
Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: niet onzorgvuldige behandeling
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
558999/766605
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een consument klaagde dat zij na een laserbehandeling bij de ondernemer blijvende brandplekken in haar gezicht had gekregen. Zij eiste terugbetaling van de behandelkosten en een schadevergoeding. De ondernemer voerde tijdens de zitting voor het eerst verweer en stelde dat de consument vooraf uitgebreid was geïnformeerd over mogelijke huidreacties en het belang van het afmaken van alle sessies. De consument stopte na de eerste behandeling en voerde daarna zelf een peeling uit. Uit coulance vergoedde de ondernemer de medicijnkosten en bood kosteloos een alternatieve behandeling aan. Tijdens de zitting liet de consument de plekken op haar gezicht via een beeldverbinding zien. De commissie oordeelde dat de consument onvoldoende bewijs had geleverd dat de vlekken het gevolg waren van een foutieve behandeling. Een deskundigenonderzoek kon geen doorgang vinden, omdat partijen meerdere keren niet hebben meegewerkt. Volgens de commissie is niet gebleken dat de ondernemer nalatig heeft gehandeld. Omdat de consument de behandeling zelf heeft afgebroken, komt het risico daarvan voor haar eigen rekening.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een klacht over de laserbehandeling door de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft door de laserbehandeling van de ondernemer blijvende (brand)plekken in haar gezicht. De consument wenst een schadevergoeding van de ondernemer en de door de consument betaalde kosten van de laserbehandeling retour ontvangen.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft tijdens de schriftelijke ronde geen verweer ingebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting heeft de ondernemer voor het eerst verweer gevoerd. Zij heeft de pigmentvlekken van de consument behandeld met een laserbehandeling. Voorafgaande aan de behandeling is de consument uitgebreid geïnformeerd ook over de gebruikelijke reactie van de huid na de behandeling. Daarbij is ook aangegeven dat voor het welslagen van de behandeling de consument alle behandelsessies moet doorlopen. Dat heeft zij niet gedaan. Na de eerste behandeling en de gebruikelijke reactie is zij met de laserbehandeling gestopt. Haar is kosteloos een G5 behandeling aangeboden die zij ook heeft ondergaan.
Daarnaast heeft de consument na de behandeling zelf een peeling uitgevoerd. De door de consument vier keer geclaimde kosten voor medicijnen heeft de ondernemer uit coulance betaald. Zij betwist nalatig te zijn geweest met de uitvoering van de laserbehandeling.
De consument heeft ter zitting via een beeldverbinding de bewuste vlekken op haar gezicht laten zien.
Uitgangspunt is dat bij betwisting de consument het door haar aangevoerde dient te bewijzen. Daarin is zij niet geslaagd. Immers, naast de betwisting ter zitting door de ondernemer en gelet op hetgeen partijen hebben aangevoerd, ingebracht en de commissie heeft kunnen waarnemen is onvoldoende komen vast te staan dat de bewuste vlekken het gevolg zijn van een (onjuiste) laserbehandeling van de ondernemer. Dat er geen deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden kan daar onvoldoende aan afdoen. Partijen zijn immers bij herhaling, maar zonder succes, in de gelegenheid gesteld aan het meerdere malen geplande onderzoek mee te werken. Daarbij is het voorgekomen dat de deskundige reeds onderweg was naar de gemaakte afspraak.
Van schade door toedoen van de ondernemer is dan ook niet gebleken. Van (gedeeltelijke) teruggave van de door de consument betaalde laserbehandeling kan geen sprake zijn.
Immers, nog afgezien van de uit coulance betaalde medicijnkosten en de kosteloos gegeven G5 behandeling, heeft de consument zelf er voor gekozen de behandeling niet af te maken. De omstandigheid dat zij dit deed omdat zij na de eerste behandeling geen vertrouwen meer had in de ondernemer moet, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, voor risico en rekening van de consument blijven.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw A. Hofman, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 1 juli 2025.