Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Non conformiteit / Schadevergoeding
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
277674/340509
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil draait om een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer voor de levering en installatie van een zonneenergiesysteem. Na de installatie werkten de zonnepanelen niet, was het legplan niet ingevoerd, en reageerde de ondernemer niet op meerdere contactpogingen van de consument. Uiteindelijk slaagde de consument er zelf in, met hulp van derden, om het systeem operationeel te krijgen. De consument eiste een schadevergoeding voor de kosten en gederfde inkomsten door de vertraging en de nodige inspanningen. De ondernemer betwistte de claims, maar erkende tijdens de zitting dat hij deels verantwoordelijk was voor de problemen en ging akkoord met het betalen van een beperkte schadevergoeding. De commissie besliste dat de consument recht heeft op een vergoeding voor de gemaakte kosten, maar wees de claim voor gederfde inkomsten af vanwege een gebrek aan voldoende onderbouwing van het verband tussen de fout van de ondernemer en het gemis aan inkomsten.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 29 juni 2023 tussen partijen tot stand gekomen
overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een zonneenergiesysteem tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 8.702,58 (€ 9.629,57
minus creditnota € 926,99 wegens 2 panelen met Enphase minder))
De overeenkomst is uitgevoerd in begin december 2023.
De consument heeft op 10 december 2023 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Na installatie (5 december 2023) zijn de zonnepanelen niet werkend achtergelaten, is het legplan niet
ingevoerd en is het systeem niet geactiveerd. Er werd niet meer gereageerd op e-mails en telefoontjes
vanuit ons. Het heeft ons veel tijd en geld gekost om de zonnepanelen uiteindelijk operationeel te
krijgen. Zie ons schrijven aan de ondernemer van 19 november 2024 voor meer details:
Betreft: schadeclaim m.b.t. installatie zonnepanelen
(…..) “Geachte heer, mevrouw, Met deze brief dienen we een schadeclaim bij u in relatie tot de door
de ondernemer geleverde zonnepanelen op ons adres. We zetten eerst de feiten op een rij, gevolgd door een
overzicht van de door ons geleden schade en onze eisen. Feiten Installatie van de zonnepanelen
heeft plaatsgevonden op dinsdag 5 december 2023. De monteurs vertrokken met het legplan met de
mededeling dat het kantoor met 1 of 2 dagen het systeem van Enphase zou activeren en dat we logingegevens voor de Enphase webportal zouden ontvangen. We hebben vervolgens in goed vertrouwen
het resterende deel van de factuur voldaan. Vervolgens bleef het stil. We kregen geen inloggegevens
op de Enphase webportal. We hebben vervolgens meerdere malen contact gezocht:
• Op 10 en 15 december via e-mail, zonder een reactie te krijgen.
• Op 20 en 22 december telefonisch. We kregen te horen dat er achterstand was door ziekte en dat
we teruggebeld zouden worden, hetgeen niet is gebeurd.
• Op maandag 15 januari 2024 per e-mail, met daarin de mededeling dat als er geen reactie zou
volgen voor vrijdag 19 januari, we vervolgstappen zouden ondernemen.
• Op vrijdag 19 januari telefonisch, met de mededeling dat de zonnepanelen sinds de installatie niet
gefunctioneerd hebben. Ook hier werd de toezegging op terugbellen niet uitgevoerd.
In de periode daarna hebben we contact gezocht met Enphase customer support. Deze heeft op 24
januari een e-mail verstuurd aan de ondernemer met het verzoek contact op te nemen, waarop ook niet is
gereageerd.
Op 25 januari hebben we met ondersteuning van Enphase en Ziggo customer support de
internetaansluiting van de Enphase-apparatuur gecorrigeerd en de zonnepanelen in werking
gekregen. Om het legplan dat de ondernemer niet heeft ingevoerd te reconstrueren, hebben we een andere
installateur moeten inhuren. Deze is op 7 februari op het dak geweest om de serienummers van de
panelen te noteren en heeft het legplan vervolgens in de Enphase webportal geregistreerd. Dit alles is
voor ons tijdrovend en stressverhogend geweest terwijl wij zelf ook een bedrijf te runnen hebben.
