Geweigerd op vlucht vanwege arm in gips .

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI08-0811

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 9 april 2008 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Chersonissos op Kreta in Griekenland met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 16 t/m 23 mei 2008 voor de som van € 323,–.   Klager heeft 16 mei 2008 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hadden voor de vlucht op 16 mei 2008 ingecheckt, waren door de douane en zaten al in het vliegtuig toen ons door een stewardess werd gevraagd een doktersverklaring te overhandigen in verband met het feit dat mijn arm wegens een polsbreuk van gips was voorzien. Wij boden aan – na een advies van de stewardess daartoe – het gips door te knippen. Dat werd na overleg met de captain weer geweigerd. Nadat ik op verzoek van de stewardess de behandelende arts in het ziekenhuis had gebeld, werden we toch geweigerd omdat we niet over een schriftelijke doktersverklaring beschikten. Wij waren niet op de hoogte van de voorwaarde van de luchtvaartmaatschappij dat men dient te beschikken over een doktersverklaring inhoudende dat met een gesloten gips kan worden gevlogen. Het stond niet in de reisbescheiden en in de tickets vermeld. Het beroep van de reisorganisator op artikel 5, lid 1 van de ANVR-voorwaarden, waarin staat vermeld dat de reiziger zelf verantwoordelijk is om bij de betrokken autoriteiten de nodige aanvullende informatie in te winnen gaat niet op. Het betreft hier geen aanvullende informatie zoals in dat artikel bedoeld. De reisorganisator had ons dienen te informeren over het vereiste van een doktersverklaring. De commissie verwijst kortheidshalve naar de brieven van klager aan de reisorganisator d.d. 19 mei 2008 en d.d. 23 juni 2008. De inhoud hiervan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Er is speciaal in verband met de reis per vliegtuig een softgips aangebracht. In het betreffende ziekenhuis had men nog nooit van het vereiste van een doktersverklaring gehoord. Het gips was voor een ieder duidelijk zichtbaar.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   De algemene voorwaarden van [de luchtvaartmaatschappij] zijn van toepassing op deze boeking. Dat staat vermeld in de factuur. Volgens die voorwarden mag alleen met gips worden gevlogen als er een medische verklaring wordt overgelegd. Indien geen medische verklaring wordt overgelegd, dan dient de reiziger ervoor te zorgen dat het gips in de gehele lengte wordt doorgezaagd. Bovendien dient de reiziger op grond van het bepaalde in artikel 5 van de ANVR-voorwaarden voor specifieke informatie zelf informatie in te winnen, bijvoorbeeld bij de behandelend arts, om te weten wat men moet doen om met gips te kunnen vliegen. Klager is dan ook zelf verantwoordelijk voor de op 16 mei 2008 ontstane situatie. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de reisorganisator aan de commissie d.d. 30 oktober 2008. De inhoud hiervan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Van de reiziger, die met een reisorganisator een reisovereenkomst sluit, kan niet worden verwacht dat hij of zij de algemene voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij doorneemt. Er ontstaat weliswaar een vervoersplicht van de luchtvaartmaatschappij ten opzichte van de reiziger, maar deze is niet rechtstreeks tussen de reiziger en de vervoerder totstandgekomen. De keuze van de betreffende vervoerder is gemaakt door de reisorganisator. In feite is sprake van “een beding ten behoeve van een (nader te noemen) derde” als gevolg van een overeenkomst tussen de reisorganisator en de luchtvaartmaatschappij. Het had dan ook op de weg van de reisorganisator gelegen om voorwaarden van de vervoerder, die zeer ingrijpend kunnen zijn voor de reiziger, ter kennis van de reiziger te brengen. Het vermelden van de algemene voorwaarden van de vervoerder volstaat ten deze niet. Gebleken is dat het personeel van de luchtvaartmaatschappij zelf niet op de hoogte is van de algemene voorwaarden op het punt van het dragen van gips door reizigers. Immers, klager heeft, terwijl het gips duidelijk zichtbaar was, bij de balie ingecheckt zonder dat om een medische verklaring is gevraagd. Zij is vervolgens door het personeel van de luchtvaartmaatschappij in het vliegtuig toegelaten. Pas in het vliegtuig werd klager door een stewardess gevraagd naar een medische verklaring. Aan klager is door de stewardess nog de keuze gelaten om het gips door te knippen. Daartoe was klager bereid, maar de captain wilde hier niet van weten, hoewel de voorwaarden van [de luchtvaartmaatschappij] dat nu juist wel weer toelaten. Kortom, niet alleen de reisorganisator, maar vooral de luchtvaartmaatschappij (als hulppersoon van de reisorganisator) heeft nogal wat steken laten vallen jegens klager.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 725,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 8 december 2008.