status ongewijzigd en ook na een update op 14 mei 2022 van de lijst met gebreken is geen opvolging gegeven aan dit gebrek. In de ingebrekestelling op 4 augustus 2022 is nogmaals de mogelijk oplossing met een losse vriezer als niet adequaat betiteld. Uiteindelijk is dit punt door de werf opgelost en behoeft dit geen verdere bespreking.
De consument verlangt van de commissie toewijzing van de vergoeding van de herstelkosten van de airco in de salon en toewijzing van een vergoeding van de ondernemer in de bijdrage van de kosten voor het vervangen van de boegschroef.

Ter zitting is namens de consument naar voren gebracht dat hij op het standpunt blijft dat de zaak kan worden ingetrokken. Na toelichting daaromtrent van de commissie, heeft de consument besloten onder protest de commissie toestemming te geven de zaak op de twee voorgelegde punten inhoudelijk te behandelen.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer verzoekt de commissie de klachtpunten, gemeld onder 1 en 2 bij het standpunt van de consument, ongegrond te verklaren.

De airco unit werkt naar behoren, meer dan toereikend zelfs, maar dat staat er niet aan in de weg dat sprake kan zijn van temperatuurverschillen in de ruimte die de airco koelt.
De ondernemer heeft zich slechts verplicht om het schip uit te rusten met een goed werkende airco installatie, niet om te zorgen voor specifieke temperatuurwaarden of – verschillen. Wat de ondernemer heeft geleverd is een installatie die op haar schepen van hetzelfde type op dezelfde wijze is ingebouwd en door andere klanten als goed functionerend wordt ervaren.
Indien de consument bij het aangaan van de overeenkomst had aangegeven een installatie te willen die in zoverre afwijkt van hetgeen standaard wordt ingebouwd, dat in de gehele ruimte een gelijke temperatuur zou worden gehandhaafd, dan had de ondernemer kunnen bezien of dit in dit schip mogelijk was en zo ja, tegen welke meerprijs die geleverd kan worden. De consument heeft noch bij de totstandkoming van de overeenkomst noch op enig moment tijdens de bouw iets over de airco installatie gezegd. Nu heeft de consument de standaard installatie gekocht voor de standaardprijs; de kosten die de consument later maakt door achteraf een geavanceerde installatie aan te schaffen, komen daarom voor eigen rekening van de consument.

Voor wat betreft de onvoldoende vermogen van de boeg- en hekschroef, stelt de ondernemer dat de gemonteerde versie geheel overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant is geïnstalleerd. De boegschroef heeft een vermogen van 160 kg/f en is daarmee geschikt voor boten van 14 tot 20 meter, dus zeker ook voor de boot van de consument. De geleverde boeg- en hek- schroeven zijn exact conform de specificatie bij de koopovereenkomst. Schepen van dit type worden altijd met deze schroeven geleverd. Dat de consument de schroeven te licht vindt, is een persoonlijke mening en geen gebrek aan het vaartuig. De aangebrachte boeg- en hekschroef zijn conform de in de getekende koopovereenkomst opgenomen specificatie, waaruit blijkt dat de consument, wat er ook van eerdere mogelijke gesprekken over een ander vermogen zij, daarmee heeft ingestemd.
Als de consument zwaardere schroeven inbouwt, zijn de kosten daarvan voor eigen rekening. De ondernemer heeft op enig moment aangeboden een zwaardere boeg- en hekschroef te monteren, tegen betaling van extra kosten. Dat heeft de consument geweigerd.
De kosten die de consument heeft gemaakt door later alsnog elders monteren van een zwaardere boeg- en hekschroef, zijn derhalve voor rekening van de consument zelf.

Ter zitting geeft de eigenaresse van de onderneming desgevraagd aan dat zij gehoord heeft van de verkoper dat gesproken is over een zwaardere boegschroef en dat monteren daarvan tot de mogelijkheden behoorde, tegen meerprijs. Deze schroef zou in dezelfde tunnel hebben gepast. Uiteindelijk is de consument met de ondernemer schriftelijk overeengekomen dat de standaard boeg- en hekschroef zouden worden geïnstalleerd.

Deskundigenrapport

De door de commissie aangestelde deskundige heeft op 3 april 2024 een onderzoek verricht en op 4 april 2024 zijn rapport uitgebracht.

De deskundige heeft onderzoek gedaan naar de drie genoemde klachtpunten, waarvan de derde is komen te vervallen, omdat partijen hebben medegedeeld dat dit punt door de werf is opgelost.