Schade
Door de onvolledige installatie door de ondernemer en het totale gebrek aan verdere communicatie of service
hebben we de volgende schade geleden:
Schade Bedrag
Niet-functioneren van zonnepanelen voor 5 dec-25 jan € 100,00
netwerkapparatuur voor corrigeren internetaansluiting
Enphase-apparatuur (zie bijlage 2) € 20,26
Kosten heropname en invoer legplan (zie bijlage 3) € 235,95
Verlies aan declarabele uren in ons eigen bedrijf: 8u á €100 € 800,00
Verzenden aangetekende brief € 9,80
Totaal €1.166,01
Wij eisen van de ondernemer dat deze schade binnen 14 dagen vergoed wordt. Zo niet, dan dienen we
overeenkomstig de algemene voorwaarden het geschil in bij de Geschillencommissie Installerende
Bedrijven.” (…..)
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument blijft bij wat is gesteld en gevorderd. De zonnepanelen zijn dus niet in werking gesteld.
Na een paar dagen gingen er allemaal rode lampjes branden ten teken dat de zonnepanelen nog niet
aan waren gezet door de ondernemer, die zich heeft verplicht om een goed werkend geheel af te
leveren. Het legplan had ingevoerd moeten worden samen met andere informatie, zodat die gedeeld
konden worden met Enphase. Enphase moest ingeschakeld worden wat is nagelaten. Nu werkt alles
goed en ook de APP werkt. Er wordt dus geen nakoming gevorderd maar een vergoeding voor
geleden schade. Een en ander heeft veel tijd en gedoe gevergd; mijn inschatting is dat daardoor
€ 800,– aan inkomsten zijn misgelopen in mijn goed lopende bedrijf op een erg druk moment.
De consument verlangt: “Vergoeding van de gemaakte kosten en gederfde inkomsten”.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt schriftelijk aan de
commissie kenbaar te maken.
Het standpunt van de ondernemer blijkt (deels) uit het volgende bericht aan de consument van 20
februari 2024:
(….) “Betreft: uw brief betreffende een schadeclaim
Wij hebben uw brief met datum 19-nov-2024 (??) in goede orde ontvangen. Als wij uw brief
goed lezen, gaat het over de inlog op de Enphase portal. Volgens ons werkten de panelen
prima, ondanks dat u dit via het portal niet kon zien, tenzij u daar sluitende bewijsvoering
voor kunt aanleveren, dat dit niet zo was. Wij gaan uit van een werkende installatie en heeft u
daarvan geen schade geleden. De kopie onder bijlage 1 (overigens slecht leesbaar) geeft
alleen uitsluiting over dat er geen monitoring was. U heeft bij het aanmaken van de Enphase
account de ondernemer uit het systeem verwijderd, waardoor wij wel kunnen zien, dat de
installatie is aangemeld, maar uw installatie niet meer kunnen monitoren. Dit is overigens uw
keuze en wij kunnen daar niets meer aan doen, ook niet meer in de toekomst. Hierbij wijzen
we uw claim m.b.t. het niet functioneren van de panelen af. In uw brief geeft u een aantal
contactmomenten op. U heeft op 20 december 2023 van ons te horen gekregen dat door
ziekte vertraging opgelopen is om zaken adequaat te kunnen afhandelen. Wij waren van 21
december t/m 5 januari dicht vanwege vakantie, en van 8 t/m 19 januari was iedereen op
cursus. U schrijft, dat de monteurs het legplan van de panelen hadden meegenomen. Wij
hebben die hier gewoon liggen. Het is uw eigen beslissing geweest om iemand in te huren om
een legplan te maken. Hierbij wijzen wij de claim m.b.t. het opnemen van het legplan af. In
uw overzicht geeft u aan, dat u netwerkapparatuur heeft aangeschaft om de Enphase
werkend te krijgen. De kosten voor netwerkapparatuur om het netwerk op peil te houden zijn
altijd voor de klant. Tevens zit de door u genoemde bijlage 2 er niet bij. Hierbij wijzen wij
derhalve dit deel van de claim af. In uw overzicht geeft u aan dat u 8 uur bezig geweest bent.
