Geschil waar koffer bij terugreis is achtergebleven: op parkeerplaats of in lobby hotel. Niet gepast om zonder nader overleg met de reisorganisator zaken ten bedrage van € 500,- aan te schaffen, omdat niet is gebleken dat zich in de koffer zeer speciale kleding bevond.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Zorgvuldigheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 113505

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 9 juni 2017 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een busreis voor een persoon naar Krakau in Polen met verblijf in een hotel op basis van half pension, voor de periode van 19 augustus 2017 t/m 26 augustus 2017 voor de som van € 406,50.

Klager heeft op 29 augustus 2017 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan de reisorganisator.

Buiten mijn schuld is mijn koffer bij het inladen bij het vertrek op de terugreis verdwenen. De koffer was aan de chauffeur overhandigd die de koffer in het bagageruim plaatste, maar de koffer is kennelijk nadien buiten de bus geplaatst en is toen blijven staan. Daardoor moest ik bij warm weer twee dagen in dezelfde kleding lopen.
Bij het overnachtingshotel aangekomen bleek dat de koffer nog in Krakau stond.
Al met al heeft het bijna een maand geduurd voordat de koffer weer boven water was en ik was genoodzaakt diverse zaken aan te schaffen c.q. te vervangen. Daarmee was een bedrag van circa € 500,– gemoeid.
Verder ergert mij dat de reisorganisator meedeelde dat ik zelf maar moest zien dat mijn koffer terugkwam terwijl het een fout was van een medewerker van de reisorganisator en dat er geen excuus is gemaakt.

Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan klager.

Uit de overgelegde informatie van het hotel in Krakau blijkt dat de koffer is blijven staan in de lobby van het hotel en niet zoals klager stelt op het parkeerterrein bij de bus.
Uit de algemene voorwaarden (art. 16.3) blijkt dat er geen bagageservice is inbegrepen en dat de reizigers de koffer zelf (mogelijk met hulp van de receptie) naar de bus moeten brengen en dat men verantwoordelijk blijft voor de eigen bagage. De chauffeur valt daarom niets te verwijten. 
Het is vervelend dat klager twee dagen dezelfde kleding moest dragen, maar dat is terug te voeren op zijn eigen fout.
Het mag zo zijn dat klager geruime tijd heeft moeten wachten op retournering van de koffer, maar al snel was duidelijk waar die zich bevond. Het is dan ook onjuist om voor een bedrag van € 500,– aan vervangende spullen aan te schaffen, ook al omdat het klagers fout was.
Onjuist is dat klager zelf heeft moeten regelen dat hij de koffer terugontving. Er is alles aangedaan om de koffer mee te laten nemen naar Nederland en toen is de koffer kosteloos bij klager thuisbezorgd.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen is allereerst in geschil waar de betreffende koffer is achtergelaten: op de parkeerplaats dan wel in de lobby van het hotel. Voor de commissie is het niet mogelijk te achterhalen waar de koffer werd achtergelaten. De commissie acht dit ook van weinig belang gelet op het feit dat nog dezelfde dag duidelijk werd dat de koffer zich nog in het hotel te Krakau bevond. Het was voor klager vervelend dat hij geen schone kleding kon aantrekken, maar de commissie gaat ervan uit dat toen klager thuis kwam hij weer over voldoende kleding kon beschikken. In ieder geval is niet gebleken dat zich in de koffer zeer speciale kleding bevond die klager op korte termijn nodig had. Daarnaast heeft klager enkele zaken aangeschaft ter vervanging van die welke zich in de bewuste koffer bevonden, maar hij heeft niet gespecificeerd om welk soort zaken het gaat, zodat de noodzaak daartoe onduidelijk is.
Naar het oordeel van de commissie is het niet gepast om zonder nader overleg met de reisorganisator zaken ten bedrage van € 500,– aan te schaffen, want bij vergoeding zou klager beschikken over de nieuw aangeschafte zaken en de zaken die zich in de koffer bevonden. Het zou beteken dat klager een “voordeel” van € 500,– zou genieten, een bedrag hoger dan de betaalde reissom.
Dat het enige tijd duurde voordat de koffer bij klager werd afgeleverd is spijtig, maar doet aan het voorgaande niet af.

De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 27 november 2017.