
Commissie: Optiek
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
1197648/1265698
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een consument kocht een Dior-bril in Frankrijk en liet later bij een Nederlandse opticien nieuwe glazen in het montuur plaatsen. Na de reparatie constateerde hij brandplekken, verkleuring, verkeerd geplaatste glazen en gebruik van lijm in plaats van professionele bevestiging. De bril liet meerdere keren los, waardoor deze volgens de consument onbruikbaar werd. Hij stelde de ondernemer aansprakelijk en vroeg om € 607,68 schadevergoeding. De ondernemer ontkende de schade te hebben veroorzaakt en stelde dat lijmen de enige optie was en dat de consument de bril in goede staat meenam. De Geschillencommissie oordeelde dat de consument onvoldoende bewijs leverde dat de schade door de werkzaamheden van de ondernemer was veroorzaakt; ook de overgelegde foto’s ondersteunden dit niet. Omdat de klacht onvoldoende was onderbouwd, verklaarde de commissie deze ongegrond en wees de gevraagde schadevergoeding af.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 september 2025 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De consument heeft ter zitting het standpunt toegelicht. Door de ondernemer is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de reparatie aan een bril.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 12 september 2024 heeft de consument een bril van het merk Dior gekocht bij een leverancier in Frankrijk ad € 401,23. In maart 2025 ontstond een kras op een glas waarna de consument nieuwe glazen bij datzelfde bedrijf heeft gekocht ad € 206,45. Op 11 april 2025 heeft de consument de bril naar de ondernemer gebracht om die nieuwe glazen in het montuur te plaatsen. Op 12 april 2025 heeft de consument de bril opgehaald. Thuis constateerde de consument dat schade is ontstaan aan het montuur.
Er is een brandplek aan de rechterzijkant en verkleuring van het montuur, in de glazen zijn gaatjes geboord en de glazen zijn verkeerd geplaatst en vastgelijmd in plaats van professionele bevestiging.
Op 27 mei 2025 is de rechterkant opnieuw losgekomen. Bij een tweede bezoek aan de ondernemer is de
bril wéér met lijm vastgezet, waardoor de schade is verergerd. Op 18 juni 2025 is de bril weer losgelaten. De consument is afhankelijk van zijn bril gelet op de sterkte van de glazen. De bril is door de fouten van de ondernemer onbruikbaar geworden. De ondernemer weigert elke verantwoordelijkheid.
De consument verlangt volledige schadevergoeding ad € 607,68.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer betwist dat hij in de glazen of het montuur van de bril van de consument heeft geboord. De ondernemer verkoopt geen Dior en kan om die reden de glazen niet boren. Ook is geen gebruik gemaakt van vuur of andere hitte. Lijmen was de enige optie.
De ondernemer heeft de bril in juiste staat afgeleverd en de consument is hiermee ook akkoord gegaan bij het verlaten van de winkel. De problemen zijn dus later ontstaan en niet door toedoen van de ondernemer.
De consument is vooraf verteld dat de eventuele risico’s voor hem zijn omdat de bril elders is gekocht. Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd en ingebracht, komt naar voren dat de ondernemer de klacht van de consument en de door hem geschetste feitelijke toedracht gemotiveerd heeft betwist.
De consument moet aantonen dat door toedoen van de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden schade aan de bril is ontstaan, maar daarin is hij niet geslaagd. Zo kan de consument niet hard maken dat de ondernemer in de glazen gaten heeft gemaakt of de gaten groter heeft gemaakt en een brandplek op het montuur heeft veroorzaakt. Hij heeft dit wel beschreven, maar niet onderbouwd. Ook de overgelegde foto’s van de bril bieden geen steun aan het standpunt van de consument, omdat die niet zijn terug te voeren op werkzaamheden door deze ondernemer. Gelet hierop en de gemotiveerde betwisting door de ondernemer heeft de consument de klacht onvoldoende onderbouwd. Aldus komt de commissie tot het oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de ondernemer de door de consument gestelde schade aan de bril heeft veroorzaakt.
De commissie begrijpt dat deze zaak vervelend voor de consument is. Door al het voorgaande is de eis van de consument echter niet op de door hem aangedragen gronden toewijsbaar. De commissie kan daarom de door de consument verlangde betaling niet toewijzen. Wat de consument verder nog aanvoert, bevat geen feiten die de commissie anders kunnen doen beslissen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer M. Gort, de heer mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden, op 1 september 2025.