Daar wij aan u als particulier een PV installatie hebben verkocht, hebben wij in wezen niets te
maken met een eigen bedrijf waarin u werkt. En daarom wijzen wij deze claim ook af. Tevens
geeft u aan dat u de brief per aangetekende post heeft verstuurd. Dit is uw eigen keuze
geweest. De kosten van dit aangetekend verzenden verwerkt u in de claim en wijzen wij ook
af. Wij vinden het jammer, dat u geen begrip heeft voor het gemelde feit, dat wij met ziekte
te maken hebben gehad en op vakantie en cursus zijn geweest. En dit terwijl de installatie
volgens ons gewoon gewerkt heeft, alleen de monitoring niet” (….).
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Alleen de zogenaamde monitoring werkte niet. Voor de rest werkte het systeem wel en is dat ook de
ondernemer aangemeld met een zogenaamde inlogcode. Voor het niet werken van alleen die
monitoring is de ondernemer op zich wel verantwoordelijk te houden.
Er bestaat daarom ook alsnog bereidheid aan de zijde van de ondernemer om de door de consument
gevorderde schade te voldoen met uitzondering van het bedrag van € 800,- wegens gemiste werktijd
en daardoor eigen inkomsten. Die schade staat in geen enkele verhouding tot voormelde geringe
onvolkomenheid.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting is alsnog door de ondernemer erkend dat hij vanwege voormelde – inmiddels dus door de
consument in eigen beheer opgeloste – onvolkomenheid, gehouden is daardoor geleden schade aan
de consument te vergoeden.
Het is daarom dat door de ondernemer ter zitting alsnog is erkend dat van het gevorderde een
totaalbedrag van € 366,01 inderdaad als schadevergoeding kan worden toegewezen.
In geschil is dan alleen nog of zich meer dan dit bedrag voor toewijzing leent. Door de consument is
gesteld dat een en ander een tijdsverlies heeft opgeleverd waardoor inkomsten zijn mis gelopen tot
een totaal van € 800,–.
Artikel 6:98 Burgerlijk Wetboek bepaalt:
Voor vergoeding komt slechts in aanmerking schade die in zodanig verband staat met de gebeurtenis
waarop de aansprakelijkheid van de schuldenaar berust, dat zij hem, mede gezien de aard van de
aansprakelijkheid en van de schade, als een gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend.
De commissie is van oordeel dat uit de stukken en het in dit geding gestelde niet is vaststellen of
voldaan is aan het in dat artikel vereist gestelde causale verband tussen de gestelde schade en de
schadeveroorzakende omstandigheid. In het bijzonder is onderbelicht gebleven waarom de
consument daardoor zoveel tijd is misgelopen en het juist daardoor is c.q. moet zijn geweest dat
inkomsten definitief en onherstelbaar zijn misgelopen. Het had op de weg van de consument gelegen
om dit goed en met feiten onderbouwd te verduidelijken. Dat is niet gebeurd.
Het verweer van de ondernemer dat – kort gezegd – het gevorderde bedrag van € 800,– zich niet laat
relateren aan voormelde – op zich geringe – tekortkoming is dan ook terecht opgeworpen. Dit deel
van het gevorderde leent zich dan ook niet voor toewijzing.
Nu deels terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement gehouden om het
klachtengeld aan de consument te voldoen en om de bijdrage in de behandelingskosten te betalen
aan het secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in
rekening gebracht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 366,01.
Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit
bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de bijdrage in
de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit mr. M.L.J.
Koopmans, voorzitter, drs. H.H.F.M. van den Oever en mr. M.J. Boon, leden, op 3 juli 2024.