Gratis excursie onderdeel van reisaanbod.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D02-1674

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 21 maart 2002 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Alanya  in Turkije met verblijf in een hotel op basis van “all inclusive”, voor de periode van 14 mei t/m 28 mei 2002 voor de som van € 908,–.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   De reis werd in een advertentie in de krant aangeboden inclusief een gratis dagexcursie naar Antalya. Deze excursie bleek zonder bericht vooraf uit het programma te zijn genomen en kon alleen tegen betaling ad € 10,– per persoon worden gemaakt.   Klager verlangt een vergoeding van € 54,03, het klachtengeld hieronder begrepen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Onze organisatie heeft een breed assortiment van aanbiedingen met bestemming Turkije. Deze aanbiedingen worden op verschillende wijze gedaan, zoals de brochure, de internetpagina’s met telkens wisselende aanbiedingen, aanbiedingen via haar agentschappen en aanbiedingen via advertenties.   De aanvaarding van een dergelijk vrijblijvend aanbod kan eveneens op verschillende manieren geschieden; telefonisch, via een agentschap, via een internetboeking of door in persoon op het hoofdkantoor langs te komen en direct bij een van de boekingsmedewerkers te boeken.   In het onderhavige geval heeft klager de boeking verricht bij een agentschap van onze organisatie door middel van een internetboeking. Direct na deze boeking heeft klager een bevestiging per e-mail ontvangen.   Naar ons oordeel is met de boekingsbevestiging de inhoud van de totstandgekomen reisovereenkomst bepaald en vastgelegd. Uit de inhoud van deze boekingsbevestiging blijkt dat er niets is vermeld omtrent een gratis geboekte dagexcursie. Er is derhalve sprake van een vrijblijvend aanbod door de reisorganisator, de boeking van de reiziger (zijnde formeel een aanbod) en vervolgens de boekingsbevestiging van de reisorganisator (zijnde formeel de aanvaarding). Nu klager bij boeking niet heeft aangegeven op welke aanbieding hij zich heeft gebaseerd en ook na ontvangst van de boekingsbevestiging niet aan de bel heeft getrokken, mocht onze organisatie ervan uitgaan dat de inhoud van de totstandgekomen reisovereenkomst was gebaseerd op de aanbieding, zoals die op de internetsite was geformuleerd en conform was bevestigd via de boekingsbevestiging.   Wellicht ten overvloede merken wij op dat de bewuste advertentie eerst na terugkeer in Nederland aan de orde is gesteld, zodat niet geheel uit te sluiten is dat klager deze advertentie wellicht via reisgenoten onder ogen heeft gekregen. Klager stelt in het geheel niet in welke krant deze advertentie heeft gestaan en op welke datum, zodat een en ander zeer moeilijk valt te controleren.   Klager stelt verder dat hij ter plekke bij de hostess erover heeft geklaagd dat de excursie er wel was, maar dat hiervoor € 10,– per persoon diende te worden betaald. Een klachtenformulier is echter niet opgemaakt. Klager heeft evenmin gedurende zijn verblijf contact opgenomen met onze organisatie. Wij zijn daardoor niet in de gelegenheid gesteld om ter plekke een afdoende oplossing aan te bieden, hetgeen uiteraard mogelijk was geweest.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Klager heeft een afschrift overgelegd van het voor de inhoud van het reisaanbod ter zake doende deel van de desbetreffende advertentie. Blijkens het verhandelde ter zitting heeft deze advertentie gestaan in [de krant] van 21 maart 2002, de dag dat klager via internet boekte. Volgens klager hebben advertenties met exact dezelfde inhoud op die dag en ook nog eerder in andere dagbladen gestaan. De reisorganisator heeft daartegenover geen afschrift overgelegd van in die periode anders luidende advertenties of internetpagina’s en dergelijke. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat toen klager boekte, de aanbieding van toepassing was.   Het vrijblijvende karakter van een reisaanbod brengt mee dat het kan worden herroepen ook op onderdelen, zoals waarvan hier sprake is. Artikel 2, lid 2 van de Reisvoorwaarden van de ANVR bepaalt onder welke voorwaarden die herroeping dient plaats te vinden. Niet gebleken of gesteld is dat de reisorganisator het aanbod op het onderdeel van de gratis excursie heeft herroepen.   In het gepubliceerde reisaanbod is niet alleen de gratis excursie vermeld, maar ook andere in de advertentie genoemde bijzonderheden die klager wel heeft ontvangen. Dat  klager verder bij de reisbescheiden geen voucher voor de excursie heeft ontvangen bevreemdt op zich niet. Veelal worden dergelijke extra’s op de vakantiebestemming eerst geregeld.   Onder de hiervoor vermelde omstandigheden mocht klager erop vertrouwen dat de excursie deel uit maakte van de overeenkomst tussen partijen.   Als niet weersproken staat vast dat de betreffende excursie ten tijde dat klager op deze bestemming verbleef niet meer kosteloos werd uitgevoerd. Indien dit anders zou zijn geweest, had de reisorganisator, die beschikt over vertegenwoordigers ter plekke dat dienen aan te tonen of aannemelijk dienen te maken. Nu de reisorganisator heeft volstaan met een betoog in algemene bewoordingen wordt dit niet als een deugdelijk verweer aangemerkt.   Klager heeft er inderdaad van afgezien om op de vakantiebestemming het nodige werk van deze kwestie te maken. Klager verlangt echter alleen vergoeding van de betaling die hij heeft moeten verrichten om alsnog aan de excursie deel te nemen. Niet valt in te zien dat de reisorganisator met een vergoeding achteraf van de gemaakte extra kosten meer financieel benadeeld wordt dan, indien klager tijdens zijn vakantie de aangewezen actie had genomen. Immers alle kosten gemaakt in verband met een melding van een terechte klacht komen alsdan in principe ook voor vergoeding in aanmerking.   Tot slot en wellicht ten overvloede wordt de reisorganisator erop geattendeerd dat het hem alleen al uit oogpunt van klachtgerichtheid had gesierd een kwestie van een dergelijk verhoudingsgewijs gering financieel belang niet op een principezaak, die voor de commissie wordt gebracht, te laten uitlopen. Met een verklaring over de ware toedracht van het gebeurde met de gratis aangeboden excursie en excuses had naar valt aan te nemen voorkomen kunnen worden dat ook klager zich formeel ging opstellen.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat klager minder heeft ontvangen dan wat klager redelijkerwijs mocht verwachten en dat klager daardoor kosten heeft gemaakt.  De commissie acht de klacht van dien aard dat de reisorganisator klager een vergoeding van de gemaakte kosten verschuldigd is. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 20,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 56,73 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 4 december 2002.