Geschillencommissie Verhuizing wijst klacht over opslagkosten en dienstverlening af

  • Home >>
  • Verhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verhuizen    Categorie: Kwaliteit dienstverlening / Schade / Zaakschade/vermissing    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 215159/235176

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft een klacht ingediend bij de Geschillencommissie Verhuizen over de opslagkosten en de kwaliteit van dienstverlening van de ondernemer. De consument eist restitutie van extra opslagkosten, vergoeding voor psychische schade, en compensatie voor vermiste goederen. De ondernemer heeft in een brief en tijdens de zitting verweer gevoerd en de claims van de consument betwist. Volgens de commissie blijkt uit een gerechtelijke uitspraak dat de ex-partner van de consument verhuisdozen heeft laten inpakken en opslaan door de ondernemer voor een afgesproken bedrag. Na vier weken werden de opslagkosten de verantwoordelijkheid van de consument, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 2390,–. De consument stemde zonder voorbehoud in met een opslagprijs van € 10,– per week en heeft dit bedrag betaald. De commissie oordeelde dat er geen grond is voor restitutie van de opslagkosten. Bovendien heeft de consument onvoldoende bewijs geleverd voor de beweerde psychische schade en vermiste goederen. Ook de beweringen over slechte dienstverlening zijn ongefundeerd. Daarom verklaart de commissie de klacht ongegrond en wijst de eisen van de consument af.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kosten van opslag van goederen en de kwaliteit van dienstverlening door de
ondernemer.

Standpunt van de consument
De consument klaagt in de kern over de kosten van opslag van goederen door de ondernemer en de
kwaliteit van dienstverlening. Een en ander is nader beschreven in het door de consument ingevulde
vragenformulier en in haar bericht van 8 juni 2023 waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te
worden beschouwd. Zij wenst restitutie van de extra opslagkosten, vergoeding van psychische kosten en
een vergoeding voor goederen die zij mist en die niet zijn geleverd door de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft verweer gevoerd bij brief van 7 november 2023 en heeft ter zitting nog eens
uitdrukkelijk betwist hetgeen de consument heeft gesteld. De inhoud van deze brief met bijlage dient als
hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak heeft de ex-partner van de consument voor zijn kosten
uitvoering aan deze uitspraak gegeven door verhuisdozen met goederen voor de consument in te pakken
en voor zijn kosten zorg te dragen voor het ophalen, bewaren en afleveren van deze dozen aan de
consument binnen een tijdsbestek van vier weken. De ex-partner heeft daarvoor een met de ondernemer
overeengekomen prijs betaald van € 600,–.

Na verloop van deze vier weken zouden de kosten voor opslag voor rekening komen van de consument.
Uit een ingebracht e-mail bericht van 23 juli 2018 en 11 november 2019 komt naar voren dat er afspraken
zijn gemaakt tussen de consument en de ondernemer die hebben geleid tot een totaalbedrag van
€ 2390,–.

In de mail van 11 november 2019 heeft de ondernemer duidelijk aangegeven dat in het geval de goederen
in opslag zouden blijven er een prijs van € 10,– per week in rekening zou worden gebracht. De consument
heeft daarop besloten dat de goederen in opslag blijven in afwachting van de uitkomst van een nieuwe
procedure tegen haar ex-partner. Door zonder enig voorbehoud aan te geven de goederen na die bewuste
mededeling van de ondernemer in opslag te laten bij de ondernemer heeft de consument ingestemd met de
prijs van € 10,– per week. Het totaalbedrag is vervolgens op 27 februari 2023 ook door de consument
betaald.

Van restitutie van de door de consument aangegeven opslagkosten kan dan ook geen sprake zijn.
De ondernemer heeft betwist dat er door zijn toedoen psychische schade is geleden door de consument.
De consument heeft dit ook niet geconcretiseerd en onvoldoende onderbouwd.

Over de vermeende vermiste goederen is niet komen vast te staan welke goederen dit betreffen en of door
toedoen van de ondernemer goederen zijn zoekgeraakt.

Dat de ondernemer tekortgeschoten zou zijn in zijn dienstverlening zoals door de consument voorts nog is
aangegeven in onder meer haar bericht van 8 juni 2023 is niet komen vast te staan dan wel anderszins
gebleken.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de
heer L. Pot, de heer mr. M.A. Keulen, leden, op 19 maart 2024.