De deskundige stelt dat voor het vaststellen of een airconditioning voldoet, het eerste klachtpunt, geen normen zijn vastgelegd. Het is afhankelijk van het verwachtingspatroon van eigenaar en het door de werf uitgevoerde verwachtingsmanagement en dus subjectief.
In het vaartuig van de consument is een installatie ingebouwd conform de voor de bouw van het vaartuig geaccepteerde bouwspecificatielijst.
Het is evident dat doordat de achterzijde van de salon is afgeschermd tegen inval van zon door luifel en jaloezieën langs de zijramen en dat hier de uitblaasopening van de airconditioning is gepositioneerd, de achterzijde van de salon, kouder is dan verder naar voren. Zeker wanneer er in het voorste deel van de salon een grote raampartij is die niet geblindeerd kan worden en ook nog eens nagenoeg loodrecht op de zon komt te staan. De deskundige is van mening dat het geïnstalleerde airconditioningsysteem niet gebrekkig is en dat de ervaring van eigenaar verbeterd kan worden door aanbrengen van een UV-scherm/folie voor de voorramen.

De waardering of een boegschroef, het tweede klachtpunt, voldoende sterk is of niet is subjectief. De oorspronkelijk ingebouwde boegschroef was, hoewel indicatief, volgens specificaties van de fabrikant ruim voldoende en voldeed aan de specificaties in “Standaard specificatie Boarncruiser 46 Traveller (01.07.2020)”. De deskundige is van mening dat de origineel ingebouwde boegschroef niet gebrekkig of van onvoldoende vermogen was.
De omvang van de klachten is naar het oordeel van de deskundige gering.

Beoordeling van het geschil

Voorafgaande aan de inhoudelijke behandeling van het geschil overweegt de commissie naar aanleiding van het verzoek van de consument om intrekking van het geschil als volgt.
Een klacht kan niet door slechts één van partijen worden ingetrokken. Partijen hebben met het voorleggen van de klacht aan de commissie een overeenkomst van opdracht (ex artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) met de commissie gesloten. Deze opdracht houdt in dat de commissie een bindend advies dient te geven over de ingediende klacht. Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kunnen partijen, oftewel de opdrachtgevers, slechts gezamenlijk de opdracht opzeggen. Dit is niet gebeurd, nu de ondernemer niet instemt met intrekking van de klacht. De commissie is dan ook van oordeel dat de overeenkomst van opdracht niet is beëindigd, waardoor de klacht nog steeds ter beoordeling van de commissie voorligt.

De commissie heeft inhoudelijk het volgende overwogen.

Het geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst, gesloten op 30 oktober 2020, waarop de Algemene aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden (hierna: HISWA-voorwaarden) van toepassing zijn.
De commissie is bevoegd kennis te nemen van het onderhavige geschil en om haar oordeel uit te spreken, voor zover betrekking op de klachtonderdelen:
1. onjuiste installatie van airco in de salon/stuurhuis en
2. te weinig kracht van de boeg- en hekschroef (te laag aantal Kgf).

In het feit dat door de consument punten van kritiek op het rapport van de deskundige zijn geuit, ziet de commissie geen reden om aan de bevindingen van de deskundige te twijfelen of daarvan af te wijken. De commissie neemt de bevindingen van de deskundige dan ook over.

Ten aanzien van de airco installatie is de commissie van oordeel dat door de consument onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat deze installatie ondeugdelijk is, danwel een technisch mankement vertoont, zoals de advocaat van de consument veronderstelt.
Niet genoegzaam is komen vast te staan dat de consument met de ondernemer afspraken heeft gemaakt over een specifieke performance ten aanzien van de airco installatie. Bovendien wordt algemeen bekend verondersteld dat elke airco installatie temperatuurverschillen binnen de te koelen ruimte geeft. Zo kent een schip op verschillende plaatsen verschillende ventilatie- en instralingswaarden. Nu voor het vaststellen of een airconditioning voldoet geen objectieve normen zijn vastgelegd, betreft dit klachtpunt een punt van persoonlijke bevinding. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument onvoldoende aannemelijk weten te maken dat de consument bij de totstandkoming van de overeenkomst aanspraak heeft gemaakt op een bepaalde specifieke uitvoering van een airco installatie in plaats van de standaardinstallatie, die blijkens het contract is overeengekomen. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.

Met betrekking tot de klacht over te weinig kracht van de boeg- en hekschroef oordeelt de commissie dat de consument ook dit onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Naar haar oordeel heeft de door de fabrikant geleverde en door de ondernemer oorspronkelijk ingebouwde boegschroef ruim voldoende kilogramkracht gezien de specificatie en afmetingen van het schip.
De consument heeft aangegeven dat op voorgaande schepen eveneens een zwaardere hek- en boekschroef is ingebouwd, omdat de vaste ligplaats van de consument dusdanig is gesitueerd dat een zwaardere installatie vereist is.
Daargelaten of dit besproken is tussen partijen, heeft de consument ingestemd met het plaatsen van de boegschroef met een vermogen van 160 kg/f, een geschikte boegschroef voor boten van 14 tot ruim 17 meter. Naar het oordeel van de commissie zijn de geleverde boeg- en hek- schroeven exact conform de specificatie bij de koopovereenkomst en leveren de schroeven het door de fabrikant opgegeven en daarmee voldoende vermogen. Hier is geen sprake van een gebrekkige levering door de ondernemer, maar een persoonlijke mening, een subjectief gevoelen bij de consument. Ook dit klachtonderdeel treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M.P. Bakker, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris, op 23 september 2024.