Commissie: Afbouw
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
AFB09-0001
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 augustus 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een granieten aanrechtblad met bijkomende werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.250,-. Het werk is in december 2008 opgeleverd. De consument heeft een bedrag van € 1.125,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 28 december 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Toen het geproduceerde aanrechtblad moest worden gemonteerd, bleek het niet te passen omdat het verkeerd was opgemeten. De ondernemer stelde mij voor de keuze tussen het gedeeltelijk wegzagen van de aangrenzende tegelwand en het op maat zagen van het blad. Ik koos voor het laatste, omdat ik de tegelwand wilde behouden. De ondernemer garandeerde mij dat het blad nadat dit zou zijn afgezaagd goed zou passen. Die toezegging heeft de ondernemer niet waargemaakt. Het blad is kronkelig afgezaagd, waardoor brede kieren tussen het blad en de tegelwand zijn ontstaan en de waterkering niet recht loopt. Ook onder het blad is de afwerking slordig. Hierdoor heeft het blad onvoldoende steun, waardoor het kan breken. De ondernemer zegt dat het mogelijk is de tegelwand alsnog te verwijderen waarna een nieuwe tegelwand kan worden aangebracht over het blad heen, maar daarvoor heb ik niet gekozen en ik denk ook niet dat het een fraai resultaat zal geven, omdat het blad nu eenmaal kronkelig is afgezaagd en de waterkering ook krom is, wat altijd zichtbaar zal blijven. Ik heb gekozen voor het afzagen van het blad onder de voorwaarde dat het blad volledig zou passen en dat is dus niet het geval. De oorsprong van het probleem ligt in het feit dat het blad verkeerd is opgemeten. De ondernemer is hiervoor volledig verantwoordelijk, maar hij wil kennelijk zijn verantwoordelijkheid niet accepteren. De consument verlangt vervanging van het aanrechtblad en een vakkundige montage daarvan. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De situatie in de keuken van de consument maakte het noodzakelijk een nieuw blad over het bestaande blad te leggen. Ik heb ter plaatse een basismal gemaakt, die zo goed mogelijk aansloot op de te handhaven tegelwand. In dit opzicht verschil ik van mening met de door de commissie ingeschakelde deskundige die beweert dat er geen mal is gemaakt en dat daardoor het probleem waarover de consument klaagt zou zijn ontstaan. Bij plaatsing van het blad bleek dit niet te passen tegen de tegelwand bij het raam. Aan de andere kant sloot het blad wel goed aan. De meest eenvoudige oplossing zou zijn om de tegels door te zagen en het blad in de daardoor ontstane sponning te schuiven. Omdat ik niet kon garanderen dat de tegelwand voor het overige ongeschonden zou blijven bleef als enige mogelijkheid over het blad over een breedte van 1,5 cm af te zagen. De consument heeft uitdrukkelijk voor deze optie gekozen. Hierdoor is meerwerk ontstaan, waarvoor de consument extra zal moeten betalen. De meerkosten bedragen € 345,–. Het werk is uitgevoerd overeenkomstig de wens van de consument. De ondersteuning aan de onderzijde is gegeven de slechte bestaande constructie, die op uitdrukkelijke wens van de consument moest blijven zitten, voldoende, maar eventueel kan ik zorgen voor een extra steunpaal. Indien gewenst, kan de tegelwand alsnog worden afgezaagd, waarna het blad in de daardoor ontstane gleuf kan worden geschoven. Het is juist dat het werk op enkele onderdelen moet worden voltooid. De consument heeft mij daartoe niet in de gelegenheid gesteld. Ik heb aan mijn verplichtingen voldaan en maak aanspraak op het restant van de aanneemsom plus de meerkosten. Deskundigenrapport In zijn uitvoerig gemotiveerd rapport, waarnaar de commissie kortheidshalve verwijst, komt de deskundige tot de volgende conclusie: Het aanrecht voldoet aan de rechterzijde, met name langs de buitengevel, niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk en het is zeker niet van het kwaliteitsniveau dat op grond van de overeenkomst mag worden verwacht, ondanks het feit dat het werk hier en daar nog niet af is. De noodzaak tot het afzagen van het blad is ontstaan doordat er geen mal vooraf is gemaakt. Het afzagen van het blad dat hierdoor noodzakelijk werd kan dus niet als meerwerk worden beschouwd. Het blad kan niet meer in een acceptabele staat worden gebracht. De waterkering van het rechterdeel is nu reeds plaatselijk 20 mm breed, waar deze aan de linkerkant, waar het blad goed past, 40 mm breed is. Deze waterkering kan niet breder worden gemaakt en smaller maken van de waterkering is vrijwel onmogelijk, omdat men dan met de apparatuur te dicht tegen de wand zou moeten werken. Bovendien is de voeg langs de rechterkant nu zeer variërend in breedte en ook daar kan geen goed resultaat worden bereikt. Een en ander zou moeten worden gecamoufleerd met een wel zeer brede kitvoeg. De overhang van het aanrecht aan de voorzijde is onvoldoende om het onderliggende blad volledig aan het zicht te onttrekken. Die overhang kan echter niet worden vergroot. Het geleverde blad moet worden verwijderd en vervangen door een deugdelijk ingemeten exemplaar. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit het deskundigenrapport blijkt dat het geleverde blad ondeugdelijk is en ook op de overgelegde foto’s is dat duidelijk te zien. Aan de rechterkant heeft het blad een grillig verloop, waardoor plaatselijk brede kieren zijn ontstaan. De waterkering is niet overal even breed. Aan de voorkant sluit het blad niet overal om het bestaande blad heen. De commissie acht de vraag of er tevoren een mal is gemaakt niet relevant, omdat het blad niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk en de oorzaak daarvan niet aan de consument, maar aan de ondernemer moet worden toegerekend. De ondernemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat de consument tevoren is meegedeeld hoe het blad er na de voorgestelde ingreep zou uitzien en dat zij daarmee heeft ingestemd. Reeds het enkele feit dat het aanrechtblad niet deugt en dat herstel daarvan volgens de deskundige niet mogelijk is brengt met zich mee dat het blad moet worden vervangen. Ook de vraag of de ondersteuning voldoende is wordt hierdoor irrelevant. De commissie zal de vervanging van het blad niet aan de ondernemer opdragen, omdat ter zitting is gebleken dat er geen enkele vertrouwensbasis meer tussen partijen bestaat. Aan de consument zal derhalve een schadevergoeding worden toegekend, gelijk aan de aanneemsom, vermeerderd met een bedrag dat gemoeid zal zijn met het verwijderen en afvoeren van het door de ondernemer geleverde blad. De commissie stelt dit bedrag naar ervaringsregels en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op € 200,– Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 2.450,–. Een gedeelte ad € 1.125,–wordt verrekend met het depotbedrag. Betaling van het restant ad € 1.325,– dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Indien de ondernemer over het te verwijderen blad wenst te beschikken, dient hij daarvoor een afspraak met de consument te maken. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de consument geretourneerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 26 oktober 2009.