
Commissie: Optiek
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
1107393/1229659
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een consument bestelde bij een opticien een computerbril van €698 en stelde dat de ondernemer vooraf had toegezegd dat de bril fiscaal aftrekbaar zou zijn. Toen dit niet zo bleek, ontbond de consument de overeenkomst wegens dwaling en betaalde onder protest €209,40 aan annuleringskosten. Hij vorderde terugbetaling en toestemming om een negatieve review opnieuw te plaatsen. De ondernemer betwistte dat een toezegging is gedaan en verwees naar een bericht waarin juist werd aangeraden dit met de boekhouder te controleren. De commissie oordeelde dat de consument onvoldoende bewijs leverde dat de opticien vooraf een toezegging deed, omdat de enige overgelegde transcriptie dateerde van ná het sluiten van de overeenkomst en bovendien slechts sprak over gedeeltelijke aftrekbaarheid. De annuleringskosten hoefden daarom niet te worden terugbetaald. Het verzoek over de review viel buiten de bevoegdheid van de commissie. De klacht werd ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 september 2025 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Ter zitting werd de ondernemer bijgestaan door [naam].
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft verstrekte informatie over de fiscale aftrekmogelijkheid van een computerbril.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In januari 2025 heeft de consument bij de ondernemer een computerbril besteld ter waarde van €698,–.
Bij het uitbrengen van de offerte en dus vóór het mondeling toezeggen van de bestelling, werd de consument vanwege de ondernemer meegedeeld dat de bril voor de consument fiscaal aftrekbaar is als werkbril. Die mededeling gaf voor de consument de doorslag om deze “duurdere” bril te bestellen.
Die mededeling blijkt ook duidelijk uit het voicemailbericht van 4 februari 2025 waarin de betreffende medewerker van de ondernemer exact nogmaals bevestigt wat de consument voorafgaand aan de mondelinge koop ook al door de ondernemer is meegedeeld, dat de werkbril voor de consument aftrekbaar zou zijn. De consument heeft bij de mondelinge opdracht niet de beschikking gehad over de algemene voorwaarden met betrekking tot de annuleringskosten.
De ondernemer heeft onjuiste informatie gegeven over de fiscale aftrekbaarheid van deze bril. De bril bleek zakelijk niet aftrekbaar te zijn. De consument heeft voorgesteld de bril af te nemen met 49,5% korting, zijnde het belastingnadeel dat de consument misloopt, maar dat is niet aanvaard. De ondernemer heeft in deze een verkeerde voorstelling van zaken gegeven. De consument heeft de koopovereenkomst per e-mail ontbonden op grond van dwaling.
De consument heeft onder protest en onder voorbehoud van rechten op 29 april 2025 annuleringskosten ad € 209,40 voldaan. De consument is gerechtigd zonder kosten de mondelinge opdracht van de bril te annuleren vanwege dwaling. Dit geschil betreft dus die ten onrechte betaalde annuleringskosten. Verder heeft de consument onder dreiging van de advocaat van de ondernemer een reviewtekst offline gehaald.
De consument verlangt terugbetaling van de annuleringskosten ad €209,40 en het akkoord om zijn review voorzien van tekst te (her)plaatsen op internet.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 23 januari 2025 kwam de consument voor een oogmeting in verband met klachten met beeldschermen. Omdat de consument werkt met drie beeldschermen zijn de betere glazen uitgelegd en geadviseerd.
Na akkoord van de consument is de bril besteld.
Bij de verkoop is aangegeven dat er vaak zakelijk belastingtechnische mogelijkheden zijn en is de tip gegeven om dit uit te zoeken. De ondernemer als opticien is niet op de hoogte van bedrijfsconstructies en de consument moet dit zelf uitzoeken. De ondernemer doet nooit toezeggingen en kan dit ook niet.
Op 29 januari 2025 is doorgegeven dat de bril klaar was, waarna de consument 49,5% korting bedingt.
Op 30 januari 2025 mailt de ondernemer aan de consument om bij twijfel de aftrekbaarheid aan de boekhouder te vragen en wordt dus weer geen toezegging gedaan.
Op 11 april 2025 heeft de ondernemer de consument het voorstel gedaan van een korting van 21% (symbolisch het btw-bedrag) of annulering van de aankoop volgens de NUVO-voorwaarden (annuleringskosten ad € 209,40). Dit bedrag is op 29 april 2025 ontvangen. Hiermee kan genoegen worden genomen mits de consument de recensie op internet weghaalt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit het geen partijen over en weer hebben aangevoerd en ingebracht, komt naar voren dat de ondernemer de klacht van de consument en de door hem geschetste feitelijke toedracht gemotiveerd heeft betwist.
De consument moet aantonen dat de ondernemer hem voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst heeft meegedeeld dat de werkbril fiscaal aftrekbaar is. Daarin is hij niet geslaagd.
De enkele stelling dat die mededeling is gedaan is onvoldoende. De consument heeft geen stukken overgelegd van vóór het sluiten van de overeenkomst op 23 januari 2025. De consument heeft alleen een door hem gemaakte transcriptie van een gesprek tussen hem en de ondernemer van 4 februari 2025 overgelegd en dus van na de koopovereenkomst. Ook spreekt dat bericht over gedeeltelijke aftrekbaarheid en niet volledige aftrekbaarheid.
Dit bericht biedt dus onvoldoende steun aan het standpunt van de consument. Daar komt bij dat de ondernemer al daarvoor, op 31 januari 2025, de consument nu juist heeft bericht dat hij bij twijfel zijn boekhouder moet raadplegen.
Gelet hierop en de betwisting door de ondernemer heeft de consument de klacht onvoldoende onderbouwd. De commissie kan daarom de door de consument verlangde terugbetaling van de annuleringskosten ad €209,40 niet toewijzen.
De consument wil ook dat de commissie zich uitspreekt over het door hem terug mogen plaatsen van zijn review over de ondernemer op internet. Dat valt gelet op artikel 3, lid 1 Reglement Geschillencommissie Optiek buiten het bereik van de taakomschrijving van de commissie. In dat artikel is bepaald dat de commissie tot taak heeft geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, als deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken op het terrein van het optiekbedrijf. Daarvan is met het plaatsen van een review op internet geen sprake, zodat de commissie hierover geen uitspraak mag doen.
De commissie begrijpt dat deze zaak vervelend voor de consument is. Door al het voorgaande is de eis van de consument echter niet op de door hem aangedragen gronden toewijsbaar. Wat de consument verder nog aanvoert, bevat geen feiten die de commissie anders kunnen doen beslissen. Zoals de commissie tijdens de zitting reeds heeft aangegeven zou het goed zijn (geweest) met elkaar rond de tafel te gaan zitten om over het geschil te praten en dit op te lossen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer M. Gort, de heer mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden, op 1 september 2025.