Commissie: Kinderopvang
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
328197/474853
De uitspraak:
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De mondelinge behandeling heeft op 20 september 2024 te Den Haag plaatsgevonden. Verschenen zijn: de consument. De ondernemer is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Onderwerp van het geschil
De klacht betreft de facturatie door het gastouderbureau en daarmee de kosten van de opvang.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
De consument is van gastouderbureau overgestapt, omdat het vorige gastouderbureau ermee stopte. Bij de ondernemer zou alles hetzelfde blijven en een en ander zou worden overgedragen. De afspraak is altijd geweest dat vakantie- en feestdagen niet worden doorbetaald en dat de consument negen uur per dag afneemt. Door het gastouderbureau wordt echter 10 uur per dag gefactureerd en de vakantie- en feestdagen worden doorberekend. De consument is daarmee nooit akkoord gegaan. Zij wenst nu haar geld terug te krijgen, maar het gastouderbureau geeft aan dat de gastouder hiermee niet akkoord gaat. Het gastouderbureau heeft kennelijk met de gastouder afgesproken dat de vakanties worden doorberekend, zonder de consument daarin mee te nemen. De consument heeft het contract, dat ongeveer twee maanden na de start is verstuurd, niet getekend omdat zij het met de inhoud nooit eens is geweest.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
Volgens de ondernemer vermeldt de overeenkomst 39 uur per week, hetgeen is gebaseerd op de opgave van uren zoals ontvangen van de gastouder. In de hoeveelheid uren per dag, of het nu 9 of 10 uur is, heeft het gastouderbureau slechts een adviserende rol. Het bureau dient als doorgeefluik voor de financiële afhandeling tussen ouders en gastouders. Voor een aanpassing van de factuur is dan ook instemming van de gastouder vereist. De gastouder is het echter niet eens met de consument.
Het gastouderbureau staat open voor een eventuele terugbetaling, mits de gastouder hiermee akkoord gaat. Het conflict over de doorberekening van vrije dagen, de gewerkte dagen en vakanties is een geschil tussen de gastouder en vraagouder. Het is niet terecht dat er tegen de ondernemer een klacht wordt ingediend over een geschil tussen ouder en gastouder.
Beoordeling van het geschil
De commissie stelt allereerst vast dat de consument op 6 november 2020 een overeenkomst van opdracht met de gastouder heeft ondertekend voor de opvang van haar kind. De gastouder had destijds een (bemiddelings)overeenkomst gesloten met een ander gastouderbureau dan de ondernemer. De opvang van het kind van de consument vond op de dinsdagen in de ochtend, middag en avond plaats, met een totaal aantal contracturen van 78. In artikel 8 van de tussen de consument en de gastouder gesloten overeenkomst is opgenomen dat de gastouder gedurende ziekte, vakantie en absentie anderszins van de gastouder geen recht op de overeengekomen vergoeding voor de uren heeft dat hij/zij niet in staat was om de opvang te verzorgen. De huisregels van de gastouder bij deze overeenkomst zijn tot 2022 van kracht geweest, waarbij de belangrijkste wijziging in 2022 was een doorbetaling van de gastouder bij ziekte. In de loop van het jaar 2023 stapten de consument en de gastouder over naar het gastouderbureau van de ondernemer, omdat het toenmalige gastouderbureau ermee ophield. De ondernemer heeft daarbij de overeenkomst uit 2020 en de huisregels geaccepteerd en is daaraan dan ook gebonden. Daarbij komt dat de consument onweersproken heeft gesteld dat de huisregels, met een enkele wijziging in 2022, sinds 2020 hetzelfde zijn gebleven en dat deze bij de ondernemer hetzelfde zouden blijven. De ondernemer heeft dan ook ten onrechte de vakantiedagen van de gastouder en de feestdagen bij de consument in rekening gebracht, alsmede ten onrechte 10 uur per dag in rekening gebracht in plaats van de overeengekomen 9 uur. Bij de verschillende gastouders gelden verschillende overeenkomsten van opdracht en huisregels, waarop een gastouderbureau zijn facturatie moet aanpassen.
Gelet op het vorenstaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is. Een en ander leidt ook tot terugbetaling door de ondernemer van het door de consument te veel betaalde bedrag van € 674,25. Dit bedrag als zodanig is door de ondernemer niet betwist.
Overigens heeft de consument bij e-mailbericht van 29 december 2024 het contract bij de ondernemer opgezegd en per 1 januari 2024 zitten zij en (dezelfde) gastouder bij een ander gastouderbureau. In de nieuwe huisregels (van 2024) van de gastouder staat onder andere opgenomen dat tijdens vakantie en vrijdagen van de gastouder de reguliere opvanguren niet worden gedeclareerd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
verklaart de klacht gegrond;
bepaalt dat de ondernemer aan de consument een bedrag dient te vergoeden van € 674,25;
bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld;
bepaalt dat betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. I. van der Kamp, secretaris, op 20 september 2024.