Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Ontbinding, opzegging en tussentijdse beëindiging
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ECD08-0441
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een telefoon- en internetaansluiting. De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van € 44,78 heeft de consument bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 23 maart 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Sinds 22 maart 2008 zit ik met een niet werkende internet- en telefoonverbinding. Mede om die reden heb ik het abonnement tegen 2 mei 2008 opgezegd nadat ik eerst nog de ondernemer vruchteloos in gebreke had gesteld. Ik heb bij de opzegging de voorgeschreven termijn van tenminste een maand aangehouden. Op 5 mei werd ik gebeld door de netwerkoperator voor een afspraak met een monteur. Omdat het abonnement al per 2 mei in mijn visie was geëindigd, heb ik de netwerkoperator doorverwezen naar de ondernemer. De ondernemer heeft zelf op 22 mei contact met mij opgenomen, omdat men de aansluiting wilde herstellen. Ook bij die gelegenheid heb ik gewezen op het feit dat de overeenkomst geëindigd was. De ondernemer stelt zich nu op het standpunt dat de overeenkomst pas tegen 2 april 2009 kan worden beëindigd. Hij stelt dat het abonnement is aangegaan voor een jaar, ingaande 2 april 2007, en dat dit volgens de toepasselijke algemene voorwaarden automatisch met een jaar is verlengd, omdat er niet tegen 2 april 2008 opgezegd. Ik heb van de rechtsvoorganger van de ondernemer, bij wie ik het abonnement heb afgesloten, slechts een welkomstbrief ontvangen en geen gedetailleerde schriftelijke overeenkomst. In die welkomstbrief is niets vermeld over een automatische verlenging met een jaar. Ik weet dat ik het abonnement voor een jaar heb afgesloten, maar ik heb altijd verondersteld dat dit na afloop van deze periode zou doorlopen voor onbepaalde tijd met de mogelijkheid van opzegging op een termijn van een maand. Door de tekortkomingen van de ondernemer heb ik via een andere provider moeten bellen en internetten en heb ik te veel abonnementsgeld betaald, namelijk twee maanden na 22 maart 2008. Alles bij elkaar gaat het om een bedrag van € 155,68. Ik wil dit bedrag vergoed hebben. De consument verlangt een bevestiging van de beëindiging van het abonnement per 2 mei 2008 en vergoeding van een bedrag van € 155,68. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft een abonnement afgesloten bij een serviceprovider waarvan wij de activiteiten hebben overgenomen. Die provider kende slechts overeenkomsten die werden aangegaan voor een vaste periode van 12 maanden. In onze toepasselijke algemene voorwaarden staat dat met ons gesloten overeenkomsten, tenzij anders overeengekomen, zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een minimum van 12 maanden. Deze overeenkomsten kunnen tegen het einde van de minimum periode en tegen elk tijdstip daarna worden opgezegd met een opzegtermijn van tenminste een maand. Is echter sprake van een overeenkomst voor een bepaalde tijd van 12 maanden, zoals in dit geval, dan wordt de overeenkomst automatisch met 12 maanden verlengd, tenzij deze tegen het einde van de lopende periode is opgezegd met inachtneming van een termijn van tenminste een maand. De tekst van de met onze rechtsvoorganger gesloten overeenkomsten komt op hetzelfde neer. Om die reden konden wij de beëindiging van de overeenkomst door de consument niet anders opvatten dan als een opzegging tegen 2 april 2009, omdat de overeenkomst was aangegaan met ingang van 2 april 2007 en niet tijdig voor 2 april 2008 was opgezegd. Tussentijdse ontbinding van de overeenkomst wegens een tekortkoming onzerzijds accepteren wij niet, omdat wij alles hebben gedaan wat van ons redelijkerwijs kon worden verlangd om de storing in het netwerk, die de oorzaak was van de problemen met de verbinding van de consument, te doen verhelpen. Wij zijn daarvoor afhankelijk van de netwerkoperator. Toen deze een monteur wilde sturen, wilde de consument daaraan niet meewerken, omdat naar zijn zeggen de overeenkomst al geëindigd was, doch ten onrechte. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft geen bewijs overgelegd van zijn stelling dat de overeenkomst tussen de consument en de rechtsvoorganger van de ondernemer is aangegaan voor een vaste periode van 12 maanden, die automatisch met dezelfde periode wordt verlengd, indien niet tijdig tegen het einde van de lopende periode is opgezegd. In het dossier bevinden zich kopieën van verschillende stukken afkomstig van de serviceprovider met wie de overeenkomst is afgesloten. In geen daarvan is iets vermeld over de duur van de overeenkomst en de wijze van verlenging. Derhalve gebiedt de redelijkheid en billijkheid naar het oordeel van de commissie de overeenkomst in de voor de consument gunstigste zin uit te leggen. Dat betekent dat de overeenkomst geacht wordt te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een minimum van een jaar en dat opzegging mogelijk is tegen het einde van dat jaar en tegen elk tijdstip daarna met inachtneming van een termijn van tenminste een maand. Hiervan uitgaande heeft de consument tijdig tegen 2 mei 2008 opgezegd en is de overeenkomst dus op die datum geëindigd. De consument was dus niet verplicht mee te werken aan het herstel van de storing op een tijdstip na 2 mei 2008. De door de consument opgevoerde schade en kosten, die door de ondernemer niet zijn betwist, lijken niet onredelijk, zodat de commissie deze zal toewijzen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 155,68. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Het telefoon- en internetabonnement wordt geacht te zijn geëindigd per 2 mei 2008. De ondernemer brengt voor dit abonnement de consument geen verdere kosten in rekening en verleent de consument voor het overige volledige kwijting. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Het depotbedrag van € 44,78 wordt aan de consument geretourneerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten op 24 november 2008.