Geschil tussen consument en tegelzetbedrijf over vloerverwarming en uitvoering werkzaamheden

  • Home >>
  • Afbouw >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Afbouw    Categorie: Nakoming / Schade    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 202239/210013

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de uitvoering van overeengekomen werkzaamheden, waarbij de consument een bedrag van €500 niet heeft betaald en dit bij de commissie heeft gedeponeerd. De consument beklaagt zich over de slordige en gemakzuchtige aanleg van een gedeelte van de leidingen van de vloerverwarming, die zichtbaar over de vloer lopen. Daarnaast uit hij ontevredenheid over het niet nakomen van afspraken met betrekking tot de elektra-aanpassingen en het ontstane schade aan een schot in de trappenkast. De ondernemer heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. De commissie oordeelt dat de oorspronkelijke klachten grotendeels zijn verholpen en dat de consument zich nog slechts beklaagt over de plaatsing van de leiding in de trappenkast. Aangezien dit niet volgens de offerte was afgesproken, wordt dit klachtonderdeel als ongegrond beschouwd. Bovendien ziet de commissie geen noemenswaardige schade aan het schot in de trappenkast die voor herstel in aanmerking komt. Als gevolg hiervan wordt de klacht afgewezen en dient het depotbedrag aan de ondernemer te worden uitgekeerd.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de wijze waarop de ondernemer de overeengekomen werkzaamheden heeft uitgevoerd.
De consument heeft een bedrag van € 500,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft een gedeelte van de leidingen van de vloerverwarming zeer slordig en gemakzuchtig
aangelegd. De twee leidingen lopen namelijk gewoon zichtbaar over de vloer in plaats van redelijk te
verwachten onder de tegels of door de vloer heen en dan vervolgend. De leidingen gaan dan door een lelijk
gat in de wand heen waarna ze dan in het toilet weer wel onder de tegels zijn gelegd. Deze lelijke keuze
was volgens de aannemer zijn eigen woorden letterlijk: ‘makkelijker’. Alles was al betegeld en afgemonteerd
waardoor een fatsoenlijk herstel dramatisch duur en ingrijpend zou zijn. De ondernemer heeft in een
gesprek erkend dat het wel anders en wel netjes had gekund maar dat is nu te laat en hij weigert te
herstellen of tegemoet te komen.

Ook was afgesproken conform de offerte dat in het toilet de elektra zou worden aangepast/voorbereid voor
een later aan te leggen sensor. Daar is geen gehoor aan gegeven en zou volgens de aannemer niet nodig
zijn geweest. Een elektra monteer heeft later de sensor alsnog aangesloten en heeft toen alsnog de
vereiste leidingen moeten aanleggen. Helaas bleek dat de voet van lamp in het plafond door de aannemer
volledig was vast gestukt waardoor er bij het demonteren van de lamp enorme schade aan het plafond
stukwerk in het toilet is ontstaan. Dit heb ik aangegeven bij de tegelzetter en deze heeft daarop geen
enkele reactie gegeven.

De aanleg is zeer onprofessioneel en niet wat ik van een professionele aannemer mag verwachten. Alles
lijkt te zijn gemaakt alsof het een verschrikkelijke haastklus was. De meeste schades en nalatigheden zijn
later alsnog redelijk hersteld, de leiding echter niet en daar ligt het grote geschil nu.
De cliënt verlangt dat de toevoer en afvoer leidingen alsnog netjes zoals afgesproken onder de vloer door
worden gelegd en niet zichtbaar zijn, alsmede dat de gemaakte schade aan een schot in de trappenkast
waar de leidingen nu doorheen lopen netjes hersteld zal worden. De cliënt heeft geen vertrouwen meer in
de aannemer en wenst dat een ander bedrijf het herstel uitvoert.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Nu de ondernemer geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd, is het uitgangspunt dat de consument de klacht
van de consument en het door hem verlangde toewijst, tenzij de commissie dit ongegrond of onrechtmatig
voorkomt. De commissie overweegt het volgende.

Naar de commissie begrijpt zijn de oorspronkelijke klachten van de consument grotendeels verholpen en
beklaagt de consument zich nog slechts over dat (het horizontale deel van) de leiding in de trappenkast
onder de vloer gelegd moest worden.

Uit de door de consument geaccepteerde offerte blijkt echter niet dat het horizontale deel van de leiding in
de trappenkast onder de vloer gelegd moest worden. Zoals bijvoorbeeld wel was afgesproken dat de
leiding onder het toilet zou worden getrokken. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
Naar het oordeel van de commissie is er niet of nauwelijks sprake van schade aan het schot in de
trappenkast. In ieder geval is de commissie niet gebleken van schade welke voor herstel door de
ondernemer in aanmerking komt. Derhalve is ook dit klachtonderdeel ongegrond.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag dient
te worden uitgekeerd aan de ondernemer.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter,
mevrouw mr. B.J. van Gent, de heer mr. B.C. Westenbroek, leden, op 11 augustus 2023.